25 jaar na de Duitse herfst
'Het moest er uitzien alsof de RAF-gevangenen door de staat waren vermoord'
Achtergrond - 17 oktober 2002
- Auteur:
Jacco Pekelder
Begin september 1977 ontvoerden terroristen van de Rote Armee Fraktion (RAF) de voorzitter van de Duitse werkgevers, Hanns-Martin Schleyer. Daarmee wilden zij de bondsregering dwingen elf andere RAF-leden uit gevangenschap vrij te laten. Onder hen bevonden zich vier RAF-terroristen van het eerste uur die al sinds 1972 gevangen werden gehouden en kort tevoren waren veroordeeld: Andreas Baader, Gudrun Ensslin, Jan-Carl Raspe en Irmgard Möller.
Omdat bondskanselier Helmut Schmidt na vijf weken nog niet toegaf, kaapten met de RAF bevriende Palestijnse terroristen een Lufthansa-vliegtuig vol toeristen. Een speciale West-Duitse militaire eenheid slaagde er na enkele dagen in de reizigers te bevrijden. In de nacht na die bevrijding kwamen Baader, Ennslin en Raspe in hun cellen in de Stammheim-gevangenis om het leven, hoogstwaarschijnlijk door zelfmoord. Möller werd zwaargewond in haar cel gevonden, maar zij overleefde de zelfmoordpoging. Weer enkele dagen later werd het stoffelijk overschot van Schleyer gevonden in de kofferbak van een auto. Daarmee was de hete 'Duitse herfst' ten einde.
Confrontatie
Deze aflevering van Andere Tijden is bijzonder boeiend. De makers zijn erin geslaagd vertegenwoordigers van beide kampen voor de camera te krijgen. Zo komt een spannende confrontatie tot stand tussen de terroristen van weleer en diegenen die hen in opdracht van de staat bestreden. Bovendien blijkt dat er een Nederlandse link met het West-Duitse terrorisme was - een link die veel kijkers zal verbazen. Enerzijds komt Ronald Augustin aan het woord, een RAF-terrorist afkomstig uit Nederland. Uit idealisme sloot Augustin zich al vroeg aan bij de groep van Baader en Ennslin. Na zijn arrestatie in 1973 verdween hij voor zeven jaar in West-Duitse gevangenissen. Tegenover Augustin staat Alfred Klaus, destijds hoofd van de afdeling terrorismebestrijding van de West-Duitse centrale recherche, het Bundeskriminalamt (BKA).
Het is verbijsterend Augustin in terugblik over de RAF te horen spreken. Spijt lijkt hij niet te hebben. Gevraagd naar de doden en gewonden bij de bommencampagne in mei 1972 constateert hij nuchter dat de slachtoffers 'US-militairen' waren. Het overduidelijke verdriet over de in gevangenschap gestorven RAF-vrienden steekt daartegen schril af. Met gevoel voor effect spreekt hij ook over de keer dat hem tijdens een hongerstaking met geweld dwangvoeding werd toegediend, waarbij het er inderdaad te ruig aan toe ging. BKA-man Klaus is daar duidelijk nog steeds niet gelukkig mee. Hij wijst echter op het immense dilemma waar de autoriteiten voor stonden: tijdens de gecoördineerde hongerstaking gebruikten de gevangen terroristen hun eigen lichaam als wapen om deels gerechtvaardigde - erkent hij nu - en deels geheel ongerechtvaardigde eisen af te dwingen.
Moord?
Ook over de dodennacht in Stammheim zijn Augustin en Klaus het niet eens. De oud-terrorist spreekt van 'moord'. Hij wordt daarbij gesecondeerd door zijn advocaat Pieter Bakker Schut. Deze Nederlandse jurist was vanaf de jaren zeventig actief pleitbezorger voor de RAF-terroristen zowel binnen als buiten de rechtbank. In 1986 promoveerde hij in Utrecht op 'politieke verdediging in strafzaken', in casu het strafproces tegen Baader c.s. Volgens Bakker Schut hadden de autoriteiten gedreigd dat de uitkomst van de Schleyer-ontvoering 'negatieve uitwerkingen' zou hebben op de gevangenen. Dat is voor hem een belangrijk bewijs voor de moordthese. Immers: "negatiever dan wat ze hadden kon alleen maar zijn dat ze afgemaakt werden, laten we wel wezen", aldus Bakker Schut. Voorts heeft hij het over tegenstrijdigheden in het officiële relaas van het gebeurde. Ten slotte leunt hij zwaar op de verklaring van Stammheim-overlevende Möller, die ontkent dat er van een zelfmoordpoging sprake is geweest.
