'Leg geen emoties op als het over de oorlog gaat'
Weekblad 'Die Zeit' onderzoekt omgang scholieren met Holocaust
Achtergrond - 18 november 2010
Voor Duitse middelbare scholieren is de Tweede Wereldoorlog inmiddels alleen nog maar geschiedenis. Ze hebben geen persoonlijke betrokkenheid meer met het onderwerp. Dat verandert de omgang met dit verleden, blijkt uit een onderzoek van weekblad Die Zeit. Jongeren willen vooral geen emoties opgelegd krijgen.
Het Holocaustmonument in Berlijn herinnert sinds 2005 aan de miljoenen joodse slachtoffers van de Holocaust.
Een Duitse geschiedenisleraar wil met zijn klas het concentratiekamp Dachau alleen in de winter bezoeken. Anders kan hij het “juiste gevoel” niet overbrengen, zegt hij. En dan nog spelen de scholieren met hun mobieltjes. De volgende keer wil hij met zijn klas naar Auschwitz. Het klinkt heel erg, zegt hij, maar het levert meer op als je daar drie dagen intensief bent.
Zo lijkt de geschiedenisles een soort straf te worden, schrijft weekblad Die Zeit. Het bovenstaande verhaal komt uit een onderzoek dat de krant eerder deze maand publiceerde. Onderzoeksbureau TNS Infratest vroeg in opdracht van Die Zeit aan de ‘vierde generatie’, scholieren van 14 tot en met 19 jaar, hoe zij naar het nationaal-socialisme en de Holocaust kijken. Wat gaat de Tweede Wereldoorlog hen eigenlijk nog aan? Veel, blijkt uit het onderzoek. Maar scholieren zijn ontevreden over de manier waarop ze les krijgen.
Krampachtig
Bijna 70 procent van de scholieren van 14 tot en met 19 jaar zegt zeer geïnteresseerd te zijn “in de tijd van het nationaal-socialisme” en 80 procent vindt herinneren en herdenken zinvol. Ook in de vierde generatie schamen Duitsers zich nog steeds voor de nazimisdaden: 59 procent. Dat is 10 procent meer dan in de generatie voor hen (20-44 jarigen). Er zijn in het onderzoek nauwelijks verschillen tussen Oost- en West-Duitse jongeren naar voren gekomen.
Van de scholieren vindt 69 procent dat Duitsland een land is als andere landen. De nazitijd is wat hen betreft iets van vorige generaties. 34 procent vindt dat er op school te veel over het nationaal-socialisme wordt gesproken.
Het onderzoek toont volgens Die Zeit aan dat scholen er moeite mee hebben de Holocaust en het nationaal-socialisme te behandelen. De lessen en de manier waarop er over wordt gesproken, krijgen vaak iets krampachtigs. 43 procent van de scholieren zegt dat de school verwacht dat ze zich emotioneel aangedaan tonen en 41 procent zegt dat je je eigen mening over die tijd niet eerlijk kan zeggen.
Sociaal gewenste taal
De wens om de nazitijd gemeenschappelijk te veroordelen leidt er volgens Die Zeit toe, dat een open gesprek daarover mislukt, omdat “het gewenste resultaat van de les onuitgesproken tot voorwaarde wordt verheven”. De krant laat de Duitse didacticus Meik Zülsdorf-Kersting aan het woord. Volgens hem bereikt het geschiedenisonderwijs over de Holocaust in Duitsland vooral één ding: scholieren leren “een sociaal gewenste manier van spreken over de periode van het nationaal-socialisme”.
“Met getroffenheid bereik je niemand”, zegt Volkhard Knigge in Die Zeit. Hij leidt het documentatiecentrum bij voormalig concentratiekamp Buchenwald. Hij ziet scholieren die zijn centrum bezoeken opgelucht ademhalen als blijkt dat niet slechts van hen wordt verwacht dat ze zich aangedaan tonen. Hij zet ze aan het werk met historisch materiaal, laat ze onderzoek doen in de archieven. Daarbij mogen ze vragen wat ze willen zonder dat er verontwaardigd op wordt gereageerd.
