Eén stad, twee politiechefs en geen Muur
Fragment 'Wantrouwen in Berlijn': twee politiechefs blikken terug
Achtergrond - 8 november 2014
- Auteur:
Annemieke Hendriks
Georg Schertz was hoofdcommissaris van politie in West-Berlijn toen op 9 november 1989 de Muur viel. Dirk Bachmann was dat in Oost-Berlijn. Samen moesten ze die nacht de veiligheid in de stad garanderen. Konden ze elkaar vertrouwen? 25 jaar na de val van de Muur blikken ze terug. Een fragment van de longread 'Wantrouwen in Berlijn' van uitgeverij Fosfor.
Net als Georg Schertz miste ook Dirk Bachmann Schabowski’s persconferentie die via de DDR-televisie live werd uitgezonden. ‘Thuis zag ik er op de West-Duitse televisie nog een samenvatting met analyse van, gevolgd door beelden van de geopende grensovergangen. Ja, natuurlijk keek ik stiekem West-tv. Maar ik ben de deur niet meer uitgegaan.’
De volgende dag ging hij namens zijn ministerie kijken wat de uitwerking van de grensopening was geweest. ‘In het politieziekenhuis bijvoorbeeld ontbraken tientallen artsen en verplegers. Die hadden de nacht in West-Berlijn doorgebracht. Maar bijna allemaal kwamen ze die middag weer aansloffen, hoor.’
Als de Muur in Berlijn langer dicht was gebleven, was de DDR leeggestroomd via de omringende Oostblok-staten. Allemaal verkeerden ze in gevorderde stadia van revolutie en liberalisering. Nu de Muur werd geopend, bleven velen die anders waren vertrokken. De meeste Oost-Berlijners wilden niet veel meer dan het westen van de stad kunnen bezoeken en er shoppen van hun honderd euro ‘begroetingsgeld’. Het is een frappant onderscheid: in 1961 werd de Muur gebouwd om het leegbloeden van de DDR tegen te gaan, in 1989 werd ze met hetzelfde doel afgebroken. Karl Marx schreef het al: Alles gebeurt twee keer, eenmaal als tragedie en eenmaal als klucht.
Op 9 november werkte Dirk Bachmann aan de top van Binnenlandse Zaken. Hij bedreef daar, in eigen woorden, de ‘politieke ideologisering’ van agenten en andere ambtenaren. Als ervaren politieman, die hoofdcommissaris in Halle was geweest, was de veertigjarige generaal-majoor twee jaar eerder naar Berlijn gehaald om nieuwe Schwung te geven aan de aloude vraag, hoe je een goede communist wordt en blijft. ‘Halle was veruit mijn mooiste tijd, dicht bij de mensen, samen met mijn studietijd in Moskou.’ Zoals dat in de DDR ging, had hij eerst een praktisch vak geleerd, in Rostock, als machinist in de zeevisserij. Daardoor kwam hij zelfs in het ‘Kapitalistische Buitenland’, van Scandinavië tot Canada.
Aan de rapporten over de nacht der nachten die hij op zijn bureau kreeg, kon Bachmann zien dat het absoluut geen optie was de mensen bij de Muur tegen te houden. ‘Het was in die zin een geluk dat niemand van de partijtop bereikbaar was. Op het ministerie zaten we de volgende dag met maar één vraag: hoe nu verder? Dit is het einde van de DDR, heb ik toen gezegd. De mensen wilden niet langer gekoeioneerd worden, maar vrij reizen.’
