Belangrijkste bevindingen
Achtergrond - 1 december 2005Europese Unie
Rond de Europese verkiezingen van juni 2004 is er veel discussie geweest over de geringe interesse van burgers in de verschillende landen voor de Europese Unie. Met het aantreden van de nieuwe Europese Commissie in november (2004) moet een bijzondere commissaris voor Communicatie er werk van maken dat de binding tussen burger en Europese Unie verbetert.
Het onderzoek laat zien dat het Europese ideaal wel leeft onder Turkse en autochtone jongeren in de multi-etnische stad in Nederland en Duitsland, maar dat de Europese Unie in de toekomst veel moeite zal moeten doen om jongeren te bereiken. Vooralsnog staan jongeren grotendeels neutraal tegenover dat grote bestuurlijke orgaan in Brussel. Er zijn op dit punt geen grote verschillen tussen Nederland en Duitsland.
Een ruime meerderheid van de jongeren zegt neutraal tegenover de Europese Unie te staan óf niet te weten wat ervan te vinden. In Duitsland geldt dit zelfs voor tweederde van de jongeren.
Toch hebben Turkse en autochtone jongeren in Nederland en Duitsland een sterke band met Europa. Jongeren identificeren zich weliswaar in eerste instantie met de stad waarin ze wonen, maar zowel Turkse als autochtone jongeren hechten zich niet veel minder aan Europa dan aan Nederland of Duitsland. Turkse jongeren identificeren zich verder overigens ook sterk met hun land van herkomst.
Voor de eenwording van Europa - als politiek proces - bestaat brede steun onder jongeren in de multi-etnische stad. Meer dan driekwart van de jongeren in Nederland en Duitsland geeft aan voor een intensievere Europese samenwerking te zijn.
Turkse jongeren gaan zelfs nog verder in hun steun dan hun autochtone leeftijdsgenoten. Bijna de helft van hen vindt dat Den Haag en Berlijn eventueel bereid moeten zijn een deel van hun macht in te leveren als dat bijdraagt aan een sterkere Europese Unie. Dit komt waarschijnlijk voort uit het feit dat ze een minder hechte band hebben met Nederland of Duitsland.
Ondanks hun duidelijke band met 'Europa' en brede steun voor het eenwordingsproces, is de Europese Unie - als bestuurlijk orgaan - in de ogen van de jongeren te abstract om er een uitgesproken mening over te hebben. Wordt de landelijke overheid vergeleken met de Europese Unie dan geven de jongeren evenwel aan iets meer vertrouwen te hebben in de Europese Unie dan in de Nederlandse of Duitse overheid. Dit lijkt echter niet voort te komen uit een positieve houding ten opzichte van de EU. De landelijke politiek is simpelweg zichtbaarder voor de jongeren, heeft meer invloed op hun dagelijks leven en wordt daarom kritischer beoordeeld.
Door jongeren concreter te vragen naar de voordelen en nadelen van Europese samenwerking, en op die manier de Europese Unie beter grijpbaar te maken, blijkt er bij een flinke meerderheid van de Turkse en autochtone jongeren toch steun te zijn voor de voordelen van zo'n samenwerkingsverband. Deze uitkomst sluit weer aan bij de brede steun voor het politieke proces van Europese samenwerking. Thema's als stabiliteit en vrede in Europa, vrijheid van reizen, wonen en werken zijn belangrijk in de ogen van de jongeren, belangrijker dan de mogelijke nadelen als bureaucratie en geldverspilling.
Toetreding Turkije
Nog voor het einde van dit jaar zal de Europese Unie onder het Nederlands voorzitterschap een besluit nemen over toetredingsonderhandelingen met Turkije. De Europese Unie heeft altijd geëist dat Turkije nog vergaande hervormingen moet doorvoeren in het land. Ook in het politieke en maatschappelijke debat is de toetreding van Turkije een heet hangijzer, waarin de vraag doorklinkt of Turkije wel bij Europa hoort.
Turkse en autochtone jongeren in de multi-etnische stad houden er verschillende standpunten op na als het gaat om de toetreding van Turkije tot de Europese Unie. Tussen Nederland en Duitsland zijn er op dit gebied geen grote verschillen.
