Duitslandweb logo Duitslandweb

‘Uitwisseling vergroot wereld van scholieren’
Nederlandse en Duitse schoolpartnerschapsconferentie in Assen

Achtergrond - 4 december 2013

Duitse docenten kijken verbaasd naar de Nederlandse zesjescultuur. Nederlanders vinden de Duitse omgangsvormen op school formeel. Maar zet je zo’n veertig leraren uit beide landen bij elkaar om schooluitwisselingen te organiseren, dan valt vooral het gemak en de vanzelfsprekendheid op waarmee ze samenwerken.

‘Uitwisseling vergroot wereld van scholieren’
© Duitsland Instituut Amsterdam
Nederlandse en Duitse docenten in Assen met elkaar in gesprek over uitwisselingsmogelijkheden.

“Mijn Duitse leerlingen doen gewoon wat ik van ze vraag. Nederlandse leerlingen vragen altijd: ‘Is het voor een cijfer?’ Als dat niet zo is, doen ze niet mee”, zegt een Duitse docent. Zijn Nederlandse collega’s knikken instemmend. De docenten spreken over cultuurverschillen in het onderwijs tijdens een conferentie over schooluitwisselingen in Assen. De meeste docenten hebben al ervaringen met buitenlandse partnerscholen, zoals deze Duitse docent. Toen hij tijdens een uitwisseling een opdracht gaf die niet voor een cijfer was, gingen de Nederlandse scholieren iets bedenken wat ze leuker vonden om te doen, vertelt hij. “Mijn Duitse leerlingen kwamen verbijsterd naar me toe. Wat moesten ze daar nou mee?”

Cultuurverschillen 

Het klinkt de Nederlandse docenten bekend in de oren. “Daarom zijn informele gesprekjes met leerlingen aan het begin van het lesuur ook zo belangrijk”, zegt een Nederlandse docente, verwijzend naar een cultuurverschil dat eerder al aan bod kwam: small talk met scholieren. In Duitsland gebeurt dat veel minder dan in Nederland. “Als ze het niet voor een cijfer doen, moeten ze het voor de docent willen doen”, aldus de Nederlandse. “Daar helpen zulke gesprekjes bij.”

De zesjescultuur in Nederland (“voldoende is algauw goed genoeg”), het striktere lesprogramma in Duitsland (“Nederlandse docenten hebben veel meer vrijheid om hun lessen vorm te geven”), het stimuleren van excellente leerlingen in Duitsland, mondige versus beleefde scholieren - heel wat cultuurverschillen passeren de revue. Maar als de Nederlandse en Duitse docenten even later in groepjes met elkaar in gesprek gaan, valt vooral op hoe gemakkelijk en vanzelfsprekend ze samen projecten opzetten.

Schoolpartnerschapsconferentie
De schoolpartnerschapsconferentie vond op 28 en 29 november 2013 plaats in Assen en werd georganiseerd door het Duitsland Instituut Amsterdam, het ministerie van Onderwijs van Nedersaksen en het Europese uitwisselingsplatform eTwinning.

De Nederlandse en Duitse docenten zijn in het Drents Archief in Assen op initiatief van het Duitsland Instituut Amsterdam (DIA). “Wij worden regelmatig benaderd door Nederlandse scholen die een Duitse partnerschool zoeken”, vertelt Kerstin Hämmerling van het DIA. In de deelstaat Nedersaksen willen scholen graag uitwisselingen met Nederland organiseren.

Mail- en skype-uitwisseling 

“In de praktijk blijkt het voor scholen lastig te zijn om een uitwisselingspartner te vinden”, aldus Hämmerling. “Ze hebben zelf vaak geen contacten in het buitenland en door bezuinigingen is er op scholen minder ruimte voor internationaliseringsprojecten. Bezoeken aan het buitenland zijn duur.” Maar juist de laatste jaren bieden technische ontwikkelingen nieuwe, goedkope mogelijkheden, zegt Hämmerling. Zo is er het digitale platform eTwinning.net van de Europese Unie, waarop scholen partners in heel Europa kunnen vinden en die middelen biedt voor mail- en skype-uitwisseling tussen docenten en scholieren. Medewerkers van eTwinning laten de docenten op de conferentie in Assen zien hoe ze het programma op hun eigen school kunnen gebruiken.