Klaus meent daarentegen dat er wel van zelfmoord sprake was. Ten eerste lijkt hem de veronderstelling onzinnig dat de staat de RAF-gevangenen zou willen ombrengen op het moment dat juist de vliegtuigkaping succesvol was beëindigd. Daarnaast vertelt hij over de vertwijfeling onder de gevangen terroristen gedurende de 'Duitse herfst'. In die gespannen situatie dicteerde Ennslin hem een verklaring, waarin ze stelde dat het geduld van de gevangenen opraakte. Als bondskanselier Schmidt nog veel langer zou aarzelen over de eisen van de Schleyer-ontvoerders, zouden de gevangenen hem de beslissing wel uit handen nemen, waarschuwde zij. Zij zouden dan wel zelf over het eigen lot beslissen. Daarmee bedoelde zij, zegt Klaus, natuurlijk zelfmoord.
Consensus
Deze discussie in Andere Tijden is natuurlijk niet de eerste over het moord-zelfmoordvraagstuk, maar de rol van Augustin en Bakker Schut maakt het programma wel speciaal. De aflevering maakt ook duidelijk dat het debat voor de betrokkenen wel nooit zal eindigen. Onder historici groeit echter toch de consensus dat van collectieve zelfmoord sprake moet zijn geweest. Verschillende noodzakelijke onderdelen van die versie zijn ook bewezen: de gevangenen hadden pistolen, ze beschikten over een radio en tussen de verschillende cellen kon worden gecommuniceerd.
Bijzonder overtuigend is ook wat de journalist Stefan Aust, die zelf banden had met de terroristen, in zijn fascinerende en vuistdikke kroniek 'Der Baader-Meinhof-Komplex' (1998, eerste druk 1985) schrijft over interne RAF-discussies in de 'Duitse herfst' (op de pagina's 637 en 638). Een groep RAF-leden zat ten tijde van de dodennacht in Bagdad en hoorde via de Deutsche Welle van de dood van de medestrijders in Stammheim. De meesten trokken meteen hun conclusies: de staat had de kameraden afgemaakt. Een van de aanwezigen, Brigitte Mohnhaupt, kon het geweeklaag niet aanhoren en schreeuwde uit: "Jullie kunnen je blijkbaar alleen maar voorstellen dat ze slachtoffers zijn geweest. (...) Ze zijn geen slachtoffers en ze zijn het ook nooit geweest. (...) Ze hebben hun situatie tot het laatste ogenblik zelf bepaald. (...) Ja, dat betekent dus dat zij het gedaan hebben, en niet dat het ze aangedaan is." Eén terrorist heeft zelfs tegenover de politie verklaard dat Mohnhaupt, die een centrale rol speelde, al vóór de dodennacht had verklaard dat de gevangenen in het uiterste geval zelfmoord zouden plegen. Het moest er dan zo uitzien, alsof de gevangen door de staat waren vermoord.
Literatuurtips:
- Stefan Aust, 'Der Baader-Meinhof-Komplex' (Hamburg 1998, eerste druk 1985).
- Pieter H. Bakker Schut, 'Politische verteidigung in Strafsachen: Eine Fallstudie des von 1972-1977 in der Bundesrepublik Deutschland geführten Strafverfahrens gegen Andreas Baader, Gudrun Ennslin, Ulrike Meinhof, Holger Meins, Jan Carl Raspe' (Kiel 1986).
- Frans Denkers, Herman van Hoogen, Christof Wackernagel e.a., 'Begrepen onbehagen. Politie en Rote Armee Fraktion verzoend' (Lelystad 1999).
- Frank van Ree, Vrijheidsstrijd, verzet, terrorisme. Verslag van een RAF vertrouwensarts (Lisse 2000).
Net verschenen een interview met Bakker Schut: Annemieke Hendriks, 'Dan ben ik maar een idioot', De Groene Amsterdammer, 19 oktober 2002.
Der Spiegel
'Trophäen für den Panzerschrank'
Klik hier voor informatie over uitzendingen van Andere Tijden
Jacco Pekelder is onderzoekscöordinator van het Duitsland Instituut Amsterdam. Zelf onderzoekt hij de discussies in linkse kringen in West-Duitsland over geweld als politiek middel in de jaren zestig en zeventig.
Lees meer over 'Geschiedenis':
Berlijn en Hamburg vind je ook in Suriname
Veel Duitsers wisten vanaf de 17e eeuw hun stempel te drukken op de Nederlandse kolonie Suriname. 'Ze waren graag geziene gasten.'
Een mondiale blik op de Duitse geschiedenis
Wat levert het op als je de Duitse geschiedenis vanuit een mondiaal perspectief bestudeert? Daarover spraken historici in Amsterdam.
Duitse keizer Wilhelm II was 'kolonialer' dan gedacht
Onderzoek naar persoonlijke spullen geeft een inkijkje in het koloniale wereldbeeld van de laatste Duitse keizer.
Graphic novels: herdenken in stripvorm
Aansprekende stripromans kunnen worden ingezet om een nieuwe generatie te vertellen over de oorlog. Interview met NIOD-onderzoeker Kees Ribbens.
Reacties
Geen reacties aanwezig