Lakritze? Nein!
Slechts een klein aantal Duitse scholieren lust drop

Achtergrond - 1 april 2006

Nederlandse drop is op het Gymnasium Hamm weinig populairder dan hier. Eén leerling weet, zodra ik toegeef zelf ook geen drop te lusten, slim op te merken: "Oooh, dus jullie geven het aan ons, zodat jullie het zelf niet op hoeven te eten!" Tja, zo zou je het ook kunnen bekijken, maar eigenlijk was het meer een middel om de leerlingen aan te sporen zich door ons te laten ‘interviewen’. Maar gelukkig is dat ook zonder de drop gelukt!

De leerlingen uit de klas die wij interviewen, komen allemaal uit verschillende landen. Er is slechts één échte Hamburger bij. De rest komt uit o.a. Oezbekistan, Estland, Kazachstan, Oekraïne en Turkije.

Net als de nationaliteiten van de leerlingen, verschilt ook de leeftijd. De leerlingen zijn 16 tot 20 jaar. Over hun toekomst hebben ze nog weinig nagedacht. Ze willen studeren, dat wel. Maar wat? “We hebben nog twee jaar de tijd om dat te bedenken, toch?” Want zoals je weet (of niet weet) loopt de Duitse middelbare school tot de 13. Klasse. Een jaar langer dan hier in Nederland dus.

Schwänzen ( = spijbelen) gebeurt volgens de leerlingen niet veel. “Waarom zouden we ook?” vragen ze zich af. “Het is toch voor onze eigen toekomst?”. Tja, daar hebben ze gelijk in. Maar bij ons op school staat niet iedereen daar al bij stil. “Bovendien”, voegt een ander daar nog aan toe, “ik ben nu 18, dus ik kan mijn eigen absenties verantwoorden. Dan zeg ik toch gewoon dat ik ziek was?”

Meneer Grasmück, leraar Duits, vindt de lessen van 45 minuten eigenlijk veel te kort. Hij is dan ook dolblij met een blokuur. Zeer geïnteresseerd luistert hij als Marjolein en ik uitleggen hoe het 70-minutenrooster bij ons op school eruit ziet. Dat lijkt hem ook wel wat! Marjolein en ik zijn er niet zo enthousiast over, want bij saaie leraren is 70 minuten les erg lang! Dat is de heer Grasmück met ons eens. Maar zoals hij les geeft, is 70 minuten waarschijnlijk niet zo’n probleem. Het blokuur is immers ook makkelijk vol te houden…

Verder vertelt Grasmück dat er nogal wat verschillen zijn tussen de verschillende deelstaten in Duitsland. Berlijn schijnt nog wat achter te lopen en is relatief ouderwets, andere scholen zijn juist zeer vernieuwend.

Helaas weet hij niet wie de minister-president van Nederland is (even een korte test…). Maar omdat geen enkele Duitser het antwoord wist, zullen wij hem dit niet kwalijk nemen. Over Nederland weten, volgens hem, Duitsers sowieso weinig. “Mensen denken: ach, het is maar een klein landje. Wat heb ik daar mee nodig?”

Grappig vonden wij, tot slot, zijn anekdote over de verwarring tussen Nederlands en Duits:
“Mijn Spaanse vriend had een vertaalcomputer gekocht, want hij wilde graag Duits leren. Je kon daar dan een Spaanse zin invoeren en dan vertaalde de computer die in het Duits. Ideaal, dacht mijn vriend. Maar na een paar zinnen kwam hij er wel achter dat het helemaal geen Duits was. Hoe kan dat nou?  Een blik op de verpakking loste het mysterie op: Spanish – Dutch…”

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger