Duitslandweb logo Duitslandweb

Het Reichsluftfahrtministerium
Over de omgang met een karakteristiek kantoorgebouw

Achtergrond - 28 augustus 2007

Dat het Detlev-Rohwedder-Haus in Berlijn tegenwoordig het ministerie van Financiën herbergt, mag een wonder heten. In de jaren dertig opgericht als ministerie van Rijksluchtvaart functioneerde het gebouw tot 1945 als machtscentrale van nazitopstuk Hermann Göring. Na de oorlog werd hier tussen de puinhopen de DDR gegrondvest. Vier decennia lang werd het gewraakte monument uitgewoond door talloze Oost-Duitse ministeries.

 Aan de zuidzijde van het ministerie van Financiën aan de Wilhelmstrasse is nog een stuk zwaar beschadigde Muur te zien. Daarachter, op het terrein waar eens de belangrijkste SS-kantoren stonden, is de tentoonstelling ‘Topografie des Terrors’ over de nazi-gruwelen ingericht. Aan de oostkant van het gebouw staat een monument voor Peter Fechter, die stierf toen hij over de Muur wilde vluchten. Welkom in Berlijn. 

Ondanks de architectonische schoonheid van het gebouw, bekruipt de wandelaar bij een rondgang om het Detlev-Rohwedder-Haus een onaangenaam gevoel. Dit is niet alleen aan de wind te wijten, die ook op milde dagen streng de hoek om giert. Het gebouw doet met zijn overweldigende afmetingen elke passant nietig voelen. Tegelijkertijd vertelt het een aangrijpend verhaal over het moderne Duitsland.

 

Buitenmaatse adelaars

Het gebouw werd in 1936 speciaal gebouwd voor het ministerie van Rijksluchtvaart. De architect van het eerste nationaal-socialistische regeringsgebouw was Ernst Sagebiel, die later ook het beroemde vliegveld Tempelhof ontwierp. Binnen een sensationeel korte periode van achttien maanden werd het gebouw van het Pruisische ministerie van Oorlog afgebroken en verrees hier een gigantisch kantoorcomplex. De snelle sloop en opbouw hadden een propagandistische functie: hiermee werd de daadkracht van het nieuwe nazi-bewind tentoongespreid. Na de voltooiing nam Hermann Göring, minister van Rijksluchtvaart, hier zijn intrek. In de omliggende gebouwen werden de centrales van de Gestapo, de Reichssicherheitdienst en de SS gevestigd.

Het monumentale gebouw is opgetrokken uit gewapend beton en bekleed met hard grijs natuursteen. Met zijn strenge lijnen en gestileerde ornamenten toont het een fijn staaltje nationaal-socialistische architectuur, in de eerste plaats bedoeld om bezoekers en passanten ontzag in te boezemen. Overal prijkten destijds buitenmaatse adelaars en hakenkruizen. In het voorhof op het hoekje van de Leipziger Strasse met de Wilhelmstrasse ontwierp de beeldhouwer Arnold Waldschmidt in 1941 een stenen soldatenreliëf. De reusachtige bunker die onder het voorhof was gebouwd, wijst erop dat het gebouw vanaf het allereerste begin was voorbereid op een luchtoorlog.

Grof geschut

Het Reichsluftfahrtministerium overleefde de Tweede Wereldoorlog met opmerkelijk weinig schade. Alleen het trappenhuis aan de zuidzijde werd door een bom verwoest. Vanwege kantoorruimtegebrek werd het gebouw na de capitulatie – in tegenstelling tot vrijwel alle totaal geruïneerde gebouwen in de omgeving – niet afgebroken. Temidden van de puinhopen vond hier op 7 oktober 1949 een bijeenkomst van de Deutsche Volksrat plaats, waar deze zichzelf tot provisorisch parlement uitriep. Deze vergadering ging de geschiedenis in als grondvesting van de DDR.

Tijdens de DDR bood het gebouw als Haus der Ministerien bijna vier decennia lang onderdak aan verscheidene ministeries. In deze hoedanigheid werd het op 17 juni 1953 doelwit van een belangrijke arbeidersdemonstratie. Dit protest had het einde van de DDR kunnen inluiden, ware het niet dat de menigte voor het Haus der Ministerien met tanks en grof geschut uiteen werd gedreven.

