Het Holocaustmonument
Een beladen monument voor een beladen geschiedenis
Achtergrond - 26 februari 2008
- Auteur:
Katja Geelhoed
Hoe bouw je een monument voor de zwartste bladzijde uit je geschiedenis? Met deze vraag is in Duitsland jaren lang geworsteld. Het resultaat is een immens veld van betonnen zuilen in het centrum van de hoofdstad.
Het eindeloze doolhof moet de bezoeker het gevoel geven de oriëntatie te verliezen.
Aan de rand van het Holocaustmahnmal spreekt een leraar, de reisgids van Berlijn onder de arm geklemd, een groep aandachtig luisterende scholieren toe. Even verderop wacht het stadsverkeer rijendik voor het stoplicht en lopen Berlijners telefonerend met een beker koffie in de hand richting Potsdamer Platz. Het monument is direct omgeven door de stad. Dit was precies de bedoeling van Peter Eisenman, de ontwerper van het immense zuilenveld, dat zich uitstrekt over negentienduizend vierkante meter aan de rand van Tiergarten. Het monument voor de vermoorde joden van Europa moest een deel worden van het dagelijkse leven.
Eisenman wilde met zijn ontwerp een fysieke ervaring bij de bezoekers teweegbrengen. Het eindeloze doolhof moet de bezoeker het gevoel geven de oriëntatie te verliezen. De 2711 zuilen (geen symbolisch getal, maar het aantal zuilen dat paste op het beschikbare terrein) verschillen in hoogte van straatniveau tot 4,50 m. Ze zijn allemaal licht gekanteld. Ook de grond helt soms naar de ene, soms naar de andere kant. De gangen zijn te smal om naast elkaar te lopen. Iedereen moet het monument alleen ervaren.
Als je het zuilenveld inloopt, kijk je eerst nog over de blokken heen naar de felgekleurde façades van de Behrenstraße en de boomtoppen van Tiergarten. Al snel worden de blokken hoger en ben je omringd door beton. De stad raakt op de achtergrond. Als je ver genoeg doorloopt, stuit je op een trap die uitkomt bij een nooduitgang. Niet van het zuilenveld, maar van het ondergrondse informatiecentrum, blijkt later. Meer nog dan de ruimtelijke indeling van het monument versterkt die deur het ongemakkelijke gevoel dat Eisenman voor ogen had.
Duits monument voor joodse slachtoffers
Nog voordat het er stond was het monument eigenlijk al een deel van het dagelijkse leven geworden. De totstandkoming ervan ging gepaard met een lange reeks felle debatten, gevolgd door en gevoerd in de media. Geen Duitser kan de controverse rond het monument ontgaan zijn. Bijna zeventien jaar lag er tussen de oproep van de journaliste Lea Rosh in 1988 om een monument op te richten en de opening ervan in 2005. Een monument voor de vermoorde joden van Europa in het land van de daders, het bleek een zware opgave.
Want was dat eigenlijk wel mogelijk, de Holocaust uit te beelden in een monument? En als dat al mogelijk was, was het dan wel wenselijk? Er waren toch al authentieke herdenkingsplekken, zoals de concentratiekampen Ravensbrück en Sachsenhausen? Kon Duitsland eigenlijk wel een monument voor de joden bouwen. Stelde het zich hiermee niet teveel aan de kant van de slachtoffers? Moest Duitsland niet juist herinneren aan de daders?
Erg gevoelig lag, dat het monument uitsluitend voor joden was bedoeld. De initiatiefnemers werd verweten de ene groep slachtoffers boven de andere te willen stellen. Zij verdedigden zich met succes, door te wijzen op de uniciteit van de moord op de joden. Andere slachtoffergroepen, zoals de Sinti en de Roma en homoseksuelen kregen eigen herdenkingsplekken toegewezen.
Dankzij een controverse rond een ander oorlogsmonument, de Neue Wache, kreeg het initiatief van Rosh in 1993 steun van toenmalig bondskanselier Kohl. De Neue Wache werd benoemd tot officiële gedenkplaats voor de slachtoffers van oorlog en tirannie. Dit leidde tot hevige protesten, slachtoffers zouden hier gelijk gesteld worden aan daders. Ignatz Bubis, de voorzitter van de Zentralrat der Juden in Deutschland, weigerde bij de opening aanwezig te zijn, als er niet een apart monument voor joden zou komen. Het ontbreken van de vertegenwoordiging van de grootste slachtoffergroep bij de openingsceremonie, zou de legitimering van de herdenkingsplaats geen goed doen. Kohl beloofde dat er een monument zou komen voor de vermoorde joden en maakte de oprichting ervan daarmee tot een staatskwestie.
