Duitslandweb logo Duitslandweb

Berlijn en Hamburg vind je ook in Suriname

Achtergrond - 29 augustus 2024 - Auteur: Lynn Stroo

Wie aan de kolonie Suriname denkt, denkt daarbij waarschijnlijk aan Nederland en niet aan Duitsland. Toch wisten tal van Duitsers vanaf de zeventiende tot de negentiende eeuw mee te liften op het koloniale succes en hun stempel te drukken op het Zuid-Amerikaanse land. Brieven en reisverslagen die zij naar huis schreven zijn een rijke bron voor onderzoekers. “Suriname is zo verbonden met Duitsland, dat is nauwelijks te bevatten.”

Berlijn en Hamburg vind je ook in Suriname
© Lynn Stroo/Duitslandweb
Voormalige plantage Frederiksdorp in Suriname, 2016.

Duitse soldaten, doktoren, kooplieden en missionarissen: ze vertrokken in groten getale naar Suriname, dat in 1667 onder Nederlands bewind was gekomen. De Duitsers vormden er al snel de grootste groep niet-Nederlandse Europeanen. “Ze waren graag geziene gasten”, vertelt Carl Haarnack, auteur en oprichter van Buku Bibliotheca Surinamica, een omvangrijke privécollectie van Surinaams erfgoed met boeken, prenten, foto’s, manuscripten en kunst. “Duitse soldaten hadden doorgaans meer ervaring met vechten dan de Nederlanders. Bovendien konden veel Duitsers in die tijd beter lezen en schrijven, dat maakte ze geschikt voor functies als opzichter of directeur.”

Toch is de Duitse invloed op Suriname niet zo bekend. ‘De Duitse geschiedenis is een verwaarloosd deel van de Surinaamse geschiedenis’, stelde Haarnack op een drukbezochte lezing over de relatie tussen beide landen afgelopen juni in Amsterdam. “Sinds een jaar of 10 á 20 wordt er steeds meer onderzoek gedaan naar Duitsers die in dienst gingen bij de West-Indische Compagnie (WIC), maar daarvoor gebeurde dat nauwelijks. Nederlandse wetenschappers keken niet naar Duitse bronnen en Duitse onderzoekers niet naar Suriname. Het was braakliggend terrein.” 

Precies in die tijd begon Haarnack zelf Duitse boeken over Suriname te verzamelen, aangezwengeld door zijn zoektocht naar de herkomst van de Duitse namen in zijn Surinaamse familie. “Ik stuitte op heel oude boeken over Suriname in het Duits. Ik begreep niet waarom dat zo was en begon te graven.” Haarnack bouwde sinds 1995 een omvangrijke collectie op, waarvan de website Buku een online afspiegeling is. 

Reflecteren op slavernij

De Duitse reisverslagen uit de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw geven volgens Haarnack een uniek inkijkje. “Al in 1699 vertrok kunstenares en entomologe Maria Sybilla Merian met haar dochter naar Suriname, verreweg de beroemdste Duitse die het land ooit bezocht.” Merian deed twee jaar natuuronderzoek en tekende dieren en planten waarvan sommige nog volledig onbekend waren in haar thuisland en de rest van Europa. “In haar tijd waren er zelfs nog geen koffieplanten in Suriname.” Het eerste boek dat over haar reis in 1705 verscheen werd deze week aangekocht door het Rijksmuseum in Amsterdam.

Maria Sibylla Merian. Bron: BukuDe toon van de Duitse reisverslagen, brieven en memoires is volgens Haarnack heel anders dan die van de Nederlandse destijds. Duitsers konden veel vrijer en gedetailleerder reflecteren op wat zij in Suriname meemaakten, ook op zaken als slavernij. Ze hadden geen politiek belang, zoals Nederland als kolonisator dat wel had. Bovendien waren de meeste Duitsers meer beïnvloed door de Verlichting, vertelt Haarnack, waardoor bijvoorbeeld de macht van de ene persoon over de ander ter discussie werd gesteld. 

Haarnack: “Johann Friedrich Ludwig, een van de meest aansprekende Duitse artsen die eind 18de eeuw ongeveer 15 jaar in Suriname woonde, schreef over seksualiteit tussen plantage-eigenaren en zwarte slavinnen. Dat kwam je tot dan toe nauwelijks tegen. Hij kon in Duitsland vrijuit praten, want niemand kende Suriname. In Amsterdam was daarentegen veel minder vrijheid om over zulke onderwerpen te schrijven.”

Wreedheden

In Nederland waren er zelfs tot aan het eind van de 18de eeuw weinig schrijvers of denkers die zich kritisch uitlieten over slavernij. In sommige Duitse teksten worden juist de wreedheden die tot slaafgemaakte mensen ondergingen beschreven, soms met mededogen. Haarnack: “Maar ook bij de Duitsers gold dat het afhing van welke functie ze bekleedden. Een koopman kon makkelijker kritiek geven dan een plantage-directeur die zelf slaven had.” 

Gaf de Duitse aanwezigheid in Suriname geen frictie met de Nederlandse bezetter? “Zeker niet”, vertelt Haarnack, “het waren zeer gewilde werknemers. Eén van de grootste problemen van kolonisator Nederland was dat het een schrijnend tekort had aan werknemers in Suriname. Bovendien stierven er veel Nederlandse mannen, vooral door een ongezonde levensstijl en ziektes. Vanuit Nederland werden ronselaars naar Duitsland gestuurd, waar de economische situatie vaak slecht was. Suriname was voor Duitsers aantrekkelijk, een kans om hun geluk in Zuid-Amerika te beproeven.” 

Afbeelding uit 1757 waarop te zien is hoe een Duitse pastoor slaven doopt. Bron: BukuEenmaal in Suriname konden Duitsers makkelijk opklimmen tot hoge functies, vertelt Haarnack. Soldaten konden bijvoorbeeld plantage-directeur of zelfs plantage-eigenaar worden. “Er waren ongeveer 40 plantages met een Duitse eigenaar of Duitse naam, zoals Berlijn, Hamburg, Saksen of Hildesheim.” Plantage Frederiksdorp, waar katoen en koffie werd verbouwd, werd in 1747 gesticht door de Duitse broers Knöffel uit Pommeren (nu Polen). “Zij gingen de geschiedenisboeken in als eenvoudige Duitse soldaten die naar Suriname vertrokken en daar rijk stierven.” 

Vertaalde bijbels

De groep die misschien wel de grootste stempel drukte op Suriname is de Duitse Evangelische Broedergemeente (EBG), ook wel de Hernhutters genoemd. De missionarissen kwamen vanaf 1735 aanvankelijk voor de inheemse bevolking, vertelt Haarnack, maar mochten uiteindelijk ook voor de slaven uit Afrika prediken. Haarnack: “De missionarissen stichtten scholen, verspreidden tal van taal- en woordenboeken en vertaalden bijbels in het Sranantongo. Daarmee vervulden ze een emancipatorische rol voor de slaven.”   

Veel tastbare sporen van de Duitse aanwezigheid in Suriname zijn er volgens Haarnack niet meer, de invloed leeft vooral voort in immaterieel erfgoed, zoals plaatsnamen en taal. “Er zijn ook nog altijd veel kerken van de EBG te vinden, waar veel vertaalde Duitse liederen worden gezongen. Wie de geschiedenis van Suriname onderzoekt, kan niet om die Duitse invloed heen.”

Reacties

Astrid Brongers - 29 augustus 2024 22:11

Wat een superinteressant artikel !!! Laatst vroeg ik me toevallig (?) nog af : hoe zit het eigenlijk met Duitsland en Suriname ? ... Dat wilde ik echt graag weten. En nu krijg ik er antwoord op ! Hartstikke bedankt ;-)

Reageer
Maximaal 500 tekens toegestaan

Lees meer over 'Geschiedenis':

Een mondiale blik op de Duitse geschiedenis

Een mondiale blik op de Duitse geschiedenis

Wat levert het op als je de Duitse geschiedenis vanuit een mondiaal perspectief bestudeert? Daarover spraken historici in Amsterdam.


Lees meer

Duitse keizer Wilhelm II was 'kolonialer' dan gedacht

Duitse keizer Wilhelm II was 'kolonialer' dan gedacht

Onderzoek naar persoonlijke spullen geeft een inkijkje in het koloniale wereldbeeld van de laatste Duitse keizer.


Lees meer

Graphic novels: herdenken in stripvorm

Graphic novels: herdenken in stripvorm

Aansprekende stripromans kunnen worden ingezet om een nieuwe generatie te vertellen over de oorlog. Interview met NIOD-onderzoeker Kees Ribbens.


Lees meer

Een andere 9 november

Een andere 9 november

9 november stond dit jaar in het teken van het geweld tegen Joden in 1938. De val van de Muur verdween naar de achtergrond, merkte columnist Merlijn Schoonenboom.


Lees meer


top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger