Nieuwe Duitse Film is dood: leve het amusement!
Burgerlijkheid en wedergeboorte, BRD 1949-1990
Met de dood van regisseur Rainer Werner Fassbinder op 10 juni 1982 verloor de Nieuwe Duitse Film zijn belangrijkste exponent. De aandacht voor de Nieuwe Duitse Film verslapte. Ook keerde het politieke tij. Het gevolg was dat er vooral amusementsfilms werden geproduceerd.
In oktober 1982 trad de christelijk-liberale coalitie van kanselier Helmut Kohl aan. Het nieuwe kabinet wilde een populaire en winstgevende Duitse cinema. Begin 1983 besloot het ministerie van Binnenlandse Zaken af te zien van subsidie aan de nieuwe film van Herbert Achternbusch. ‘Das Gespenst’ (1983) zou een blasfemische inhoud hebben. Het ministerie nam de zaak als aanleiding om het hele filmsubsidiestelsel te reorganiseren.
Vertegenwoordigers van de Nieuwe Duitse Film betichtten de nieuwe regering ervan de reorganisatie van de filmsubsidie van tevoren te hebben bekokstoofd. De film van Achternbusch zou slechts een smoes zijn geweest voor deze cultuurpolitieke verandering. Regisseur Peter Buchka zei dat de maatregelen een afscheid van de Nieuwe Duitse Film betekenden. “De Nieuwe Duitse Film is dood. Degenen die hem collectief hebben geschapen, moeten nu als zelfstandigen verder werken. Ze zullen het er moeilijk genoeg mee hebben…”
Nu de subsidiekraan was dichtgedraaid, werden er vooral nog amusementsfilms geproduceerd want die brachten het meeste geld op. Bioscopen hadden het zwaarder hadden dan ooit en moesten zich richten op financieel aantrekkelijke films. In 1981 stond het aantal bioscoopbezoekers nog op 141 miljoen. In 1985 daalde dit aantal tot 104 miljoen. De nieuwe vijand was de video. Door de komst van verschillende commerciële zenders waren er bovendien steeds meer films op televisie te zien.
In de jaren tachtig werd meer dan de helft van de Duitse filmproducties ondersteund met geld van één of meerdere publieke televisiezenders. Zij richtten zich steeds meer op populaire producties, want ze moesten concurreren met de commerciëlen en het belang van de kijkcijfers nam toe. Een bekend voorbeeld van zo’n populaire productie was ‘Otto – der Film’ (1985) met de Duitse komiek Otto Waalkes. In de regiestoel zat nota bene Fassbinders voormalige cameraman Xaver Schwarzenberger.