Bankjes en bomen
Hoe moest dit monument eruit gaan zien? Twee ontwerpwedstrijden leverden meer dan vijfhonderd zeer uiteenlopende en soms curieuze ontwerpen op. Van een reuzenrad met goederenwagons als gondels tot een lege vlakte met een bescheiden inscriptie dat het de kinderen en de kleinkinderen van de daders niet was gelukt een monument voor de slachtoffers op te richten.
Twee maal werd een ontwerpwedstrijd voor het monument uitgeschreven, want het ontwerp dat als favoriet uit de eerste wedstrijd naar voren kwam, haalde het niet. Deze enorme grafplaat (van 100 bij 100 m) met alle namen van de geïdentificeerde joodse slachtoffers erop werd door velen sterk bekritiseerd. Smakelozer kon het niet, vond bijvoorbeeld Bubis. Er waren zelfs nabestaanden die dreigden naar de rechter te stappen als de grafsteen er zou komen. Dat was Kohl teveel protest. Hij sprak zijn veto uit over het monument en een tweede ontwerpwedstrijd volgde.
Het zuilenveld van de architect Eisenman en de beeldhouwer Richard Serra kwam hieruit als winnaar naar voren. Kohl was enthousiast, maar vond het ontwerp wel erg kolossaal. Hij wilde bankjes en bomen bij het monument. Serra trok zich terug en Eisenman paste het ontwerp aan. Het monument kreeg bomen en bankjes en het aantal zuilen werd drastisch teruggebracht. Nog steeds vonden critici het te groot en te abstract, maar de Bondsdag besloot in 1999 dat dit monument er zou komen. Vier kilo bedroeg de documentatie van het debat rond het monument toen, een tussenstand, zo bleek al snel.
Controverses tijdens de bouw
De eerste zuilen waren amper geplaatst, toen in 2003 een nieuwe discussie losbarstte. De antigraffitilaag op de blokken was afkomstig van het bedrijf Degussa. Een dochterbedrijf van dit chemieconcern bleek in de Tweede Wereldoorlog het vernietigingsgas Zyklon-B te hebben geleverd. Degussa was hier altijd uitermate open over geweest, maar dit ging de moeder van het monument Rosh te ver. "Kan steen gedenazificeerd worden?" vroeg Der Spiegel zich enigszins vermoeid af, toen bekeken werd hoe de al bewerkte stenen van hun antigraffitilaag konden worden ontdaan. Uiteindelijk werd besloten de bouw van het monument met de producten van Degussa voort te zetten. Uit pragmatische overwegingen, in de fundamenten bleek ook materiaal van Degussa te zitten, maar ook omdat Degussa verantwoordelijk met zijn verleden was omgegaan.
De rel kreeg nog een staartje toen Eisenman, zelf joods, zich een ironische opmerking over de affaire permitteerde. Zijn tandarts in New York, vertelde hij, had hem gevraagd of hij zijn vullingen moest verwijderen, ze zouden wel eens van Degussa afkomstig kunnen zijn. Eisenman moest schriftelijk zijn excuses aanbieden aan de leiders van de joodse gemeente in Berlijn om de rel te sussen. Het voorval is tekenend voor de gevoeligheid waarmee het monument, waarschijnlijk het moeilijkste in de Duitse geschiedenis, vanaf het begin omgeven was.
Het zuilenveld overleefde alle controverses en werd op 10 mei 2005 officieel geopend. “Met dit monument wilden we de vermoorden hun namen teruggeven”, sprak Rosh bij de opening. Dit gebeurt in het ondergrondse Ort der Information. Hier krijgen de slachtoffers een gezicht en wordt tegelijk de omvang en aard van de Holocaust in kaart gebracht. Een bezoek aan deze ‘plaats van informatie’ is aan te raden. Met de woorden nog in je hoofd, die de 12-jarige Judith Wischnjatskaja in 1942 aan haar vader schreef: “We willen zo graag leven, maar dat staan ze ons niet toe”, loop je met een andere blik tussen de steeds lager wordende zuilen door de stad weer in.
Katja Geelhoed is historica en werkt bij de VPRO.
Afbeeldingen:
Tenzij anders vermeld: Duitslandweb
Overzicht monument: Schreibkraft, wikipedia.nl
Lees meer:
Een andere 9 november
9 november stond dit jaar in het teken van het geweld tegen Joden in 1938. De val van de Muur verdween naar de achtergrond, merkte columnist Merlijn Schoonenboom.
Een zeer Duits syndroom
Columnist Merlijn Schoonenboom verdiept zich in het fenomeen van een verzonnen joodse identiteit.
De nieuwe Berlijnse tweedeling
De verkiezingsuitslag in Berlijn legde een nieuwe deling bloot in de hoofdstad, ziet columnist Merlijn Schoonenboom.
Architect wil Teufelsberg nieuw leven inblazen
Een architect heeft plannen voor het oude afluisterstation bij Berlijn, dat vooral het terrein is van kunstenaars.
Reacties