Duitslandweb logo Duitslandweb

'Duitsland als natie van Dichters en Denkers'
Nelleke Noordervliet over de Duitse omgang met cultuur

Achtergrond - 6 november 2013

Het Nederlandse beeld van Duitsland is de laatste jaren gekanteld. Het verleden is grotendeels verwerkt. Opeens bewonderen we de Duitsers om hun hoffelijkheid en hun kalme, burgerlijke zelfverzekerdheid en hun liefde voor kunst en cultuur, sprak schrijfster Nelleke Noordervliet vorige week bij de opening van de nieuwe Duitslanddesk van het Duitsland Instituut, die studeren in Duitsland stimuleert.   

'Duitsland als natie van Dichters en Denkers'
© Duitsland Instituut Amsterdam

Ik was vijftien of zestien. Het zal net na het bouwen van de Muur zijn geweest. De oorlog was eigenlijk nog niet zo lang voorbij, de Koude Oorlog was in full swing. Voorzichtig zocht Duitsland zijn weg in Europa en herstel van de goede betrekkingen met de buren. Met dat doel vonden ontmoetingen plaats tussen jonge Duitsers en jonge Nederlanders. Een school uit Essen kwam naar Rotterdam. Onwennig beproefden we ons beperkte Duits in gesprekken met onze leeftijdgenoten. Ik maakte een wandeling over de Lijnbaan met ene Paul. Hij verlegen, ik verlegen. Duitsers waren in Rotterdam niet zo welkom, al werd dat niet hardop gezegd. Het was winter en koud. Na de wandeling namen we afscheid. En dat was het. Nooit meer gezien. Nooit meer iets van gehoord. En toch zie ik hem nog staan in een druilerig Rotterdam waar het geluid van de heimachines de wederopbouw staccato begeleidde.

Eén-benige Duitsers 

Bij ons in de familie gingen op verjaardagen steevast de verhalen van de oorlog rond, daden van klein verzet ("Do ist der Bahnhof"), tijden van ontbering en angst, heldendaden van een neef, het sneuvelen van broers, hongertochten, ook verhalen van de 'aardige' Duitser, die mijn vader spaarde voor de Arbeitseinsatz. Wij hadden - naar het schijnt - geen NSB-ers in onze kringen. Mijn moeder wist feilloos wie in de buurt 'goed' of 'fout' was geweest. Haar hele leven gebruikte ze dat criterium om de bokken van de schapen te scheiden. Hoe dat bij Paul thuis eraan toe zou gaan, ik wist het niet. Het leek me een moeilijk verhaal om op verjaardagen te vertellen. Ik ben nu geneigd te denken dat er ofwel over werd gezwegen in Duitse families, of dat er naar rechtvaardiging werd gezocht. Je kruipt toch liever in de rol van slachtoffer dan in de rol van dader. Dat Duitsland als natie zich na de oorlog heel serieus heeft gekweten van collectieve boetedoening is een feit dat zich pas na jaren goed liet constateren, culminerend in de knieval van Willy Brandt in Warschau.

Wij keken naar elke een-benige Duitser op het strand van Scheveningen met een beschuldigend oog. Soldaat natuurlijk. Oostfront of zo. Normandië wellicht, of Arnhem. En nu weer brutaalweg hier en zijn kuil graven. Het was moeilijk voor ons onderscheid te maken tussen Wehrmacht, SS en Gestapo. Een pot nat. De vijand. Maar de eenbenigen namen zoons mee, en die hadden niet in de oorlog gevochten, en die waren best leuk om te zien. Zo heb ik verkeerd met ene Gunter en een Wolfgang. Een reisje met een vriendinnetje naar haar familie in het Duitse hartland bracht me in de zomer van 1961 in contact met het echt Duitse familieleven van Kaffee en Kuchen en Schlagsahne - ik kwam twee kilo aan - en met Reinhard, met wie ik nog een tijd heb gecorrespondeerd.

