Expositie Oost-Berlijn: ‘Je kijkt naar ons leven’
Achtergrond - 28 mei 2019 - Auteur: Ingrid BosmanEindelijk een zakelijke inkijk, verzuchten bezoekers in het gastenboek. Maar hoe objectief 'Ost-Berlin, die halbe Hauptstadt' in het Berlijnse museum Ephraim-Palais ook mag zijn, de blik waarmee gewezen Oost-Berlijners er naar kijken – 30 jaar na de val van de Muur - blijft heel verschillend gekleurd. “Het was een dictatuur ja, maar het werkte wel.”
Boven de werkbank strekt zich een particulier arbeidersparadijs uit. De hele achterwand is beplakt met tientallen entreebewijzen voor de cultuurtempels van de hoofdstad van de DDR. Deutsche Staatsoper, Komische Oper, Volksbühne, Schauspielhaus, Berliner Ensemble. En natuurlijk het Palast der Republik, waarvan de witte tickets voor het Palastball feestelijk afsteken tegen de eenvormige bruine kaartjes van de andere evenementen.
Hoe representatief dit culturele grootverbruik was blijft de vraag, maar feit is dat de thema’s arbeid en cultuur - in de tentoonstelling net zo prominent aanwezig als destijds in de DDR - nergens zo mooi samenkomen als op deze authentieke werkplek. Al roept de bankschroef bij twee oudere dames eerder herkenning op dan de cultuurcollage. “Daar hebben we nog mee gewerkt toen we van school uit moesten meelopen in de fabriek”, vertellen ze.
Dicht op dagelijks leven
De vraag wat ze vinden van deze tentoonstelling roept een bijna defensieve reactie op. “Wat je hier ziet is ons leven!”, reageert de jongste van de twee, blond bobkapsel boven een klassiek Chaneljasje. Voor deze vrouwen zijn de samenstellers geslaagd in hun opzet om het dagelijks leven zo dicht mogelijk te naderen, zonder (n)ostalgie en zonder de afstand die in het westelijke perspectief besloten ligt. “De foto’s die hier hangen hadden ook uit onze albums kunnen komen.”
De blonde vrouw wil over zichzelf niet meer prijsgeven dan dat ze uit Saksen komt. Haar wat oudere vriendin, donker haar, bruin colbert, woont naar eigen zeggen al haar hele leven in Berlijn-Köpenick. Vlakbij de werkbank hangt een vitrinekastje met een kantinemenu van een VEB (Volkseigener Betrieb, collectief staatsbedrijf) en daaronder een handvol messen, vorken en lepels. “Dat bestek ligt ook in mijn keukenla”, zegt de jongste vrouw. “De meubels, ik heb ze nog staan, want waarom zou je wegdoen wat nog goed is?”
Voor hen heeft de DDR niet afgedaan, wat een al dan niet vooringenomen Nederlandse journalist daar ook van mag denken. “De straten waren schoon, nergens graffiti en je kon ook als vrouw alleen ‘s avonds veilig over straat. Soms was er een tekort aan dingen, maar wat er was, was niet zelden van goede kwaliteit. Ons ondergoed ging langer mee dan de goedkope rommel die je nu na een paar keer wassen kunt weggooien.”
Toch, al ligt de nadruk niet op Stasi-praktijken en vluchtverhalen, de onvrijheid klinkt ook in deze tentoonstelling onmiskenbaar door. De blonde dame, met een fel wegwerpgebaar: “Ja, het was een dictactuur zoals ze dan zeggen, maar het werkte wel.” Haar vriendin: “Iedereen had werk.” De ander weer: “Ook de vrouwen. Voor de kinderen werd gezorgd. Nu moeten ze vechten om een plek in de kinderopvang. In de DDR had ik op mijn 60ste met pensioen gekund, nu moet ik nog een paar jaar door.”
‘Ook veel van waarde’
Structuur, zekerheid: ze worden vaak ingebracht door voormalige DDR-burgers die het in hun ogen zwart-witte frame willen nuanceren. De beide vrouwen zien in de tentoonstelling bevestigd wat ze al sinds de val van de Muur voelen: dat met de DDR alles wat het land uitmaakte ten onrechte naar de schroothoop van de geschiedenis is verwezen. “Er was ook veel van waarde.”
