Krenz verdedigt in Groningen Berlijnse Muur
Oud-DDR-leider geeft lezing op Rijksuniversiteit Groningen
Achtergrond - 4 november 2014
- Auteur:
Mathijs Eskes
Egon Krenz, leider van de DDR toen de Muur viel, heeft maandag in Groningen zijn versie van de gebeurtenissen rond 9 november 1989 gegeven. Ruim een uur lang voerde hij een “glasharde verdediging van het DDR-beleid”. Pas toen het publiek vragen mocht stellen, kreeg Krenz weerwoord. Al leidde dat nergens toe. “U moet niet verwachten dat ik na een nederlaag ook nog om vergeving vraag.”
“Dat 1989 vreedzaam verliep was geen wonder, zoals velen beweerden”, zegt Egon Krenz. “Vrede was staatsdoctrine van de DDR. Binnen de beperkte speelruimte die er was, heb ik naar eer en geweten gehandeld. Het heeft geen zin om na afloop spijt te betuigen, dat is huichelarij. Het enige wat me spijt, is dat het niet gelukt is om van de DDR een vrij land te maken.”
Het tekent de toon van zijn verhaal. Egon Krenz dicht zichzelf in Groningen, waar hij spreekt op uitnodiging van het Centre for European Security Studies (CESS), een uur lang een heldenrol toe. De val van de Muur is dankzij hem en dankzij zijn toenmalige minister van Veiligheid zonder bloedvergieten verlopen, vertelt hij. De Oost-Duitse grenswachten waren de helden die de vrede bewaard hebben. Krenz had hen tevoren bevolen dat vuurwapens onder geen beding mochten worden ingezet om de aanzwellende demonstraties te onderdrukken, is zijn lezing van het verhaal.
Heldenrol en slachtoffer
Op voorhand was er kritiek op de komst van Krenz naar Groningen. Moet je de voormalige leider van een dictatoriale staat een podium geven om zichzelf te verdedigen? Dat is precies wat gebeurt. Het CESS is er onvoldoende in geslaagd een kritisch kader te scheppen bij de lezing. Dat ontstaat pas als er vragen worden gesteld uit de zaal. Gespreksleider Willem van Eekelen, de voormalige Nederlandse minister van Defensie, weet Krenz ook niet kritisch genoeg aan de tand te voelen. Het is daardoor voor de toehoorder die niet thuis is in de DDR-geschiedenis moeilijk om waarheid en verdichting in het verhaal van Krenz van elkaar te onderscheiden.
De oud-DDR-leider spreekt routineus en weet de aandacht van zijn publiek vast te houden. Maar het ontbreekt hem aan enige distantie of zelfreflectie op de keuzes die hij heeft gemaakt. Daar waar hij zichzelf geen heldenrol kan toedichten, is hij slachtoffer. Krenz’ verhaal is in de woorden van een van de toehoorders, een “glasharde verdediging van het DDR-beleid van destijds”.
Het is bijzonder om Krenz live te zien. Zo vaak komt het niet voor dat je iemand hoort spreken die het verhaal van het ‘andere kamp’ verdedigt. Dat is ook waarom het CESS hem uitgenodigd heeft, zegt Van Eekelen: Krenz’ lezing is “historisch relevant”. Al blijkt, als je er oude krantenartikelen op na slaat, dat hij al sinds de jaren negentig steeds hetzelfde verhaal vertelt met steeds dezelfde details.
Kennedy
Als voor een rechtbank verdedigt Krenz voortdurend zijn eigen handelen. Hij spreekt over de verhoudingen met de Sovjet-Unie en het Westen maar heeft het nauwelijks over het binnenlandse beleid van de DDR. Als hij daarop wordt aangesproken, distantieert hij zich van zijn verantwoordelijkheid. Iemand uit de zaal vraagt welke mogelijkheden er nou eigenlijk waren om in de DDR tegen de Muur te protesteren. Dat ging immers niet. Krenz: “Ik heb nooit beweerd dat de Muur een geweldige oplossing was, maar het was de enige.” Bovendien was de bouw van de Muur in 1961 volgens Krenz geen beslissing van de DDR, maar was het besluit daartoe genomen op een topontmoeting van de leden van het Warschaupact in Moskou.