In West-Berlijn dachten Georg Schertz en zijn West-Berlijnse Innensenator, opdrachtgever inzake openbare orde en veiligheid: dit kan niet blijven. Schertz: ‘Het regime aan de oostkant zal proberen de situatie terug te draaien’, zeiden we tegen elkaar, ‘anders is het einde DDR.’
godsnaam geen waterstraal met al te grote druk moesten gebruiken'
Het gevaar kwam dus uit het Westen: van de euforische en veelal benevelde feestvierders. De West-Berlijnse politiechef Schertz is toen uit nood zowaar die gehate Muur gaan verdedigen. ‘De andere kant had waterkanonnen laten aanrukken. Ik heb mijn mensen gezegd: als het hier aan de Brandenburger Tor escaleert en er slachtoffers vallen, heeft de DDR een reden om in te grijpen. Toen zijn we naar de vopo’s en grenssoldaten gaan roepen – ja, roepen, want er was geen telefoonverbinding – dat ze in godsnaam geen waterstraal met al te grote druk moesten gebruiken. Prima om onze West-Berlijners flink nat te spuiten, zodat ze zouden afdruipen, maar niet meer dan dat. Ook riepen we: bezet de Muur-kroon met jullie mensen zodra het daar rustiger wordt. Dan rijden wij onze busjes pal onder de Muur, zodat er niemand meer op durft te klimmen.’
De Muur werd in Duits-Duitse eendracht ontzet onder de leiding van de gewiekste West-Berlijnse hoofdcommissaris. Maar, gaat Schertz verder. ‘Wat wij níét wisten is dat de DDR-minister van Defensie die dag namens partijleider Egon Krenz de staat van erhöhte Gefechtsbereitschaft had uitgeroepen. Dat betekent feitelijk een mobilisatie van de troepen. Dertigduizend man was naar de kazernes geroepen. Vrachtwagens vol wapens lagen klaar. De DDR-minister, zelf generaal, belde met de opperbevelhebber van de landmacht: of hij kon ingrijpen. Waarop de bevelhebber droog antwoordde: “Is dit een vraag of een bevel?”’
Generaal-overste Horst Stechbarth heeft jaren later zelf in een interview verteld hoe de dreiging aan de Brandenburger Tor was afgelopen. Zijn minister van Defensie had hem een halve dag later andermaal opgebeld, nu om te melden dat de operatie was afgeblazen. Toen had hij, Stechbarth, nagevraagd: ‘En dat gedoe op de Muur dan?’ ‘O’, had de minister gezegd, ‘die is alweer ontruimd. Dat probleem hadden ze samen met de West-Berlijnse hoofdcommissaris van politie opgelost.’ Naar eigen zeggen heeft Stechbarth toen geantwoord: ‘Zie je wel, zo kan het toch ook!’
‘We hebben die nacht gelukkig het juiste gedaan ter de-escalatie van de situatie aan de Brandenburger Tor’, zegt Georg Schertz. ‘De volgende dag hebben ze die staat van Verhoogde Paraatheid opgeheven.’ Er schiet hem direct een anekdote te binnen. ‘Veel later ben ik eens in gesprek geraakt met een gewezen generaal van Nationale Volks-Armee van de DDR. Ik heb hem gevraagd of hij kon verklaren waarom ze eind 1989 niet hadden ingegrepen, niet hadden geschoten. Hitlers SS had bijvoorbeeld begin 1945, in een even uitzichtsloze situatie, nog flink doorgevochten tegen de Russen. De NVA-generaal gaf twee antwoorden. Zijn eerste reactie was: “Onze innerlijke overtuiging was sinds 1985 aan het afbrokkelen.” Zijn tweede antwoord was héérlijk: “Weet u, op de SS wachtten de Russen, op ons de Bondsrepubliek!"
Lees meer:
Berlijn en Hamburg vind je ook in Suriname
Veel Duitsers wisten vanaf de 17e eeuw hun stempel te drukken op de Nederlandse kolonie Suriname. 'Ze waren graag geziene gasten.'
Een mondiale blik op de Duitse geschiedenis
Wat levert het op als je de Duitse geschiedenis vanuit een mondiaal perspectief bestudeert? Daarover spraken historici in Amsterdam.
Duitse keizer Wilhelm II was 'kolonialer' dan gedacht
Onderzoek naar persoonlijke spullen geeft een inkijkje in het koloniale wereldbeeld van de laatste Duitse keizer.
Graphic novels: herdenken in stripvorm
Aansprekende stripromans kunnen worden ingezet om een nieuwe generatie te vertellen over de oorlog. Interview met NIOD-onderzoeker Kees Ribbens.
Reacties
Geen reacties aanwezig