Huis Doorn lobbyt voor steun in Duitsland
Pruisische stichting wil helpen museumdeuren open te houden
Achtergrond - 16 januari 2013
- Auteur:
Fleur de Weerd
Duitse hulp voor Huis Doorn wordt steeds waarschijnlijker. Dat blijkt na een bezoek van interim-directeur Herman Sietsma aan Berlijn. Het landgoed waar de laatste Duitse keizer van 1919 tot 1941 woonde, wordt met sluiting bedreigd, omdat de Nederlandse overheid de subsidie halveerde. De Stiftung Preussische Schlösser und Gärten en de Duitse ambassade willen nu bijdragen zodat het museum open blijft voor bezoekers.
“Op dit tafeltje las keizer Wilhelm II voor aan zijn gasten.” Vrijwilliger Riet wijst op een tafel met een boekenstandaard erop. “Daar legde hij zijn boeken op, want hij kon ze natuurlijk zelf niet vasthouden.”
Ze werpt de groep die ze rondleidt een veelbetekenende blik toe. “Jullie weten waarschijnlijk wel dat bij zijn geboorte zijn arm verlamd raakte. Dat kleine, slappe armpje betekende een leven lang grote frustratie voor de keizer.” Er klinkt gegniffel van de bezoekers. “Misschien dat hij zich daarom zo onbesuisd in die oorlog stortte."
Asiel
Toen Wilhelm II in 1918 inzag dat hij de Eerste Wereldoorlog ging verliezen, ontvluchtte hij zijn land. Hij kreeg asiel in het neutrale Nederland. In Doorn kocht hij een klein landgoed dat hij volstopte met kostbaarheden die hij - 59 wagons vol - liet overkomen uit Duitsland.
Dat de keizer grotere woonruimte gewend was, blijkt wel tijdens de rondleiding in het huis, dat na zijn dood een museum werd. De kleine kamers staan volgepropt met zilverwerk en Meissener porselein, er zijn vitrines vol snuifdozen en aan de muren hangen staatsportretten van familieleden en Wilhelms grote held en voorvader Frederik de Grote. Het geheel is afgemaakt met enorme barokke kroonluchters in pasteltinten. De bezoekers - op leeftijd en met indrukwekkende kennis van Europese dynastieën - vergapen zich.
In december besloot de Nederlandse overheid de subsidie voor het museum te halveren. “We krijgen alleen nog maar twee ton per jaar voor onderhoud van de collectie”, vertelt interim-directeur Herman Sietsma. “Maar we krijgen geen geld meer om het museum open te houden voor bezoekers.” Dat is namelijk niet de taak van de Nederlandse staat, oordeelde het ministerie.
Afgepakt
“Nederland heeft na de Tweede Wereldoorlog het huis en de inventaris van de Duitsers afgepakt, omdat het in die tijd gold als vijandelijk erfgoed,” vertelt Sietsma. “De overheid wil het ook wel onderhouden maar vindt het onvoldoende van historisch belang voor Nederland om ook voor het museum te betalen”, vat de directeur samen.
Een reactie uit Duitsland bleef niet uit. De Stiftung Preussische Schlösser und Gärten schreef een brief naar het ministerie dat het graag wil helpen de deuren van Huis Doorn open te houden. Sietsma vloog afgelopen weekend naar Berlijn om te onderhandelen. Voorzichtig positief keerde hij maandag terug. “Ze willen Huis Doorn graag betrekken bij herdenkingsprojecten over de Eerste Wereldoorlog. Er zijn nog geen toezeggingen gedaan, maar we hebben aanknopingspunten.”
Verwant aan Oranje
De keizer had het waarschijnlijk niet verbaasd dat de Nederlanders hem alsnog laten vallen. Tijdens zijn verblijf in Doorn wist hij dat koningin Wilhelmina hem hier liever niet had en probeerde uit alle macht te bewijzen dat hij écht recht had er te zijn. “Hij liet bijvoorbeeld deze ophangen”, vertelt Riet, die wijst op twee metershoge schilderijen van de laatste Nederlandse stadhouders in de entreehal. “Deze twee werden verjaagd en kregen asiel in Pruisen. Wilhelm II wilde hun portretten op een prominente plek om te laten zien dat hij nu op zijn beurt recht had om hier te wonen”, vertelt de vrijwilliger.
“Onze koningin wilde er misschien niet van weten, maar de keizer was een Hohenzoller”, vervolgt ze haar verhaal. “Dus hij was ergens ver weg verwant aan het Huis van Oranje.” “Ja joh?” vraagt een verbaasde meneer in de groep. “Ik dacht een Habsburger”, zegt hij terwijl hij rood wordt.
Het aantal bezoekers van Huis Doorn is de afgelopen maanden flink toegenomen, vertelt Sietsma. “Veel mensen wilden snel nog even komen voordat het dicht ging. In de kerstvakantie hadden we sommige dagen achthonderd bezoekers.”
Meer Duitsers
De interim-directeur hoopt over twee maanden meer te weten over de toekomst van het museum. “Ik ben in Berlijn gaan kijken bij andere keizerlijke musea, zoals Schloss Sanssouci en Schloss Charlottenburg. Die laatste heeft maar liefst 450.000 bezoekers per jaar, wij maar 4.500”, vertelt hij. Dit heeft hem aan het denken gezet. “Onze bezoekers komen voor 90 procent uit Nederland. Als we meer samenwerking zoeken in Duitsland, kunnen we waarschijnlijk ook meer Duitse bezoekers verwachten.”
Maar willen de Duitsers voor financiering niet de collectie terug in eigen handen? “Nee joh, dat ligt veel te gevoelig”, zegt Sietsma. “Naast het feit dat ze niet graag op de Tweede Wereldoorlog terugkomen was de keizer medeverantwoordelijk voor de Eerste Wereldoorlog. Die kwesties worden in de onderhandelingen ontweken door de Duitsers.”
Hij zucht. “Het zou zonde zijn als het museum dicht gaat. Het is niet te vergelijken met de paleizen in Duitsland, want daar klopt alles. In Doorn is het een beetje kamertje hier, kamertje daar. De collectie is zo'n bijzonder ensemble.”
Dat bevestigt Riet in haar rondleiding. Ze wijst de bezoekers in de werkkamer van de keizer op het zadel dat achter het bureau staat. “Wilhelm wilde direct ten strijde kunnen trekken, als dat nodig was”, vertelt Riet. De gasten gieren het uit.
Lees meer over 'Nederland-Duitsland':
'De Duitse taal is mijn gereedschap'
Omdat het 10 oktober de Dag van de Duitse Taal is, spraken we vertalers Lotte Hammond en Ralph Aarnout over hun vak.
Vijf vragen over de Duitse grenscontroles
Alles wat we tot nu toe weten over de aangekondigde controles aan de Duits-Nederlandse grens.
Winst PVV: ‘Een waarschuwing voor Duitsland’
Een ruk naar rechts, een politieke aardbeving: Duitse media reageren gealarmeerd op de PVV-verkiezingswinst in Nederland.
Verkiezingen in Nederland: Duitsers tussen hoop en vrees
Bij Duitsers wekken vooral de BBB en Omtzigt verbazing, merkt Jacco Pekelder van het Zentrum für Niederlande-Studien.
Reacties
Geen reacties aanwezig