Verwerkingsproces 

Studeren in Duitsland
Schrijfster Nelleke Noordervliet sprak deze column over het Duitslandbeeld uit op 31 oktober 2013 in Den Haag bij de opening van de Duitslanddesk van het Duitsland Instituut. De desk is opgericht om de drempel voor een studieperiode in Duitsland te verlagen. Lees meer >>

Eerlijk is eerlijk, mijn ouders ontvingen de heren altijd allerhartelijkst. Ze spraken geen Duits, maar compenseerden dat door tot mijn onuitsprekelijke schaamte, luider en gearticuleerder Nederlands te spreken. 'Wilt U nog een kopje koffie?" Dat luide was niet nodig, maar het goed gearticuleerde heeft zeker de verstaanbaarheid vergroot. Zo werd door ons, de jongere, verliefde generatie, een eerste steen gelegd voor een andere omgang met de voormalige vijand. Wij stelden onze vragen over de oorlog niet meer alleen aan de Duitsers, maar ook aan onze ouders. Wat hebben jullie gedaan? En waarom? En vooral: waarom niet? 'Het Achterhuis' van Anne Frank, 'De Bezetting' van Loe de Jong en 'De Ondergang' van Presser gaven daar alle aanleiding toe.

Het verwerkingsproces liep door over verschillende generaties. Elke generatie zocht daarin de eigen toon. De vraag die elke generatie opnieuw stelt is: wat moeten wij met die Tweede Wereldoorlog en die Duitsers? Ik hoorde hem onlangs weer uit de mond van een negentienjarige jongeman tijdens de Kanzlernacht in Amsterdam. Wat hebben wij jongeren nu nog te maken met die oude koek? Is het niet allang voorbij, zijn er geen andere problemen? De vraag voelde aan als een beschuldiging, maar aan wie? Speelt die oorlog eigenlijk nog wel in onze betrekkingen met Duitsland? Is het niet een langzamerhand meer en meer afzwakkende achtergrondruis?

Nederlandse en Duitse studenten

Hoe zien wij elkaar dus nu, Duitsers en Nederlanders, vele decennia na de oorlog, een paar generaties verder. Ik ben gastschrijver geweest in Berlijn en in Oldenburg en heb met de jongere Duitse generatie gesproken over de verhoudingen. Ik ben ook aan Nederlandse universiteiten gastschrijver geweest. Ik heb het verschil kunnen constateren tussen Duitse studenten en Nederlandse studenten. Daarin zag ik wat vooroordelen bevestigd: de Duitse studenten zijn serieus, belangstellend, diepgravend; de Nederlandse studenten over het algemeen calculerend, creatief, oppervlakkig. Lange tijd hebben Duitse studenten met enige jaloezie naar de Nederlanders gekeken vanwege de soepele en losse levensstijl. Nu beginnen Nederlandse studenten met enige jaloezie naar Duitsers te kijken vanwege de gedegenheid, de betrouwbaarheid en de toekomstmogelijkheden.

Geert Mak spreekt in zijn Abel Herzberglezing over 'plaats' en 'ruimte', over een balans tussen warme gevoelens voor een veilig, eigen thuis en de noodzaak in de wereld te zijn. Het gaat over de spanning tussen de 'dorpeling' die we allen van nature zijn en de 'kosmopoliet' die we moeten zijn. Hij schetst de krachttoer waar Europa voor staat. In het centrum van de Europese macht staat onwillig maar evengoed ferm het Duitsland van Angela Merkel. Frankrijk is geen factor meer. Engeland is outsider. De andere Europese landen komen niet in de buurt van de Duitse stabiliteit en het tweede Duitse Wirtschaftswunder. Even daargelaten de verborgen conflicten, de geheime armoede, de integratieproblematiek: Duitsland is het land waar we naar opkijken. Wie had dat gedacht?

Prime time een uur Sloterdijk 

Tijdens de Kanzlernacht in de Melkweg maakte ik deel uit van een panel dat over literatuur en politiek ging, over de manier waarop in Duitsland door schrijvers en denkers de maatschappij mede wordt gevormd en becommentarieerd. Voor een deel ging het dus ook over hoe wij tegen Duitsland aankijken. Het beeld van Duitsland is de laatste jaren gekanteld. Het verleden is grotendeels verwerkt. Opeens bewonderen we de Duitsers om hun hoffelijkheid, hun kalme, burgerlijke zelfverzekerdheid, die op het saaie af is, hun oprechte hang naar Bildung, hun liefde voor kunst en cultuur. Die bewondering heeft niet zozeer met Duitsers te maken als wel met onszelf.