 

 

Het nationaal-socialistische reliëf werd in de jaren vijftig vervangen door een mozaïek van Max Lingner. De afbeelding met de bekende boeren- en arbeidersfiguren is een typisch staaltje sociaal-realisme. Het draagt de titel “De betekenis van vrede voor de culturele ontwikkeling van de mensheid en de noodzaak van de strijdbare inzet daarvoor’, waarmee de DDR het belang van kunst voor de socialistische heilstaat wilde tonen.

Contrasteert

Na de Wende nam het ministerie van Financiën intrek in het geplaagde gebouw. Ook vond de Treuhand, de instelling die verantwoordelijk was voor de privatisering van de Oost-Duitse staatsbedrijven, hier tussen 1991 en 1996 onderdak. Het gebouw draagt nu de naam Detlev-Rohwedder-Haus, naar de eerste president van de Treuhand, die in 1991 door de links-extremistische RAF werd vermoord.

Aan de Leipzigerstrasse, voor de mozaïek van Lingner, is in 2000 een foto onder een glasplaat in het plaveisel gelegd. Dit monument van Wolfgang Rüppel, dat herinnert aan de demonstratie van 17 juni 1953, contrasteert op schrijnende wijze met de afbeelding uit de DDR. Beide afbeeldingen tonen het broederlijk verenigde proletariaat. Maar Lingers beeld toont de socialistische utopie, Rüppels foto de harde werkelijkheid.

 

Toen Berlijn in 1990 opnieuw de hoofdstad van het verenigde Duitsland werd, gingen er veel stemmen op om het verguisde gebouw af te breken. Tegenstanders van de afbraak noemden dit honend "Geschichtsbewältigung mit der Abrißbirne": alsof de voorstanders door de sloop een donker verleden wilden wegpoetsen. Het gebouw is behouden en is met bijna zeven kilometer gang en meer dan tweeduizend werkkamers nog steeds een van de grootste kantoorgebouwen van Europa. Het gebouw staat op de monumentenlijst.

Gewetensvolle omgang

De schoolklassen en toeristen die in het Detlev-Rohwedder-Haus worden rondgeleid, kunnen rekenen op een uiteenzetting die duidt op een gewetensvolle omgang met de geschiedenis. Aan de wand van de vergaderzaal ‘Europa’ zijn tegels aangebracht met de woorden: "How do we see the world". Hier wordt de bezoeker op de tegenwoordig zo typische Duitse manier ruimte geboden om na te denken over zaken als waarneming en tijd.

Voormalig minister van Financiën, Hans Eichel, sprak in 2001 over het Detlev-Rohwedder-Haus: “Ik denk dat er maar weinig gebouwen zijn, die de moderne geschiedenis van Duitsland – zowel de hoogte- als de dieptepunten, de misdaden en het democratisch verzet, de vreugde en het lijden van de Duitsers – zo weerspiegelen. Het hergebruik biedt ons de kans de geschiedenis levend te houden, als herinnering, als waarschuwing voor de volgende generaties. Het gebouw representeert nu op deze centrale plek in Berlijn een nieuw, modern verenigd Duitsland.”

Afbeeldingen:
Tenzij ander vermeld: Duitslandweb
Bovenste foto: Bundesfinanzministerium

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

Lees meer over 'Berlijn':

Een andere 9 november

Een andere 9 november

9 november stond dit jaar in het teken van het geweld tegen Joden in 1938. De val van de Muur verdween naar de achtergrond, merkte columnist Merlijn Schoonenboom.


Lees meer

Een zeer Duits syndroom

Een zeer Duits syndroom

Columnist Merlijn Schoonenboom verdiept zich in het fenomeen van een verzonnen joodse identiteit.


Lees meer

De nieuwe Berlijnse tweedeling

De nieuwe Berlijnse tweedeling

De verkiezingsuitslag in Berlijn legde een nieuwe deling bloot in de hoofdstad, ziet columnist Merlijn Schoonenboom.


Lees meer

Architect wil Teufelsberg nieuw leven inblazen

Architect wil Teufelsberg nieuw leven inblazen

Een architect heeft plannen voor het oude afluisterstation bij Berlijn, dat vooral het terrein is van kunstenaars.


Lees meer


top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger