Innerlijke tweestrijd
Column
Achtergrond - 1 mei 2002
Tijdens de Nederlands-Duitse Conferentie in Potsdam, met als thema 'Begin en einde van het menselijk leven', heb ik weer eens ervaren hoe verwarrend ethische vraagstukken kunnen zijn. Ik was er net voor mezelf uit, dat ik achter het Nederlandse euthanasiebeleid stond. Na afloop van de verschillende discussies echter, zowel in de conferentiezaal als daarbuiten, kon ik niet ontkennen, dat ook de verschillende tegenargumenten invloed op mij hebben. Niets zo veranderlijk als een mens en het was geruststellend om te merken, dat niets menselijks mij vreemd is.
door Diana van den Broek
Ik had bij aanvang van de conferentie verwacht, dat morele tegenargumenten door Duitse sprekers gegeven zouden worden. Hoewel deze groep inderdaad met terughoudendheid over Sterbehilfe sprak, werd mijn standpunt opmerkelijk genoeg door de Nederlandse afgevaardigde van de Christenunie beïnvloed. Na de speech van deze man was ik er diep van overtuigd, dat euthanasie een barbaars fenomeen is, dat indruist tegen elke vorm van beschaving. Onze wetenschappers hebben toch ondertussen voldoende kennis in huis, om het leven van een terminaal zieke patiënt op zijn minst draaglijk te maken? En is dat niet ook de plicht van iedere medicus? We zijn toch al zover dat we naar de maan kunnen, waarom zouden we ons er op dit terrein zo gemakkelijk vanaf maken?
Ik kon me niet voorstellen, dat ik er eerder zo tolerant was ten aanzien van dit thema. Ik heb al vaker vastgesteld, dat mijn zieltje zich gemakkelijk laat winnen door conservatieve en moralistische opvattingen. Gelukkig ben ik mij ervan bewust, dat ik vaak later weer bijdraai in de pragmatisch-liberale richting. Ik was benieuwd hoe lang het zou duren, voordat ik weer op andere gedachten zou komen.
Het viel me tijdens de lunchgesprekken op, dat de opvattingen van mijn Duitse collega's inzake Sterbehilfe over het algemeen heel liberaal zijn, in tegenstelling tot het beeld dat de Duitse politiek laat zien. Ik stond perplex en had steeds mijn moralistische praatje klaar, want ik had het betoog van mijn bekeerder goed in me opgenomen. Dit leidde echter tot niets. Zonder schroom noemt mijn Duitse gesprekspartner ons euthanasiebeleid zelfs een goed voorbeeld voor de rest van de wereld. Wat schetst mijn verbazing, dit komt ook overeen met de cijfers: uit opiniepeilingen in Duitsland ten tijde van de onderhandelingen over de Nederlandse Euthanasiewet blijkt, dat maar liefst 70 procent van de Duitse bevolking positief staat tegenover Sterbehilfe (wanneer men in de peiling het begrip 'euthanasie' had gebruikt, had de uitkomst er wel eens heel anders uit kunnen zien, maar dat terzijde). De Duitse politiek wil echter niet beginnen aan onderhandelingen over actieve Sterbehilfe, "want sinds wanneer bepaalt de algemene opinie de wetgeving in een democratie?" Dit argument kwam mij, uit de vertrouwd en eerlijk uitziende mond van Andrea Fischer (Bündnis 90/Die Grünen) heel plausibel voor. Een kentering in mijn kortstondige conservatieve houding hing echter in de lucht...
Tijdens één van de koffiepauzes kwam ik in gesprek met een Duitse vrouw, die eveneens niets dan respect had voor onze euthanasiewetgeving. Zij vertelde mij het schrijnende verhaal van haar zieke oma, die op 94-jarige leeftijd had besloten dat het mooi was geweest. Voor een spuitje hoefde zij bij de dokter niet aan te kloppen, hoewel ook dit soort praktijken in Duitsland schijnt voor te komen, zij het dan in de illegaliteit. Er zat voor deze dame niets anders op, dan te stoppen met eten. Dat deze vrouw er goed over nagedacht had en dat zij dit bij haar volle verstand zelf wilde, daar valt niet aan te twijfelen, maar of dit nu onder een 'menswaardig einde' valt? Wat zouden mevrouw Fischer en de Christenunie daarvan vinden? Ik hoef natuurlijk niet toe te lichten, wat voor ethische tweestrijd dit in mij veroorzaakte... U kent die tekenfilmpjes, waarbij de hoofdfiguur voortdurend wordt geplaagd door een engeltje en een duiveltje op zijn schouders? In dit geval was alleen niet duidelijk, welke van de twee de horens, dan wel het aureool droeg.
Net op het punt dat het me allemaal te veel werd, belandde ik bij het ontbijt naast een arts, die mijn morele probleem omtrent de ethiek enigszins verlichtte. Mijn tafelgenoot bracht het begrip 'relativiteit' aan de orde: Hoeveel mensen sterven er eigenlijk jaarlijks door actieve levensbeëindiging op verzoek? Een zoektocht naar cijfers hieromtrent is geen gemakkelijke onderneming, maar het schijnt zo te zijn, dat van alle sterfgevallen per jaar, 2,5 procent op verzoek is, en dat dan de levensverwachting vaak nog maar met een week wordt verkort. Nu wil ik er ook weer niet te licht over denken, maar het stelde mij gerust te weten, dat euthanasiepraktijken nog altijd een grote zeldzaamheid zijn. Hoe lang mijn gemoedsrust aanhoudt, kan ik niet precies zeggen. Hoogstwaarschijnlijk tot de eerstvolgende gelegenheid, die mij ertoe dwingt, mijn mening in dit soort kwesties eens grondig te herzien.
Diana van den Broek is studente Duits aan de Universiteit Leiden en stagiaire aan het Duitsland Instituut Amsterdam.
Reacties
Geen reacties aanwezig