Zo had de voormalige liefde van Duitsers voor Nederlanders ook meer met het Duitse zelfbeeld te maken dan met ons. Wij waren vóór 2000 in de ogen van Duitsers een prettig los en tolerant volkje zonder keurslijven en open naar de wereld. Na de eeuwwisseling, terwijl de Duitsers met toewijding hun herenigde land tot een nieuwe sterke Heimat smeedden, zagen ze hoe bij ons de aangename anarchie boosaardige en hysterische trekken kreeg, hoe de tolerantie zienderogen afnam, en het publieke debat meer werd gekenmerkt door amechtige schreeuwerigheid dan door gedegen argumentatie.

In Duitsland doen ze gerust een uur Peter Sloterdijk op prime time televisie met zijn onnavolgbaar duister geformuleerde ideeën, terwijl onze Denker des Vaderlands bij DWDD maximaal vijf haastige minuten krijgt om ons filosofisch een hart onder de riem te steken. Nu luister ik liever naar René Gude dan naar Sloterdijk, maar toch... De in München werkende theatermaker Johan Simons kan lyrisch worden van de Duitse steun aan de kunsten. Zelfs de behoorlijk conservatieve CSU draagt de progressieve en originele Simons op handen, want hij is kunstenaar.

Belang van kunst en cultuur 

Duitsland is opnieuw een natie van Dichters en Denkers, terwijl wij nog altijd nadrukkelijk een land van kooplieden en dominees zijn. In Duitsland zal niet zomaar een handvol orkesten worden opgeheven of een korting op de kunstsubsidies van zo'n 25 - 40 procent worden doorgevoerd in crisistijd. Je kunt erover twisten of de regelingen in Duitsland beter zijn voor het geluk van het grootst mogelijke aantal, maar het belang van kunst en cultuur wordt niet ontkend. Er zal geen Duitser zijn die de schouders ophaalt over Goethe, Bach, Thomas Mann of Anselm Kiefer. Als ze het werk niet kennen, kennen ze wel de namen. Rembrandt weet de gemiddelde Nederlander wel thuis te brengen, evenals van Gogh, maar P.C. Hooft is een straat. Hier te lande worden kunstenaars vaker gezien als uitvreters, die maar eens een goed vak moesten leren.

De nieuwe liefde voor Duitsland wordt hoogstwaarschijnlijk het diepst gevoeld door hen die verlangen naar een vrolijk, tolerant, licht anarchistisch en kunstzinnig Nederland, het land dat de Duitsers ooit zo aardig vonden.

Het gevoel ergens 'thuis' te zijn is zoals Geert Mak schrijft inderdaad van groot belang. Het is de plaats waar je wortelt om vandaar de blik op de wereld te richten. Als het eigen thuis een karikatuur van zichzelf wordt, voelen mensen zich ontheemd. Moeten we dan werkelijk naar Duitsland om ons thuis te kunnen voelen? De studenten die naar Duitsland gaan zullen dat proefondervindelijk kunnen vaststellen. Gaan! Do ist der Bahnhof!

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

Lees meer:

'De Duitse taal is mijn gereedschap'

'De Duitse taal is mijn gereedschap'

Omdat het 10 oktober de Dag van de Duitse Taal is, spraken we vertalers Lotte Hammond en Ralph Aarnout over hun vak.


Lees meer

Vijf vragen over de Duitse grenscontroles

Vijf vragen over de Duitse grenscontroles

Alles wat we tot nu toe weten over de aangekondigde controles aan de Duits-Nederlandse grens.


Lees meer

Winst PVV: ‘Een waarschuwing voor Duitsland’

Winst PVV: ‘Een waarschuwing voor Duitsland’

Een ruk naar rechts, een politieke aardbeving: Duitse media reageren gealarmeerd op de PVV-verkiezingswinst in Nederland.


Lees meer

Verkiezingen in Nederland: Duitsers tussen hoop en vrees

Verkiezingen in Nederland: Duitsers tussen hoop en vrees

Bij Duitsers wekken vooral de BBB en Omtzigt verbazing, merkt Jacco Pekelder van het Zentrum für Niederlande-Studien.


Lees meer


top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger