Hackesche Höfe
Leven en werken in de moderne stad
Achtergrond - 22 april 2008
Duitslands grootste hofjescomplex werd begin vorige eeuw gebouwd als voorbeeld van wonen en werken in moderne stad. Na de val van de Muur bliezen jonge avonturiers dit concept nieuw leven in.
Het is vroeg, een doordeweekse dag en nergens in Europa is het vakantie. Daarmee is het een van de zeldzame momenten dat de Hackesche Höfe leeg zijn. Goed, er loopt af en toe iemand vanaf de Rosenthalerstrasse door de hofjes naar de Sophien Strasse. Twee dames proberen zichzelf én de complete gevel van een van de fraai gerestaureerde gebouwen op de foto te krijgen. En in het voorste hofje maken vuilnismannen en obers een praatje terwijl blauwe containers op een vuilniswagen worden geladen. Maar dit is niets vergeleken bij de stroom toeristen die de Hackesche Höfe, met hun rijke aanbod aan winkels, restaurants en cultuur, op andere momenten te verwerken krijgen.
De Hackesche Höfe, genoemd naar de nabijgelegen Hackescher Markt, werden in 1906 ontworpen door de architect Kurt Berndt. De gebouwen en de acht met elkaar verbonden binnenplaatsen beslaan 92 duizend vierkante meter. Het is het grootste hofjescomplex van Duitsland.
Modern en gezond leven
Berndt liet zich bij zijn ontwerp inspireren door de Lebensreformbewegung die zich onder meer inzette voor betere leefomstandigheden in de stad. Dit was geen overbodige luxe in het dichtbevolkte Berlijn van die tijd. Arbeiders leefden vaak onder erbarmelijke omstandigheden in zogenaamde Mietskasernen (huurkazernes): huizenblokken, gebouwd rond ten minste één binnenhof, die bestonden uit woningen en werkplaatsen.
De Hackesche Höfe moesten een voorbeeld worden voor modern en gezond leven en werken in de stad. Net als bij de gangbare Mietskasernen zijn de huizenblokken bij de Hackesche Höfe zo gegroepeerd dat er een reeks aaneengesloten binnenplaatsen ontstaat, maar al bij het betreden van het eerste hof wordt duidelijk dat de Hackesche Höfe anders zijn. Helemaal als je bedenkt dat de Jugendstilgevels met kleurrijke mozaïeken geen deel uitmaken van een recente opknapbeurt, maar in 1906 ook al aanwezig waren. Ze zijn ontworpen door de Jugendstilarchitect August Endell, die ook verantwoordelijk was voor het interieur van de gebouwen aan het hofje.
Net als nu lag de nadruk in dit eerste hofje niet op wonen of werken, maar op cultuur en vermaak. Waar zich nu restaurants, een bioscoop en een theater bevinden, bevonden zich toen het wijnrestaurant en de feestzalen van de Berlijnse wijnhandelaar Wilhelm Neumann. Hier kwam de middenklasse uit de buurt samen en werden familiefeesten gevierd. Dit is ook de plek waar in 1909 door expressionistische dichters Der Neue Club werd opgericht.
Mozaïekfaçades en huizen met wc
Wim Wenders laat in zijn film 'In weiter Ferne so nah' (1993) de gevallen engel Cassiel aan trapezen langs Endells’ mozaïekfaçades zweven. In deze opvolger van 'Himmel über Berlin' (1987) is te zien hoe de Hackesche Höfe er kort na de val van de Muur uitzagen. Tijdens de DDR waren de hofjes jarenlang verwaarloosd. Van de eclectische voorgevel van het complex (met neobarokke invloeden, Egyptische obelisken, en een beeld van de Romeinse godin Minerva) is niets meer terug te zien, omdat deze in het kader van een modernisering werd gestript. Dat de mozaïekfaçades nog wel in de oorspronkelijke vorm te bewonderen zijn, is te danken aan de bewoners, die in 1950 wisten te voorkomen dat ze werden gesloopt.
Loop je van het eerste hofje naar het tweede, dan valt gelijk op dat dit veel soberder is uitgevoerd. Waar nu kantoren voor creatieve ondernemers zijn gevestigd, bevonden zich vroeger de fabrieksetages. In de eerste jaren waren de Hackesche Höfe, gunstig gelegen in de buurt van de Hackescher Markt, gevuld met een enorme verscheidenheid aan bedrijven.
