Digitaal wordt (een beetje) normaal
Corona-crisis zorgt voor versnelling van de digitalisering
Achtergrond - 29 juni 2020
- Auteur:
Merlijn Schoonenboom
Bij scholen, banken, artsen en bedrijven: vanaf het begin van de corona-crisis werd Duitsland geconfronteerd met de achterstand die het in West-Europa op het gebied van de digitalisering heeft. Corona zou voor een ‘inhaalslag’ zorgen, ‘het nieuwe normaal is digitaal’, schreef een onderzoeker zelfs. Dus wat is er na drie maanden, nu de strikte regelgeving ten einde komt, van dit voornemen terecht gekomen?
Een gezamenlijke persconferentie van premier Rutte en deelstaatpremier van Noordrijn-Westfalen Laschet verliep moeizaam door technische problemen.
Met name voor het onderwijs bleek 16 maart, toen de scholen werden gesloten, een schok. Terwijl in de Duitse media bewonderende berichten verschenen over de digitale aanpak van scholen in Nederland en met name Denemarken, werd men in eigen land met een internationale achterstand geconfronteerd. Slechts 23 procent van de Duitse leraren blijkt digitale media in te zetten, terwijl het Europese gemiddelde op 48 procent ligt, zo laat de ICILS-2018 zien, de International Computer and Information Literacy Studie. Slechts 26 procent van de Duitse scholieren heeft op school toegang tot Wifi, W-Lan in het Duits, bij een EU-gemiddelde van 68 procent.
‘Bij ons op school bestond het enige digitale aanbod uit het uploaden van het gemaakte huiswerk; verder niets’, vertelt Axel Plünnecke, professor aan de hogeschool voor Preventie en Gezondheidsmanagement in Saarbrücken en onderwijs- en digitaliseringsdeskundige bij de Keulse afdeling van het Instituut voor Economie (IW Kölln).
Plünnecke publiceert deze week de ‘Bildungsmonitor’, een van de meerdere onderzoeken de afgelopen weken die tot dezelfde conclusie komen: zeker, er waren docenten die digitaal voorop liepen, maar het onderwijssysteem als geheel was ‘niet goed voorbereid’. De reden voor deze achterstand heeft volgens Plünnecke te maken met een ‘gebrek aan overtuiging’ onder veel leraren, gecombineerd met het ‘ontbreken van urgentie’ bij de overheid.
Deze combinatie van maatschappelijke scepsis met bureaucratische traagheid zou ook op andere terreinen de achterstand kunnen verklaren. Een jaar geleden stelde de speciaal benoemde Staatsminister voor digitale zaken Dorothee Bär (CSU) haar plan van aanpak voor om Duitsland tot ‘voorloper’ op gebied van de digitalisering te maken, maar dat bleek in maart 2020 nog tot weinig vooruitgang te hebben geleid. Zo is de infrastructuur voor internet in Duitsland notoir slecht uitgebouwd, verloopt het contact tussen overheden en burgers nauwelijks langs digitale weg, en betalen ook consumenten grotendeels met contant geld in plaats van digitaal.
Tot corona kwam. De dreiging van het virus heeft op meerdere terreinen voor een aanwijsbare versnelling van de digitalisering gezorgd. De oorzaak is de ‘veranderingsdruk’, zegt Plünnecke. Ineens was er de noodzaak anders tegen de digitalisering aan te kijken. Hij vergelijkt het met de Duitse auto-industrie: die is pas gaan nadenken over digitalisering toen Tesla op de markt kwam, en de samenleving als geheel ‘doet dat pas door corona’.
Allereerst is er het thuiswerken, het ‘home office’, dat overheden en bedrijven noodgedwongen in moesten voeren. Veel bedrijven verwachten dit mobiele bureau deels ook ‘na corona’ voort te zetten. Ze zien dat er voordelen aan zitten: ze kunnen tijd en geld sparen. Dat lijkt niet opzienbarend, maar dat is het wel voor de Duitse ‘hierarchische arbeidsmarkt’ waar de chef graag wil kunnen blijven zien wat zijn werknemers doen, zoals de arbeidseconoom Werner Eichhorst het op WDR-radio formuleert.
Het digitale thuiswerken is een verandering waar in Duitsland al lang over werd gesproken, maar weinig mee werd gedaan. Hetzelfde principe geldt voor het betalingsverkeer. Veel Duitse supermarkten vragen hun klanten nu zelfs expliciet contactloos te betalen om eventuele besmettingen te vermijden. In maart was er volgens het Duitse Sparkassen- en Giroverbond daarom al een verhoging van 11,4 procent bij het betalen met pinpas te constateren. ARD-Tagesschau bericht dat het aantal betalingen met contant geld de komende vijf jaar zal afnemen tot een derde van alle betalingen.
In de medische sector is dezelfde versnelling te zien. Tot aan de corona-crisis werd het ‘video-consult’ in Duitsland nauwelijks aangeboden; in 2017 deden dat slechts 1,8 procent van de artsen. In de corona-crisis boden 52 procent van de artsen een spreekuur per videoverbinding aan. In ieder geval tien procent gaf aan dit ook te willen blijven doen, blijkt uit een onderzoek onder ruim tweeduizend artsen, uitgevoerd door de universiteit Heidelberg, de Stichting Gezondheid en het Ministerie voor Gezondheid.
Een vierde, eerder onverwacht terrein waar een sterke digitalisering heeft plaatsgevonden is de Evangelische Kerk Duitsland (EKD), met eenentwintig miljoen leden de grootste kerkgemeenschap van Duitsland. Vier van de vijf gemeentes hebben het internet gebruikt voor de verspreiding van hun religieuze boodschap, blijkt uit de studie ‘Digitale Verkündigungsformate während der Corona-Krise’ van de socioloog Daniel Hoersch. Zijn onderzoek laat zien dat de gemeenschappen drie keer zoveel van hun leden hebben bereikt dan via de diensten in een kerk.
Deze veranderingen betekenen alleen niet dat de digitalisering in Duitsland ook direct structureel verbetert. Dit is vooral goed te zien bij de scholen. Het thema staat hoger op de agenda maar of dat op de lange termijn veel verandert ‘laat zich helaas nog niet zeggen’, meldt het landelijke verbond voor Onderwijs en Opvoeding (VBE) per mail. De bondsregering heeft nu 500 miljoen euro extra uitgetrokken om leerlingen zonder eigen apparatuur hiervan te voorzien. Maar volgens voorzitter Udo Beckmann is dat niet genoeg: ‘De leraren krijgen die apparatuur zelf niet, en zijn ook niet opgeleid om ermee om te gaan.’
Econoom Plünnecke betwijfelt of de scholen hun achterstand bij de digitalisering kunnen inhalen, nu in augustus het ‘gewone’ onderwijs weer begint. Hij wijst erop dat Duitse scholen meer dan in Nederland in een bureaucratische structuur opereren; er is de gemeente, de deelstaat en dan nog de federale overheid die mee moet beslissen. Dat maakt het voor scholen moeilijk om zich te ontwikkelen: de scholen wijzen voor de verantwoordelijkheid naar de overheid en de overheid naar de scholen, en ondertussen gebeurt er weinig. Volgens Plünnecke konden Duitse privé-scholen, met name de hogescholen, veel effectiever inspelen op nieuwe digitale onderwijsmethodes en konden die tijdens de corona-crisis daarop voortbouwen.
Eén ding is nu alleen wel veranderd: de samenleving als geheel is zich er bewuster van dat de digitalisering ook voordelen biedt, zegt hij. Tijdens de ‘lockdown’ hebben veel Duitse ouders zelf meer ervaring met video-conferenties en thuiswerken opgedaan, en ze zien tegelijkertijd dat de leraren niet meekomen of kunnen komen. Zij vormen nu een extra druk voor digitalisering: ‘Sommige van de leraren hebben nu voor het eerst een mailadres gekregen.’
Lees meer over 'Digitale samenleving':
‘Duits onderwijs had moeite met omslag in coronatijd'
Mischa Buiting deed als afstudeerproject onderzoek naar digitalisering in het hoger onderwijs in Nederland en Duitsland.
Warum, wieso: werkt Street View niet in Duitsland?
In de serie 'Warum, wieso?' zoeken we alledaagse Duitse kwesties uit. Aflevering 3: Google Street View
Warum, wieso: is het Duitse internet zo slecht?
In de nieuwe serie 'Warum, wieso?' zoeken we alledaagse Duitse kwesties uit. Aflevering 1: Het slechte internet
Digitale lichtheid
Op gebied van digitalisering gaapt in Duitsland een gat tussen idee en werkelijkheid. Column van econoom Carsten Brzeski
Reacties
Geen reacties aanwezig