Ook citeert Krenz ter verdediging van de Muur de Amerikaanse president Kennedy, die de bouw ervan een Sovjet-beslissing noemde die slechts door oorlog gewijzigd kon worden. En dan is een Muur toch een heel stuk beter dan een oorlog, aldus Kennedy destijds.
Iemand anders vraagt of Krenz zijn uitspraak dat de val van de Muur “zonder bloedvergieten” verliep wil toelichten. Er zijn toch behoorlijk wat slachtoffers aan de Muur gevallen. Krenz: “Ieder slachtoffer was er één te veel. Ik heb daarvoor ook in de gevangenis gezeten, maar ik had niet geweten hoe het anders had gemoeten dan met een Muur. De wereld was nu eenmaal in twee helften verdeeld.”
Gevangenis
Zijn gevangenisstraf, 4,5 jaar wegens moord op mensen die probeerden het land te ontvluchten, vindt Krenz onrechtvaardig. Aan de grenzen van de EU en de VS sterven toch ook voortdurend mensen? luidt zijn redenering. Waarom wordt daar niemand voor veroordeeld? “Het recht is blijkbaar niet gelijk voor iedereen.” Van Eekelen merkt op dat het hier toch om heel verschillende zaken gaat. Bij de DDR wilden de mensen er uit, terwijl bij de VS en de EU de mensen naar binnen willen. Krenz gaat hier verder niet op in.
Even later meldt hij overigens naar aanleiding van een vraag uit de zaal dat hij in de gevangenis van de Bondsrepubliek dwangarbeid heeft moeten verrichten. Hij doet dat regelmatig gedurende de avond: het Westen of Moskou in een negatief daglicht stellen.
Aan het eind van de vragenronde werpt een studente hem voor de voeten dat het respectloos is dat Krenz zijn veroordeling onterecht acht. Er zijn toch mensen omgekomen! Krenz reageert geïrriteerd. Ik heb hierover in de gevangenis aantekeningen opgesteld, zegt hij. “Het gaat hier te ver om daar op in te gaan.” De studente antwoordt: “Ik vind het toch ongehoord." Daarmee eindigt de lezing.
Oppositie
Na de lezing is de conclusie dat Krenz ook na 25 jaar klaarblijkelijk nog weinig afstand tot de gebeurtenissen van toen en zijn eigen handelen heeft gekregen. Hij gaat nauwelijks in op wat hij er zelf bij dacht of voelde. Wat waren zijn afwegingen? Op buitenlands terrein had Krenz wellicht weinig speelruimte, maar dat gold niet voor het binnenlandse beleid.
Waarom heeft u de rol van de democratische revolutie volledig weggelaten uit uw verhaal, is eerder op de avond een van de vragen uit het publiek. Krenz antwoordt dat zijn lezing maar een uur mocht duren: de democratische oppositie was divers. Hij verwijst daarvoor weer naar zijn boek. “Dat u teleurgesteld bent, accepteer ik”, zegt hij dan. “Dat hangt ook samen met uw politieke wereldbeschouwing. Maar u kunt niet van mij verwachten dat ik na een nederlaag ook nog om vergeving vraag.”
Mathijs Eskes studeert Geschiedenis in Groningen en deed in het voorjaar van 2014 een onderzoeksstage bij het Duitsland Instituut Amsterdam.
Lees meer:
Berlijn en Hamburg vind je ook in Suriname
Veel Duitsers wisten vanaf de 17e eeuw hun stempel te drukken op de Nederlandse kolonie Suriname. 'Ze waren graag geziene gasten.'
Een mondiale blik op de Duitse geschiedenis
Wat levert het op als je de Duitse geschiedenis vanuit een mondiaal perspectief bestudeert? Daarover spraken historici in Amsterdam.
Duitse keizer Wilhelm II was 'kolonialer' dan gedacht
Onderzoek naar persoonlijke spullen geeft een inkijkje in het koloniale wereldbeeld van de laatste Duitse keizer.
Graphic novels: herdenken in stripvorm
Aansprekende stripromans kunnen worden ingezet om een nieuwe generatie te vertellen over de oorlog. Interview met NIOD-onderzoeker Kees Ribbens.
Reacties