'Duitsland blaft, maar bijt niet'
Iran-experts over Duits-Iraanse betrekkingen
Achtergrond - 2 juli 2009
Bondskanselier Merkel eiste vrijwel direct na de Iraanse verkiezingen een hertelling van de stemmen en schaart zich onomwonden achter de demonstranten. Kan Duitsland daadwerkelijk invloed uitoefenen op het Iraanse regime of zijn het alleen woorden? Konstantin Kosten en Said Rezaiyan, twee kenners van de Duits-Iraanse betrekkingen, buigen zich over het Duitse Iran-beleid.
De Raad van Hoeders, het hoogste juridische orgaan in Iran, verklaarde onlangs dat vrijwel niets is misgegaan bij de presidentsverkiezingen van 12 juni. Toch demonstreren sindsdien duizenden Iraniërs tegen de herverkiezing van zittend president Mahmoed Ahmadinejad. Duitsland toont zich uitermate bezorgd over de situatie in Iran.
Konstantin Kosten is Iran-expert bij de Deutsche Gesellschaft für Auswärtige Politik (DGAP). Deze Berlijnse denktank adviseert de Bondsregering regelmatig over internationale politieke kwesties. De geboren Iraniër Said Rezaiyan promoveert aan het Duitsland Instituut Amsterdam (DIA) op de Duits-Iraanse betrekkingen. Volgens beiden vervult Duitsland als westers land een bijzondere rol in de omgang met Iran.
Het lijkt alsof Duitsland de gebeurtenissen in Iran in scherpere bewoordingen veroordeelt dan andere westerse landen. Klopt dit beeld?
Kosten: “Niet helemaal. Merkel heeft zich alleen eerder en concreter dan bijvoorbeeld de Amerikaanse president Obama uitgelaten over de situatie in Iran. Ze veroordeelt het geweld tegen de demonstranten, maar met politieke eisen is ze net als andere westerse leiders veel voorzichtiger. Als je te harde eisen stelt aan het Iraanse regime, breng je vooral de oppositie in het nauw. Maar mensenrechten zijn voor Merkel sinds haar aantreden al een speerpunt. Veel meer dan haar voorganger Schröder stelde ze dit onderwerp bijvoorbeeld in Rusland aan de orde.”
Rezaiyan: “Het Duitse Iran-beleid lijkt op de omgang van de Bondsrepubliek met de DDR, de zogenoemde Ostpolitik. West-Duitsland had een kritische houding tegenover de DDR, maar hield altijd de deur open voor dialoog. Duitsland hoopt door toenadering veranderingen teweeg te brengen. De Bondsrepubliek heeft zich na de Tweede Wereldoorlog ontwikkeld tot een Zivilmacht, waarin burgerlijke waarden centraal staan. Na de lessen van de nazi-tijd probeert het land deze waarden ook naar buiten toe uit te dragen."
"Duitsland heeft door zijn goede banden met Iran meer speelruimte dan andere westerse landen. Duitsland heeft anders dan Groot-Brittannië of Rusland nooit imperialistische aspiraties in Iran gehad. Nooit zette Duitsland de geheime dienst in om de Iraanse politiek te beïnvloeden, zoals de Britten en de Amerikanen deden. Ook hield Duitsland in tegenstelling tot veel andere westerse landen zijn ambassade in Teheran open toen in 1979 de sjah werd verjaagd. De Bondsrepubliek is vanuit Iran bezien onverdacht en kan daarom bij het regime op een zekere goodwill rekenen. Merkel is zich hiervan bewust en maakt gebruik van dit voordeel. Maar het blijft bij woorden.”
Heeft Merkels houding ook met de Bondsdagverkiezingen in september te maken? Schröder won in 2002 de verkiezingen toen hij zich tegen de Amerikaanse inval in Irak uitsprak.
Kosten: “Nee. In 2002 zochten de Verenigde Staten naar militaire bondgenoten – ook Duitsland werd benaderd. De mogelijke inzet van Duitse soldaten in een onwettige oorlog was natuurlijk een verkiezingsthema. Dat speelt nu niet. De situatie in Iran raakt de Duitse burger emotioneel veel minder.”
Rezaiyan: “Iran is voor de gewone Duitser een ver-van-mijn-bed-show. Bovendien heeft Duitsland zijn handen al vol aan zijn eigen problemen, zoals de gevolgen van de economische crisis.”