Medelijden met de daders
Knigge vertelt dat scholieren soms medelijden met de daders hebben, zelfs bij het zien van foto’s van massa-executies. Daarop staan SS’ers of Duitse soldaten die grote groepen slachtoffers, geknield voor een massagraf, doodschieten. De eerste reactie luidt in sommige gevallen dat het toch verschrikkelijk is wat die soldaten moesten doen. Die scholieren gaan er vanuit dat de soldaten zelf zouden worden doodgeschoten als ze weigerden. Je kunt daar boos of afkeurend op reageren, zegt didacticus Zülsdorf-Kersting, maar eigenlijk laten de scholieren zien dat ze niet kunnen begrijpen hoe normale mensen zoiets verschrikkelijks kunnen doen.
Tegelijkertijd maakt het ook duidelijk dat zulke foto’s behalve een schok ook de impuls teweeg brengen schuld te willen afweren, zegt Zülsdorf-Kersting. In veel gevallen reageren dan juist allochtone jongeren. “Als jullie zeggen dat die soldaten dat moesten doen, dan maken jullie jezelf ook schuldig”, zeggen zij tegen hun Duitse medescholieren. Dit soort reacties komt volgens Die Zeit in vrijwel alle onderzoeken naar dit onderwerp voor. Kennelijk zijn jongeren die zelf tot een maatschappelijke minderheid behoren, hier gevoeliger voor. En kennelijk voelen Duitse jongeren zich nog steeds getroffen door de schuldvraag, aldus de krant.
Kritisch over eigen familie
Uit het onderzoek van Die Zeit blijkt dat de huidige generatie scholieren opener en eerlijker over het naziverleden van de eigen voorouders is dan voorgaande generaties. Ze zijn bereid kritisch naar de eigen familie te kijken. 56 procent zegt dat hun eigen voorouders niets verkeerd hebben gedaan in de oorlog. In de voorgaande generatie (20-44 jaar), de generatie van de kleinkinderen, zegt 68 procent dat de eigen voorouders niet ‘fout’ waren - 12 procent meer dus. Voor de generatie dáárvoor (45+) is dat zelfs 78 procent.
Voor een achterkleinkind is het makkelijker naar de rol van de voorouders in de oorlog te kijken dan voor een kleinkind: er is minder of geen emotionele band meer met degenen die de oorlog bewust hebben meegemaakt. Jongeren kunnen zich nu met slachtoffers identificeren zonder het gevoel te hebben dat ze zich tegen de eigen familie keren.
Wat betekent dit voor het onderwijs over de nazitijd? Die Zeit haalt de Israëlische historicus Saul Friedländer aan. Die pleitte in zijn boek ‘Das dritte Reich und die Juden’ (2006) voor een “geïntegreerde geschiedenis van het nationaal-socialisme”, die feiten en waarnemingen, dader- en slachtofferverhalen met elkaar verbindt. In ieder geval moet worden voorkomen dat de Holocaust in een “verkeerde, pseudosacrale dimensie” wordt getrokken, schrijft Die Zeit. Daar leren scholieren niets van.
Op vrijdag 19 en zaterdag 20 november organiseert het Duitsland Instituut in Amsterdam de conferentie 'Aangeleerd Geheugen', over de omgang met de Holocaust in het onderwijs vandaag in Nederland en Duitsland. Klik hier voor het programma.
Afb. Holocaustmonument in Berlijn: Duitslandweb
Lees meer over 'Nationaal-socialisme':
Museum Die Villa_: 'Hoe meer debat, hoe beter'
In Osnabrück is het museum over de omstreden nazi-jurist Calmeyer geopend. Journalist Ingrid Bosman bracht er een bezoek.
Nazi-bouwwerk Prora in toeristisch jasje gestoken
Na decennia van leegstand en verpaupering is het megalomane nazi-bouwwerk op het Duitse eiland Rügen omgebouwd tot een luxe vakantieoord.
'Duitsland heeft thema dwangarbeid lang verwaarloosd'
Miljoenen mensen werkten tijdens de oorlog onvrijwillig voor nazi-Duitsland. De verwerking daarvan duurt nog altijd voort.
De vermoorde componist
Merlijn Schoonenboom stuit in Rostock bij toeval op de muziek van Dick Kattenburg, een Nederlandse componist die in Auschwitz is vermoord.
Reacties
Geen reacties aanwezig