Tadeusz: volbloed schilder van het leven
Museum MORE laat Nederland kennismaken met Norbert Tadeusz
Achtergrond - 31 mei 2022
- Auteur:
Ingrid Bosman
De Duitse schilder Norbert Tadeusz (1940-2011) is in Nederland niet erg bekend. Misschien komt daar nu verandering in, met de tentoonstelling ‘Het leven als spektakel’ in museum MORE in Gorssel. Krachtige beelden, vaak op groot formaat en in kleuren die je opvreten. Kwestie van ambacht en techniek, zoals Tadeusz zelf graag benadrukte om zich te onderscheiden van ‘de kunstenaar.’ “Ik ben van de verf, niet van de kleur.”
Kijk hem daar dobberen, Miles Davis. In zo’n verlokkelijk zwembad dat je bij plaatjes van reisbestemmingen vanzelf naar de ‘boek nu’-knop doet tasten. Het zinsbegoochelende blauw reflecteert zelfs in zijn witte badmuts – het enige dat het lichaam van de beroemde jazztrompettist bedekt. Davis was een sportman, een zwemmer ook, zoals Tadeusz een liefhebber was van de vrije jazz. Ontmoet hebben ze elkaar nooit, volgens de weduwe van de schilder. Niet dat het ertoe doet. En al helemaal niet wanneer je voor het schilderij staat, in Gorssel.
Niet voor niets is dit werk het beeldmerk geworden van de tentoonstelling. Voor zomers spektakel moeten we de komende maanden in Gorssel zijn, lijkt de suggestie. Al past de blik van Davis daar dan weer niet erg bij. Een beetje verschrikt kijkt hij je aan, vanachter zijn zwembrilletje. Tikkie hulpeloos, misschien ook wel. Alsof je hem betrapt terwijl hij als geoefend zwemmer net even moeite moet doen om boven te blijven.
Valpartijen
Het leven als spektakel ja, maar vanzelf gaat het allesbehalve op Tadeusz’ schilderijen. Kijk hoe de mensen zich in de meest vreemde bochten wringen. Hoe ze zich in hun ongemakkelijke poses niet kunnen verschuilen voor onze blikken van bovenaf. Hoe paarden elkaar en hun berijders meenemen in valpartijen die het ergste doen vrezen. En hoe dat beeld op een schilderij wordt gespiegeld in een vrouw en een man, die elk moment lijken te kunnen verdwijnen in het peilloos diepe rood van de achtergrond.
Onheilspellend rood, ook. Wat dat betreft zijn de zorgen die de jonge Tadeusz had over zijn omgang met die kleur, onterecht gebleken. Hij rept erover in een vermakelijk artikel in het weekblad Der Spiegel uit 1967. “Vaak strekken de vrouwen op de schilderijen zich uit op een vermiljoenrode sofa”, beschrijft de kunstredacteur van dienst, naar aanleiding van een jaaroverzicht in een galerie in Düsseldorf. Precies zo’n exemplaar als hij in het atelier van de aanstormende kunstenaar heeft zien staan. Tadeusz wil zich minder vaak van rode kleureffecten bedienen, bekent hij aan de journalist, om niet in decoratieve trucjes te vervallen. Heel ingewikkeld hoeft dat volgens de schilder niet te zijn. “Ja, nu staat nog die rode sofa in mijn atelier, maar ik wil ook een keer een bruine aanschaffen.”
Vijftien naakten
Zevenentwintig jaar oud is hij op dat moment, Norbert Tadeusz uit Dortmund, zoon van een bontwerker met Poolse wortels. Koud afgestudeerd heeft hij al zoveel naam gemaakt dat hij regelmatig deelneemt aan tentoonstellingen en zijn werk is aangekocht door enkele musea en privé-verzamelaars. De vijftien vrouwelijke naakten die de Düsseldorfer galerie in 1967 exposeert zijn geprijsd voor bedragen van 900 tot 4300 Duitse Marken, meldt Der Spiegel.
Terwijl Tadeusz volgens datzelfde artikel na zijn voortijdige afscheid van het gymnasium voor een opleiding tot decorateur koos, in de overtuiging dat er met kunst geen geld is te verdienen. In 1961 belandt hij dan toch op de kunstacademie in Düsseldorf, waar de grote Joseph Beuys een van zijn leermeesters is. Met zijn uitgesproken voorkeur voor de figuratieve schilderkunst is Tadeusz bijna een anachronisme in het kunstklimaat van die tijd, dat – met onder anderen Beuys als roerganger - wordt bepaald door conceptuele en maatschappelijk geëngageerde kunst.
Terwijl anderen, zoals hij zelf sarcastisch opmerkt in een van zijn laatste interviews, bezig zijn ‘getallen onder elkaar te zetten en die dan te arceren’, wil Tadeusz maar een ding: zich met figuratieve schilderkunst het pure handwerk eigen maken en zijn techniek vervolmaken. Eerst in olieverf, later in acryl. En zelf altijd strak in het pak. “Ik ben van de verf, niet van de kleur”, zegt hij in het video-interview. Een variant op zijn beroemd geworden lijfspreuk: “Ik ben schilder, geen kunstenaar”.
De klas op de kunstacademie in Düsseldorf noemt hij de Zoo, een dierentuin waar iedereen in past. Hijzelf ook, als de Idiot die medestudenten van hem maken. ‘Schilder je nog steeds, of denk je al na’, wordt hem naar eigen zeggen toegevoegd door mannen als Gerhard Richter, Manfred Kuttner en Sigmar Polke. Waarom hij toch volhardde, wil de interviewer van EiskellerbergTV weten. Tadeusz: “Omdat ik al het andere niet wilde.” Pas als hij in 1972 naar Berlijn trekt, voelt hij zich schilder onder schilders. Later wordt hij zelf docent aan verschillende Duitse kunstacademies, waaronder die in Berlijn en Münster.
Insel Hombroich
In 1993 krijgt Norbert Tadeusz op Insel Hombroich bij Neuss een eigen paviljoen waarvoor hij een reusachtig drieluik maakt. Karl-Heinrich Müller, grondlegger van het beeldenpark/museum, overhandigt hem de sleutel van de ruimte met de mededeling ‘Nu ben je Insulaner.’ Tadeusz, de eilandbewoner. Een kunstenaar die overal bij is, maar altijd in een zekere geïsoleerde positie, zoals de interviewer van Eiskellerberg TV het verwoordt. “Zo heb ik dat nooit gevoeld”, reageert Tadeusz prompt.
Zo voelt het evenmin in de tentoonstelling in museum MORE in Gorssel. Hoe overweldigend soms ook de beelden, hoe oogverblindend de kleuren, hoe complex de compositie: het schept allesbehalve afstand. “Het begint bij mijn schilderijen vaak met doodgewone onderwerpen. Maar daar komen soms behoorlijk spectaculaire schilderijen uit voort”, aldus een citaat, uitvergroot op een van de muren. Het leven als spektakel begint bij het leven. Tadeusz verhoudt zich tot dat leven en de dood in vaak groteske beelden van figuren in een ruimte, maar ook in (zelf)portretten, landschappen en stillevens. Een schilder met branie en spierballen - maar zie hoe hij zichzelf op een van de zelfportretten voorbij laat sjokken als een vermoeide jogger.
Grote gebaar
Artistiek directeur Maite van Dijk durft rustig te spreken van een ‘ouderwetse macho-tentoonstelling’, al is het met een knipoog, zoals ze benadrukt. “Het zit in het werk, in de formaten, in het grote gebaar. We moeten de mens en de kunstenaar wel gescheiden blijven zien. Hij is gewoon hartstikke goed.” Bij de samenstelling van de tentoonstelling kreeg ze veel steun en medewerking van Tadeusz’ weduwe Petra Lemmerz, zelf ook kunstenaar.
Bovendien werkte ze nauw samen met het Kunstpalast in Düsseldorf. Het was Kunstpalast-directeur Felix Kramer die haar op Tadeusz attendeerde, zoals Van Dijk nu zelf ook mensen voor diens werk hoopt te winnen. “In Duitsland heeft hij een grote reputatie, in Nederland is hij bepaald niet bekend. Ook niet onder kunsthistorici. Als ik de naam onder collega’s liet vallen was de reactie heel vaak: nooit van gehoord.”
De tentoonstelling in museum MORE in Gorssel duurt tot en met 2 oktober.
Lees meer over 'Cultuur':
‘Duitse restitutie nazi-roofkunst moet beter’
Duitsland krijgt al jaren kritiek op zijn restitutiebeleid voor nazi-roofkunst. De regering komt nu met hervormingen.
Nieuwe generatie Nederlandse auteurs klaar voor Duitsland
Nederland & Vlaanderen zijn deze maand gastland op de Leipziger Buchmesse. Een uitgelezen kans voor auteurs zich te presenteren in Duitsland.
Deutsches Kino: Duitsland in 5 films
Oost-Duitsland speelt dit najaar in de filmreeks Deutsches Kino een belangrijke rol. Ook de moeite waard: een film over de Turkse muziekindustrie in Duitsland.
Expositie Potsdam: Nederland zoals nooit vertoond
De tentoonstelling 'Wolken und Licht' in Museum Barberini toont meer dan de bekende beelden van grote Hollandse meesters.
Reacties
Geen reacties aanwezig