In de grensregio kijken Duitse scholieren onder andere naar Nederland als ze gaan studeren, vertelt een Duitse docente. Voor sommige studies is het makkelijker om aan een Nederlandse universiteit te worden toegelaten dan aan een Duitse. Maar voor haar scholieren geldt dat nog niet, voegt ze eraan toe. Die zijn 14 jaar oud. Zij wil haar leerlingen Nederlands leren omdat ze dat leuk vindt en ze haar klas daarvoor heeft weten te enthousiasmeren. Haar nieuwe Nederlandse uitwisselingspartner heeft ook een klas met 14-jarigen. Ze spreken af dat de leerlingen elkaar eerst in hun eigen taal mailen. Ze hoeven dan alleen in de andere taal het antwoord te lezen. Een uurtje later ligt er een heel plan met opdrachten.

Euthanasie- en drugsbeleid 

Even verderop spreekt een docent uit een middelgrote provinciestad in Nedersaksen met een docente uit Amsterdam. Ze bedenken onderwerpen waar hun scholieren van 16 jaar met elkaar over zouden kunnen mailen. ‘Euthanasie. Drugsbeleid. Multiculturele samenleving’ hebben ze opgeschreven. Op school worden die thema’s nu behandeld. “Dat vinden ze interessanter dan mailen over hoe ze kerst vieren”, zegt de Duitse docent.

De Duitse docent is blij een school uit Amsterdam te hebben gevonden. Voor een bezoek aan de Nederlandse hoofdstad kan hij zijn scholieren wel motiveren. Dat was bij een vorige uitwisseling met een school in Veendam lastiger, zegt hij. “Kunnen scholieren makkelijk softdrugs kopen in Amsterdam?” vraagt hij aan zijn Nederlandse collega. “Ja”, zegt ze, “er zijn veel coffeeshops.” De Duitser zucht. “Bij ons gebruiken leerlingen ook, maar hoe ze er aan komen, weten we niet.”

Inzet docenten

Of een schoolpartnerschap tot stand komt en blijft bestaan, is sterk afhankelijk van de samenwerking tussen de docenten, blijkt tijdens de conferentie. Het helpt als scholen uitwisseling stimuleren en er ruimte en tijd voor vrijmaken, maar er moeten wel docenten zijn die het contact willen opzetten en onderhouden.

“De wereld van jongeren wordt groter als hun school meedoet aan een uitwisselingsproject”, zegt Hämmerling. “We horen van docenten dat contacten tussen scholieren jarenlang blijven bestaan, ook als ze al van school zijn, bijvoorbeeld via Facebook. Een blik over de grens biedt nieuwe perspectieven voor studie- en beroepskeuzes en voor stagemogelijkheden. Juist hier in het Nederlands-Duitse grensgebied.”

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

Lees meer over 'Duitse taal':

'De Duitse taal is mijn gereedschap'

'De Duitse taal is mijn gereedschap'

Omdat het 10 oktober de Dag van de Duitse Taal is, spraken we vertalers Lotte Hammond en Ralph Aarnout over hun vak.


Lees meer

Een problematische beer

Een problematische beer

De Duitse minister Paus wordt voor 'Problembär' uitgemaakt, las columniste Inge Jooris in de Duitse media. Zijn haar dagen als minister geteld?


Lees meer

Vechten als ketellappers

Vechten als ketellappers

De Duitse regering heeft zo veel ruzie, het lijkt wel een bende 'Kesselflicker', zei een van de ministers. Columniste Inge Jooris legt uit wat hij bedoelt.


Lees meer

Een 'Sternstunde' voor Duitsland

Een 'Sternstunde' voor Duitsland

Sternstunde, een mooi en onvertaalbaar woord voor wat er nu gebeurt in Duitsland, tenminste dat hoopt columniste Inge Jooris.


Lees meer


top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger