Duitse Pop-Art of toch niet?
Tentoonstelling 'Leben mit Pop' in de Kunsthalle in Düsseldorf
Achtergrond - 7 augustus 2013
In mei 1963 willen vier studenten van de kunstacademie in Düsseldorf aandacht voor hun werk. Ze komen op het lumineuze idee te adverteren met ‘de eerste tentoonstelling van Duitse Pop-art', een kunststroming die ze eigenlijk alleen maar kennen uit een Amerikaans tijdschrift. Vijftig jaar later stelt museum Kunsthalle Düsseldorf hun werk uit die tijd opnieuw tentoon.
Zoals veel jonge kunstenaars kunnen Gerhard Richter, Sigmar Polke, Konrad Lueg en Manfred Kuttner geen galerie vinden voor hun werk. Dus besluiten ze zelf te exposeren in een verlaten slagerij. Ze hangen er schilderijen en collages op waarmee ze media en alledaagse stereotypen uit de tijd van het Wirtschaftswunder omarmen en tegelijkertijd de moderniteit een beetje ironiseren.
Het viertal doopt hun stijl ‘kapitalistisch realisme’, een verwijzing naar het sociale realisme, de enige toegestane kunststijl in Oost-Europa en de Sovjet-Unie, die het leven van arbeiders en Sovjet-leiders verheerlijkte. Een stijl die drie van de vier goed kennen, want behalve Lueg waren ze allemaal in de DDR opgegroeid en nog voor de bouw van de Muur naar het Westen gevlucht.
De kunstenaars maken bijvoorbeeld portretten van een mecenas-ondernemer uit het Ruhrgebied in verschillende stijlen: een uit krantenpixels (Polke), een ingekleurd met moderne gordijnmotiefjes (Lueg) en een als vervaagde foto (Richter).
Internationale faam
Tegenwoordig zijn drie van de vier grote namen in de internationale kunstwereld. Gerhard Richter is met zijn fotorealistische kunst al jarenlang een van de best verkopende artiesten ter wereld, Sigmar Polke is een gevestigde moderne kunstenaar en Konrad Lueg een invloedrijk galeriehouder.
Reden voor de Kunsthalle in Düsseldorf om vijftig jaar na dato hun tijd in Düsseldorf opnieuw te belichten. De tentoonstelling heet ‘Leben mit Pop’, naar het gelijknamige performance-kunstwerk van Richter en Lueg uit oktober 1963, toen de twee mannen zichzelf in een meubelwinkel tentoonstelden. Voor de gelegenheid heeft de Kunsthalle ook het vierde lid weer uit de bezemkast gehaald: Manfred Kuttner. Hij werd minder bekend, want hij koos na enkele jaren, ironisch genoeg, voor een carrière in de reclame.
Als je door de Kunsthalle loopt, lijkt de kunst van het viertal eigenlijk maar een bijeengeraapt zooitje. Er zijn wel Pop-Art-achtige werken te zien – zoals de portretten van de ondernemer en een collage van worsten door Polke - maar veel doet helemaal niet denken aan de Pop-Art-kunst van Andy Warhol of Roy Lichtenstein. Zo hangen er bloedserieuze fotobewerkingen van nazi’s door Richter en abstracte schilderijen met neonkleurige lijnen en stippen van Kuttner.
Kapitalistisch realisme
Het kapitalistisch realisme blijkt erg moeilijk als één stroming te kwalificeren. “Er was geen manifest, geen gedeeld onderwerp en de kunstenaars hadden vanaf het begin al ieder een andere stijl”, schrijft kunsthistoricus Stephan Strsembski hierover in de catalogus van de tentoonstelling. De kunstenaars zelf wisten ook al snel dat ze het verkeerde label hadden gekozen. Na drie jaar namen ze al weer afscheid van de term Pop-art, van het kapitalistische realisme en gingen hun eigen weg.
Als het alleen een jeugdige oprisping was, waarom zou je er dan een tentoonstelling aan wijden? Omdat het om een jeugdige oprisping van later zeer belangrijke Duitse kunstenaars gaat. Om die reden is er ook subtentoonstelling te zien: foto’s, brieven en aantekeningen van de groep en Duitse tijdschriften met daarin advertenties waardoor de kunstenaars zich lieten inspireren. Deze relikwieën laten wel zien dat hun samenkomst historisch interessant was. De jonge kunstenaars leerden van elkaar hoe je aandacht kon genereren en ontwikkelden hun technieken waarmee ze later groot werden.
Reproducties
In die zin is jammer dat er geen echt werk in Düsseldorf te zien is. Er hangen in de Kuntshalle alleen kopieën. Ergerlijk, aldus een kunstcriticus van Die Welt: “Reproducties, zelfs als ze goed gemaakt zijn, laten de verfwijze, techniek en kleur van een schilderij niet goed zien. Aan de hand van de echte werken had je duidelijk kunnen maken hoe belangrijk deze tijd voor de ontwikkeling van de kunstenaars was.” Het museum zelf zegt dat het te duur was om de originelen te krijgen. “Bovendien baseerden de kunstenaars zich ook vaak op reproducties van reclames”, aldus de curator in Die Welt.
Waarom dat argument onbevredigend is, merk je een paar kilometer verderop in museum de Langen Foundation in het dorpje Neuss waar parallel de tentoonstelling ‘Werkschau’ te zien is over het werk van Kuttner – de latere reclameman. Hier hangen wel de originele werken. De kleuren van de stippen en roosters zijn zo fel dat ze je doen je duizelen als je ervoor staat. Dat gebeurt niet bij de aanblik van de kopieën van hetzelfde werk in de Kunsthalle. Hoewel deze Kuttner waarschijnlijk het minst heeft betekent voor de Duitse kunst, is zijn werk hierdoor toch het hoogtepunt.
Lees meer over 'Cultuur':
‘Duitse restitutie nazi-roofkunst moet beter’
Duitsland krijgt al jaren kritiek op zijn restitutiebeleid voor nazi-roofkunst. De regering komt nu met hervormingen.
Nieuwe generatie Nederlandse auteurs klaar voor Duitsland
Nederland & Vlaanderen zijn deze maand gastland op de Leipziger Buchmesse. Een uitgelezen kans voor auteurs zich te presenteren in Duitsland.
Deutsches Kino: Duitsland in 5 films
Oost-Duitsland speelt dit najaar in de filmreeks Deutsches Kino een belangrijke rol. Ook de moeite waard: een film over de Turkse muziekindustrie in Duitsland.
Expositie Potsdam: Nederland zoals nooit vertoond
De tentoonstelling 'Wolken und Licht' in Museum Barberini toont meer dan de bekende beelden van grote Hollandse meesters.
Reacties
Geen reacties aanwezig