Er werd vooral confectie geproduceerd, maar er was ook een chemische fabriek en er werden muziekinstrumenten gemaakt. Deze verscheidenheid aan bedrijven hield overigens niet lang stand. Door de Eerste Wereldoorlog en de daaropvolgende inflatie verlieten veel bedrijven het complex.
Het woongedeelte van de Hackesche Höfe bevindt zich in de achterste hofjes. Gezonder leven was het motto en daarom liggen de woningen zo ver mogelijk van de drukke Rosenthaler Strasse en dicht bij de begraafplaatsen die aan de Hackesche Höfe grenzen.
Het groen in de hoven, de zandbak voor de kinderen, de balkons, de voor die tijd uitzonderlijke uitrusting van de huizen met wc en centrale verwarming, moesten allemaal bijdragen aan betere leefomstandigheden. Niet voor arbeiders overigens. De luxe woningen werden betrokken door kooplieden, advocaten en ondernemers. En ook nu zul je geld moeten hebben om hier een woning te betrekken.
Cultuur en commercie
Op de plek waar de hofjes uitmonden in de Sophienstrasse bevindt zich sinds 1984 de Sophienclub. Oorspronkelijk was dit een jeugdclub in handen van de staat, maar wel met een subversief karakter. De club waar jazz- en rockbands optraden, was ook in het Westen een begrip. Het bracht de cultuur terug in de hofjes.
Daar was namelijk niet veel van overgebleven. Neumann had al in de jaren twintig zijn feestzalen en restaurant gesloten. Tot de jaren zestig was er nog een bioscoop geweest, maar daarmee was het wel gezegd. De Sophienclub overleefde de DDR (er kan nog steeds gedanst worden) en zou na de val van de Muur al snel gezelschap krijgen van andere culturele avonturiers
Deze avonturiers droegen ertoe bij dat de oorspronkelijke filosofie van multifunctionaliteit van de Hackesche Höfe nieuw leven ingeblazen werd. Van 1995 tot 1997 werden de hofjes grondig opgeknapt. De woningen bleven bewoond. Het eerste hof kreeg met een bioscoop, variététheater en restaurants zijn openbare culturele functie terug. De voormalige fabrieksruimtes werden kantoren. En er was er ruimte voor een verscheidenheid aan kleine winkels die producten aanboden die in de hofjes ontworpen en geproduceerd werden. Veel van deze kleine winkels en galerieën hebben door de oprukkende commercie in de wijk Mitte inmiddels plaats moeten maken voor filialen van grote merken. Maar helemaal verdwenen zijn ze nog niet.
‘De renaissance van de Hackesche Höfe’, werd de sanering genoemd. Het betekende dat de hofjes er naast wonen, werken en cultuur nog een functie bij kregen: toerisme. Wat zou de Lebensreformbewegung hebben gedacht van de massa´s toeristen die jaarlijks door de hofjes trekken. Het moet de bewoners soms het gevoel geven in een soort poppenkast te leven. Gelukkig zijn er ook momenten dat het stil is in de Hackesche Höfe, zoals vroeg op een doordeweekse dag, als het nergens in Europa vakantie is.
Katja Geelhoed is historica en werkt bij de VPRO.
Lees meer over 'Berlijn':
Een andere 9 november
9 november stond dit jaar in het teken van het geweld tegen Joden in 1938. De val van de Muur verdween naar de achtergrond, merkte columnist Merlijn Schoonenboom.
Een zeer Duits syndroom
Columnist Merlijn Schoonenboom verdiept zich in het fenomeen van een verzonnen joodse identiteit.
De nieuwe Berlijnse tweedeling
De verkiezingsuitslag in Berlijn legde een nieuwe deling bloot in de hoofdstad, ziet columnist Merlijn Schoonenboom.
Architect wil Teufelsberg nieuw leven inblazen
Een architect heeft plannen voor het oude afluisterstation bij Berlijn, dat vooral het terrein is van kunstenaars.
Reacties
Geen reacties aanwezig