Het Duitse bedrijfsleven heeft grote belangen in Iran. Dat strookt toch niet met de scherpe veroordeling van Iran?
Kosten: “Duitsland voert een restrictief economisch beleid in lijn met de VN-sancties als het gaat om Iran en zijn nucleaire ambities. Maar deze aanpak is omstreden en weinig succesvol. Duitsland gedraagt zich nogal tweeslachtig. Aan de ene kant dreigt de Bondsrepubliek met scherpere economische sancties, aan de andere kant wil Berlijn in gesprek blijven met Iran.”
Rezaiyan: “Ik denk dat de Duitse economische belangen in Iran worden overschat. Duitsland is de grootste exporteur ter wereld, maar er gaat minder dan 1 procent van de Duitse uitvoer naar Iran. Moreel gezien voert Duitsland eigenlijk een hypocriet beleid. De Bondsrepubliek exporteert door de VN-sancties nog geen rolletje prikkeldraad naar Iran, maar voert wel wapens uit naar Egypte en Saoedi-Arabië. En dat zijn bepaald geen modeldemocratieën.”
In Duitsland leven zo'n zestigduizend Iraniërs. Heeft deze gemeenschap invloed op het Duitse beleid ten opzichte van Iran?
Kosten: “De Bondsregering zal denk ik wel officieuze contacten onderhouden met Iraanse ballingen, maar die hebben geen noemenswaardige invloed. Ze zijn daarvoor onderling te verdeeld.”
Rezaiyan: “De Iraanse gemeenschap in Duitsland kent geen organisatie, geen kranten of ander medium. Dit is noodzakelijk om een effectieve lobby te organiseren. De Iraanse lobby is vooral sterk in de Verenigde Staten, in mindere mate in Groot-Brittannië en Frankrijk. Maar inderdaad, de Iraanse belangengroepen zijn verdeeld. In Frankrijk heeft de radicale Iraanse organisatie MKO wat invloed, maar die staat op de EU-lijst van terroristische groeperingen. In Groot-Brittannië bestaat de Iraanse lobby vooral uit monarchisten die de in 1979 afgezette sjah weer op te troon willen hebben.”
Iran speelt een belangrijke rol in het Midden-Oosten. Zo steunt het land organisaties als Hamas en Hezbollah. Loopt het vredesproces in het Midden-Oosten gevaar als Duitsland en het Westen zich te hard opstellen ten opzichte van Iran?
Kosten: “Als in Iran de politieke wil daartoe aanwezig is, kan het land positief bijdragen aan het vredesproces. Maar in de huidige situatie is het zeer onwaarschijnlijk dat het land nu zijn best doet. Sterker, als de relatie tussen Iran en het Westen verder verslechtert, is het mogelijk dat Iran met opzet het vredesproces frustreert.”
Rezaiyan: “Veel slechter dan nu kan het niet gaan met het vredesproces. Alleen de Verenigde Staten kunnen op dat gebied iets betekenen. Iran kan en wil weinig bijdragen aan het vredesproces. De steun aan de verzetsgroepen in de Palestijnse gebieden is een belangrijke peiler van het Iraanse buitenlandse beleid. Teheran is daarnaast teveel gebaat bij Israël als staatsvijand om de interne eenheid te bewaren. Duitsland heeft te weinig invloed om een stempel op Iran en het Midden-Oosten te kunnen drukken.”
Sander van der Ploeg is redacteur van het Duitslandweb
Afbeeldingen:
Lees meer over 'Duitsland en de wereld':
5 vragen over Duitsland en het conflict in het Midden-Oosten
Waarom voelt Duitsland een speciale verplichting voor Israël? En hoe gaat Duitsland om met pro-Palestijns protest?
De Duitse staatsraison
De aanval van Hamas op Israël zorgt in Duitsland voor extra grote innerlijke verwarring, ziet Merlijn Schoonenboom in Berlijn.
Duitsland en China zoeken in Berlijn toenadering
Kanselier Scholz ontving China's premier Li Qiang voor kabinetsoverleg, in de hoop de gespannen relatie tussen beide landen te verbeteren.
Wachten op een Chinastrategie
De afhankelijkheid van China is een achilleshiel van de Duitse economie. De bondsregering moet snel met een China-strategie komen, aldus econoom Brzeski.
Reacties
Geen reacties aanwezig