'Berlijnse kunstenaars wilden na Wende niet samengaan'
Serie: De Masterscriptie
Achtergrond - 31 juli 2020
- Auteur:
Jesse Oude Egberink
West- en Oost-Berlijn hadden na de Duitse deling elk een eigen Akademie der Künste, een prestigieus instituut waar de belangrijkste kunstenaars van het land elkaar konden ontmoeten en ideeën konden uitwisselen. Na de val van de Muur werden de instituten in een moeizaam proces samengevoegd tot één academie. Renske de Vries volgde de master Duitslandstudies aan de Universiteit van Amsterdam en schreef haar masterscriptie over dit verenigingsproces.
Het huidige gebouw van de Akademie der Künste aan de Pariser Platz in Berlijn
Waar gaat je onderzoek over?
"Mijn onderzoek gaat over de Akademie der Künste (AdK) in Berlijn. Oorspronkelijk was er één instituut, maar na de Duitse deling werden er twee academies opgericht. In West-Berlijn was er de AdK-West en in Oost-Berlijn de AdK-Ost. Die was het hoogste culturele orgaan van de DDR. Ik vroeg me vooral af hoe dat samengaan van de AdK's was verlopen.
Na de vreedzame revolutie in 1989 in de DDR volgde al binnen een jaar de Duitse eenwording. Veel mensen hadden dat niet zien aankomen. Door de eenwording kregen instituten als de Akademie der Künste, met locaties aan beide zijden van de Muur, het idee dat ze vroeg of laat ook moesten verenigen. Beide academies zagen dat eigenlijk niet zitten want er waren te veel verschillen, dachten ze. En ze vonden allebei dat ze zelf genoeg relevantie hadden om naast elkaar te bestaan.
Mijn scriptie gaat over hoe de AdK-West en AdK-Ost uiteindelijk toch, in 1993, zijn verenigd, hoe dit proces is verlopen en over de vraag hoe de leden van de beide instituten deze vereniging hebben ervaren."
Wat is het interessantst aan je scriptie?
"Het is erg interessant om te zien hoe verschillende emoties en sentimenten tegelijk een rol speelden. In het Oosten hadden veel mensen aanvankelijk nog de hoop dat ze de DDR zelf konden hervormen. Dat speelde ook bij de AdK-Ost. Die had wel kritiek op de Oost-Duitse regering, maar dat was niet omdat het instituut de staat weg wilde hebben, het wilde de staat beter maken. De meeste kunstenaars waren socialist en hadden nog steeds een socialistische droom voor ogen.
In de loop der tijd ontstond steeds meer het besef dat het tot een vereniging met de West-Berlijnse academie zou komen. Dit leidde tot angst bij het Oost-Berlijnse instituut. De droom om te hervormen sloeg om in angst om de eigen culturele identiteit te verliezen. Ook bleek vanuit de stad Berlijn geen politieke bereidheid om twee instituten financieel in leven te houden. Tegelijkertijd was de identiteit van de AdK-Ost als staatsinstituut beladen. Vooral hierover waren de meningen bij de AdK-West erg verdeeld. Want wat moest je nou met zo’n staatsinstituut uit de DDR?"
Waarom was het zo beladen dat de AdK-Ost een staatsinstituut was?
"Veel kunstenaars en medewerkers van de academie waren door het DDR-regime aangewezen en sowieso moest die alle leden goedkeuren. De SED (de communistische partij die het in de DDR voor het zeggen had, red.) had een dikke vinger in de pap in de AdK-Ost. Als ze bijvoorbeeld iemand als Christa Wolf (een relatief onafhankelijke schrijfster, red.) aan de academie wilden toelaten, dan moesten daar ook staatskunstenaars bij gekozen worden. Daar waren veel leden van de AdK-Ost ontevreden over.
De AdK-West zag de AdK-Ost als een ondemocratisch en totalitair instituut. Ze wilde haar democratische principes niet aan de kant zetten door ondemocratisch gekozen leden van de AdK-Ost toe te laten. Tegelijkertijd zagen mensen als Walter Jens, president van de West-Berlijnse academie vanaf 1990, in dat de leden van de AdK-Ost vooral ook kunstenaars waren. Er zaten zeker kunstenaars bij die in het Westen respect genoten en er waren personen die lid waren van zowel de AdK-Ost als de AdK-West. Veel leden van de AdK-West vonden dat deze Oost-Duitse kunstenaars een plek moesten krijgen in de verenigde Duitse kunstwereld."
Heb je iets nieuws ontdekt?
"Wat ik erg interessant vond om te ontdekken, is dat de vereniging van beide instituten helemaal niet vanzelfsprekend was, en dat vooral de AdK-Ost daar aanvankelijk helemaal geen belang bij had. Het Oost-Berlijnse instituut had na de val van de Muur eigenlijk vooral de insteek om hun eigen instituut van binnenuit te vernieuwen. Zo hebben ze nog een tijdje geprobeerd om van het instituut een Europese sociëteit te maken, om zo meer internationale erkenning te krijgen. De vereniging van beide academies was vooral een laatste strohalm."
Kun je iets zeggen over het onderzoeksproces?
"Ik wilde de reconstructie van de institutionele vereniging vooral baseren op primaire bronnen en niet alleen op de literatuur over de AdK en over de Duitse eenwording die ik had. Aanvankelijk had ik niet veel primaire bronnen. Ik besloot maar gewoon het archief in Berlijn in te duiken, maar had toen het probleem dat bronnen van minder dan dertig jaar oud niet vrij toegankelijk zijn. Hierdoor had ik eigenlijk alleen bronnen uit de jaren ‘89 en ‘90, en dan vooral van de AdK-Ost. Dat waren mappen vol met correspondenties en notulen.
Verder had ik twee bundels die de AdK in 1997 heeft gepubliceerd, met collecties van allerlei losse bronnen, stukjes uit vergaderingen en briefwisselingen van de oprichting tot aan de vereniging in 1993. Ik heb deze bronnen op chronologische volgorde gezet om een overzicht te krijgen van de ontwikkelingen in de jaren ‘89-’93. Al met al vond ik het onderzoek doen heel erg leuk."
Wat is de relevantie van je onderzoek?
"Het laat zien dat een vereniging niet altijd vanzelfsprekend was. Aan beide kanten van de Muur waren eigen tradities ontwikkeld die, zo vonden de beide academies, bewaard moesten blijven. Ten tweede denk ik dat dit onderzoek ook interessant is in het licht van de latere kunstdebatten. De Oost-Duitse kunst moest in het westen worden geïntegreerd, maar welke kunstenaars moesten dan de Oost-Duitse kunstwereld representeren? Die vraag leidde tot veel spanningen. Neem je dan de kunstenaars die in dienst van de staat opereerden, zichtbaar waren in de DDR en die de mensen herkenden, maar tegelijkertijd wel een dictatoriaal en onderdrukkend regime representeerden? Of kies je dissidente kunstenaars als een Wolf Biermann, die zich actief tegen de Oost-Duitse staat hebben verzet?
Die vraag was lastig, omdat er dissidente kunstenaars waren die staatsopdrachten hadden gekregen en staatskunstenaars die veel moeite hadden met het regime, onder wie veel leden van de AdK-Ost. Die kunstenaars hebben ook veel te maken gehad met censuur op hun werk."
Werd de uiteindelijke vereniging als eerlijk ervaren?
"Dat is moeilijk te zeggen. Uiteindelijk is er na de vereniging weinig van de AdK-Ost bewaard gebleven. Zo is het onderzoeksinstituut opgeheven en is ongeveer tweederde van de medewerkers ontslagen. Van de kunstenaars is ongeveer een derde opgenomen in de AdK-West. Voor de AdK-West zelf veranderde er niet zoveel. Wel stapten 26 kunstenaars op toen in 1992 een meerderheid van de AdK-West voor samengaan met de AdK-Ost stemde.
Hoe de vereniging op individueel niveau werd ervaren, is lastig te zeggen, maar het proces heeft wel veel wonden achtergelaten. Dit zat 'm vooral in het gevoel dat een deel van de kunstenaars werd 'opgeofferd' om tot een vereniging te kunnen komen. Tegelijkertijd kun je je ook afvragen, was er een andere mogelijkheid? De AdK-Ost veranderde van een staatsinstituut in een instituut zonder staat."
Lees meer:
Berlijn viert 'Mauerfall' in onzekere tijden
Tijdens de 35ste viering van de val van de Muur in Berlijn werd duidelijk: vrede en vrijheid staan onder druk.
Terug naar het voorportaal van het Westen
In Berlijn-Marienfelde werden vluchtelingen uit de DDR opgevangen. Ingrid Bosman tekende de verhalen van twee 'Zeitzeugen' op.
30 jaar Stasi-archiefsnippers plakken
De Oost-Duitse geheime dienst liet een enorm archief na, dat deels is vernietigd. Nog steeds worden verscheurde dossiers met de hand hersteld.
35 jaar val van de Muur in Nederland en Duitsland
Overzicht van activiteiten rond de herdenking van de val van de Berlijnse Muur in 1989.
Reacties
Hier is meer literatuur over dan alleen maar die 2 bundels van de Akademie zelf. Maar bepalend was toen vooral dat in de Ost-Akademie mensen zaten die over leden van de West-Akademie (toen die nog in de DDR leefden) negatief geoordeeld of zelfs voor de Stasi berichten geschreven hadden. Je kunt niet van die slachtoffers verwachten dat ze door de mensen die hen vaak jaren zo negatief behandeld hadden, met open armen in dezelfde club welkom heten.
Mocht u verder geïnteresseerd zijn in de AdK-Ost als Staatsakademie kan ik u het boek van Matthias Braun "Kulturinsel und Machtinstrument. Die Akademie der Künste, die Partei und die Staatssicherheit" (2007) ten zeerste aanraden.
Renske de Vries heeft voor haar masterscriptie natuurlijk meer literatuur gebruikt dan de bundels die in eerste instantie in het artikel werden vermeld. We hebben dat nu als informatie toegevoegd aan de vraag over het onderzoeksproces.
Met vriendelijke groet,
de redactie
1.wat waren de verschillen tussen beide academies? Heeft de auteur alleen naar organisatorische en politieke zaken gekeken? .Hoe zat het met de verschillen in kunstopvattingen t.a.v. realisme, esthetiek, ethiek, politiek, techniek etc?
2.Talloze betrokkenen van toen zullen nog in leven zijn. Zijn die benaderd/ geïnterviewd? 3. Wat was de rol van internationale kunststromingen en de invloed daarvan?
4. Wie waren de gangmakers/ meest invloedrijke lieden? Bepaalde kunstenaars of politici ea?
AdK-Ost: Heiner Müller, Stephan Hermlin, Christa Wolf, Heiner Carow, e.a.
AdK-West: Walter Jens, György Ligety, Rolf Szymanski, Jürgen Becker, e.a.
In de politiek waren het de Berlijnse cultuursenator Ulrich Roloff-Momin en CDU politicus Uwe Lehmann-Brauns. In april 1993 ook Helmut Kohl, die zich in de Berliner Morgenpost uitsprak tegen de opname van AdK-Ost leden in de AdK-West. Dit "Störversuch in letzter Minute", aldus Walter Jens, werd door de kunstenaars niet op prijs gesteld.
3. Omdat het verenigingsproces van de Akademie der Künste vooral door de Duitse eenwording en nationale vraagstukken beïnvloed werd heb ik dit onderzoek niet ingebed in de internationale kunstontwikkeling van de jaren '90. In de geschiedenis van zowel de AdK-Ost als de AdK-West speelden de internationale kunststromingen natuurlijk wel een rol, waar ik in een inleidend hoofdstuk op in ga.
2. Ik wilde een bredere reconstructie van het verenigingsproces presenteren en laten zien hoe de verschillende belangen soms botsten maar elkaar soms ook vonden. Daarvoor wilde ik vooral de dynamiek binnen en tussen de instituten onderzoeken. Nu deze reconstructie staat zou het voor later onderzoek natuurlijk erg interessant zijn om met betrokkenen terug te kijken op dit moeizame proces.
1. In mijn scriptie heb ik gekeken naar de integratie van de organisatiestructuren en de houding van de betrokken kunstenaars tegenover dit verenigingsproces. Hoewel ik in eerste instantie verwachtte dat de opvattingen over esthetiek en techniek een groot punt van discussie zouden zijn, kwam dit in vergaderingen over de vereniging weinig naar voren. Er werd slechts in algemene termen gesproken over het cultureel erfgoed van de DDR en de kunsthistorische ontwikkeling in het democratische westen.
Bedankt voor uw interessante vragen! Ik zal ze kort beantwoorden. Mocht u daarna nog verder in gesprek willen gaan kunt u een mail sturen naar redactie@duitslandweb.nl.