Theodor Mommsen
1902
Theodor Mommsen (1817-1903) was de eerste Duitse winnaar van de Nobelprijs voor de Literatuur. Hij kreeg de prijs in 1902 voor zijn driedelige standaardwerk over het Romeinse Rijk ‘Die Römische Geschichte’. Dat was geïnspireerd door de liberale revolutie in Duitsland in 1848.
Mommsen was als liberaal betrokken bij de maartrevolutie van 1848. De liberalen wilden meer democratisering, maar de revolutie mislukte omdat ze het onderling niet eens konden worden over een nieuwe grondwet. In hetzelfde jaar als de revolutie werd Mommsen professor Rechtsgeleerdheid aan de universiteit van Leipzig. Twee jaar later ontsloeg de universiteit hem omdat hij openlijk kritiek leverde op de grondwet van de Saksische koning. Hij vertrok naar Zürich, waar hij werd hij aangesteld als professor Romeins Recht. In 1858 keerde hij terug naar Duitsland, waar hij in 1861 de leerstoel Romeinse Geschiedenis in Berlijn kreeg aangeboden. Later werd hij daar ook rector.
In 1881 werd hij door kanselier Otto von Bismarck aangeklaagd wegens belediging, omdat hij diens sociale beleid had bekritiseerd. Mommsen werd echter vrijgesproken. In datzelfde jaar werd hij voor de Liberale Vereinigung lid van de Rijksdag, het Duitse parlement.
Mommsen vernieuwde met zijn ‘Romische Geschichte’ de geschiedschrijving over het Romeinse Rijk. Met zijn gedetailleerde studie legde hij de basis voor uitgebreid onderzoek naar de Romeinse regering, administratie, economie en de financiën. Het was Mommsens eerste grote werk en werd gepubliceerd tussen 1854 en 1856.
De boeken gaan over de geschiedenis van het Romeinse Rijk van de zesde eeuw voor Christus tot de eerste eeuw na Christus. Het benadert deze periode als een samenhangende historische ontwikkeling die begon en eindigde in absolute monarchie. In het boek is de invloed van de revolutie van 1848 te merkbaar. Zo legt Mommsen de nadruk op het belang van verschillende Romeinse revoluties. Revolutie, in de betekenis van een politiek en sociaal conflict, was volgens Mommsen de rode draad in de Romeinse geschiedenis.
Het Nobelprijscomité noemde Mommsen “de grootste meester in geschiedschrijving” en ‘Romische Geschichte’ “monumentaal”.