Dat ze onder geen beding hun naam vermeld willen zien en over hun achtergrond niet meer kwijt willen dan dat ze bevriende oud-collega’s zijn is ook typerend voor de DDR, merkt de jongere vrouw op. Al hoeven we dan niet meteen aan 'Das Leben der Anderen' te denken: “We treden nu eenmaal niet graag op de voorgrond.” Feit is dat ze blij zijn met deze expositie, die met zo’n 1000 objecten de Oost-Berlijnse herinneringscultuur moet aanjagen. “Al is het na 30 jaar misschien een beetje laat.”
Onverwerkte levensverhalen
Dat ziet Katharina Grantner (‘Zal ik mijn naam even spellen?’) anders. “Er moet juist eerst tijd overheen gaan, voordat je goed kunt terugkijken”, vindt de vrijwillige gids, die als Zeitzeugin door de tentoonstelling loopt om waar gewenst tekst en uitleg te geven. “Zelf ben ik na de val van de Muur als een raket de wereld ingevlogen”, aldus Grantner (1967), in het zwart gekleed en het donkere haar kort geknipt. “Om landen te bezoeken die daarvóór onbereikbaar waren, van India tot Egypte. Ik wilde alleen maar vooruit kijken.”
Het verging het meer mensen zo, merkt ze in het museum. “Wat me opvalt is hoeveel levensgeschiedenissen nog onverwerkt zijn. Er is zoveel onbesproken gebleven.” De tentoonstelling werkt als een katalysator, is Grantners ervaring na twee weken: “Het collectieve onderbewustzijn komt hier naar boven.” Dat is juist omdat de tentoonstelling cliché’s en oordelen zoveel mogelijk probeert te vermijden, stelt ze.
Grantner groeide op in Brandenburg an der Havel en kwam in 1986 naar Berlijn. Ze was 22 toen de Muur viel. “Toen pas kon ik aan een studie beginnen”, zegt ze en maakt duidelijk dat de vastomlijnde toekomst die beide bezoeksters eerder schetsten niet voor iedereen was weggelegd. “Als sympathisant van de vredesbeweging had de Stasi (de Oost-Duitse geheime dienst, red.) mij op de korrel. Mijn opleiding werd geblokkeerd.”
Geen Disney-ervaring
Grantner kan model staan voor de subculturen die in de hoofdstad - meer dan elders in de DDR - een zekere bloei kenden, zoals de tentoonstelling laat zien. Punkers, krakers, kunstenaars: ze probeerden de grenzen van de dictatuur op te rekken, al kon de prijs nog zo hoog zijn. Bij de aanblik van het tentoongestelde meubilair krijgt museumvrijwilligster Grantner eerder haar Stasi-akte op het netvlies dan haar oude interieur. “Hoe wij woonden stond in het dossier heel precies beschreven. Sommige details die ik teruglas, was ik zelf al vergeten. Een krankzinnige gewaarwording.”
Grantner vindt dat de tentoonstelling Ost-Berlin, mede dankzij objecten die door het publiek zijn ingebracht, ‘echt het leven van binnenuit laat zien’. “Dat voelen bezoekers. Ja, ook de toeristen. Hier is de DDR geen belevenis, maar realiteit”, zegt ze, doelend op andere musea met attracties als een Trabant-rit in een virtueel DDR-décor. “De DDR als event, dat stuit tegen de borst. Ons leven mag geen Disney-ervaring worden.”
Lees meer:
Nederlandse atlete trainde in doping-staat DDR
Kogelstootster Els van Noorduijn trainde in de jaren 60 in de DDR. Dat het regime toen zijn dopingsysteem opbouwde, hoorde ze pas veel later.
'De Muur voorbij' getuigt van het gewone leven in de DDR
Harrie Lemmens werkte in de jaren 80 als vertaler in de DDR. Hij gebruikte zijn dagboeken van toen voor zijn boek.
'Tausend Aufbrüche': Duitsers en hun democratie
Historicus Christina Morina schreef een boek over de Duitse democratie vanuit een gezamenlijk Oost- en West-Duits perspectief.
Nieuwe ronde in debat over DDR
Historicus Katja Hoyer schreef een boek over de DDR. Het wordt tijd dat de DDR en Oost-Duitsland niet meer als ‘afwijking’ van de West-Duitse norm worden gezien, vindt ze.
Reacties
Geen reacties aanwezig