Turkse jongeren staan in meerderheid positief tegenover de Turkse toetreding. Van hen vindt bijna de helft dat Turkije er ook klaar voor is om zich bij Europa te voegen. Dat lijkt voor de hand te liggen, want deze jongeren hebben een 'persoonlijk belang' bij de toetreding van Turkije. Toch geeft het aan dat bij Turkse jongeren het idee bestaat dat toetreding tot de Europese Unie de politieke en economische ontwikkeling van Turkije ten goede zal komen.
Volgens autochtone jongeren daarentegen is Turkije nog niet klaar om toe te treden tot de Europese Unie en zal er eerst nog het een en ander moeten veranderen. Dit is een weerspiegeling van het standpunt dat de meeste Nederlandse en Duitse politici tot nu toe hebben ingenomen.
Bij autochtone jongeren in Nederland en Duitsland lijken er echter - evenals bij Turkse jongeren - geen principiële bezwaren te bestaan ten aanzien van de vraag of Turkije uiteindelijk lid kan worden van de Europese Unie.
Opvallend is vooral dat een overgrote meerderheid van ruim 60 procent in Duitsland en ruim 75 procent in Nederland vindt dat het feit dat de bevolking van Turkije overwegend islamitisch is, geen argument mag zijn om van toetreding af te zien. De angst voor de islam, die sinds 11 september 2001 in veel landen is gegroeid, lijkt daarmee in ieder geval geen vat te hebben op de autochtone jongeren uit de multi-etnische stad.
Integratie
In Nederland bestaat er al enkele decennia beleid om de integratie van allochtonen in de Nederlandse samenleving te bevorderen. Ook wordt er een felle maatschappelijke discussie gevoerd rond dit thema. De verschijning van Pim Fortuyn op het politieke toneel in 2001 heeft dit nog versterkt.
In tegenstelling tot Nederland heeft Duitsland geen structureel integratiebeleid gevoerd. Ook in de publieke discussie speelt dit thema niet zo'n grote rol als in Nederland. Pas met de invoering van de nieuwe immigratiewet in 2004 zijn een aantal maatregelen genomen om de integratie van allochtonen te bevorderen.
Uit het onderzoek blijkt dat Turkse jongeren in de Duitse multi-etnische stad op het gebied van taalbeheersing en ook wat hun oriëntatie op de Turkse gemeenschap betreft achterblijven bij hun Nederlandse leeftijdsgenoten. Zo bestaat hun vriendenkring bijvoorbeeld grotendeels uit Turkse vrienden met wie ze doorgaans Turks spreken. Turkse jongeren in Nederland spreken vaker Nederlands dan Turkse leeftijdsgenoten Duits spreken in Duitsland. De verschillen zijn voor een deel te verklaren als een gevolg van de context van het onderzoek: de Turkse jongeren uit Duitsland kwamen uit Kreuzberg in Berlijn, een van de Duitse wijken waar de invloed van de Turkse cultuur duidelijk zichtbaar is door de vele Turken die er wonen. Hierdoor gaan Turkse jongeren ook vaker dan Turkse jongeren in Nederland om met andere Turken. In Nederland wonen Turkse jongeren veelal in gekleurde wijken met een grotere culturele diversiteit.
Ondanks deze verschillen op het gebied van de sociale integratie blijken Turkse jongeren in Nederland zich net zo sterk te oriënteren op Turkije als Turkse jongeren in Duitsland. Turkse jongeren in beide landen identificeren zich dan ook meer met Turkije dan met Nederland of Duitsland.
Interessanter is echter dat de beheersing van de taal en een sterke band met het land van herkomst geen belemmering vormen voor de 'maatschappelijke integratie' van Turkse jongeren in de Nederlandse en Duitse samenleving. Oftewel, Turkse jongeren zijn niet minder 'goede' burgers dan hun autochtone leeftijdgenoten. Zo hebben Turkse jongeren over het algemeen meer vertrouwen in de verschillende maatschappelijke instituties dan autochtone jongeren en lezen Turkse jongeren in Nederland zelfs vaker de krant dan autochtone jongeren. Dit komt omdat een groot deel van de Turkse jongeren in Nederland de Spits! en de Metro leest. Gratis kranten die in Duitsland niet bestaan. Turkse jongeren lezen hiernáást overigens ook nog de Turkse krant.
Nederlandse Turken en Duitse Turken
Door Turkse jongeren in Nederland te vergelijken met Turkse jongeren in Duitsland, blijkt dat ze vanwege hun culturele achtergrond soms sterk op elkaar lijken en zich onderscheiden van andere allochtone jongeren. Dat blijkt uit hun oriëntatie op Turkije, uit het vasthouden aan hun moedertaal, en uit hun houding ten aanzien van de toetreding van Turkije tot de Europese Unie.
Op andere punten vertonen Turkse jongeren echter ook typisch Nederlandse trekken of typisch Duitse trekken. Zo zijn Turkse jongeren net als hun leeftijdsgenoten in Duitsland meer tevreden over de samenleving dan Turkse jongeren in Nederland. Turkse jongeren in Nederland vinden het evenwel weer belangrijker bij te dragen aan een betere samenleving, net als andere Nederlandse jongeren. Dat Turkse jongeren in Duitsland overigens meer tevreden zijn over de samenleving dan Turkse jongeren in Nederland is opvallend gezien de economisch moeilijke tijden die Duitsland sinds enkele jaren doormaakt. Dit lijkt ook zijn invloed te hebben op de oriëntatie van Turkse jongeren op de Europese Unie. In Nederland steunen Turkse jongeren net als autochtone jongeren de Europese Unie vanuit het idee dat Europese samenwerking de economische groei zal stimuleren. Turkse jongeren in Duitsland hebben juist het idee dat de Europese Unie in economisch opzicht zal leiden tot meer werkloosheid. Niet zo verwonderlijk, omdat met name Turken in Duitsland door hun wankele sociaal-economische positie de gevolgen ondervinden van de slechte economische omstandigheden.
Tot slot
Het beeld dat dit onderzoek schetst van de multi-etnische wijken in Nederland en Duitsland onthult dat het multiculturele drama, dat zich volgens sommigen zou voltrekken in deze buurten, nuancering verdient. Ondanks de moeizame integratie van Turkse jongeren - de vriendenkring bestaat hoofdzakelijk uit Turkse vrienden en het contact met autochtonen is gering - wordt de gangbare stelling dat het ontstaan van een eigen zuil de binding met de rest van de samenleving belemmert, niet bevestigd. De politiek-maatschappelijke interesse van Turkse jongeren voor de Nederlandse en Duitse samenleving is namelijk even sterk als bij autochtone jongeren. Of zoals eerst: De sterke oriëntatie op de eigen gemeenschap valt namelijk niet te wijten aan het feit dat Turkse jongeren een gebrek aan interesse voor de Nederlandse en Duitse samenleving hebben, al dan niet ingegeven door een zekere culturele onwil.
Het probleem van een moeizame sociale integratie is eerder van structurele aard. Doordat deze jongeren in wijken wonen, waar grotendeels allochtonen leven, komen ze in hun eigen buurt niet snel in contact met autochtonen. Turkse jongeren in Duitsland zijn zelfs nog in het nadeel in vergelijking tot hun Nederlandse leeftijdsgenoten, omdat de Turkse gemeenschap in de Duitse gekleurde wijken relatief groot is en er vaak minder allochtonen van een andere nationaliteit wonen. In zo'n situatie ontbreekt de noodzaak om over te stappen op het Duits.
Het geringe aantal autochtone jongeren dat in de multi-etnische wijken woont, voelt zich niet bedreigd door de vele andere culturele invloeden, zoals hun tolerante standpunt ten aanzien van de toetreding van Turkije tot de Europese Unie laat zien. Argumenten dat Turkije niet bij Europa hoort omdat het islamitisch is wijzen ze van de hand. Zij blijven evenwel kritisch over de vraag of Turkije wel klaar is om toe te treden.
Het onderzoek toont ook aan dat er over het algemeen brede steun is onder autochtone en Turkse jongeren in Nederland en Duitsland voor Europese samenwerking. Politici en bestuurders in Europa zullen echter duidelijk moeten maken dat de Europese Unie de belichaming vormt van dit politieke eenwordingsproces. Vooralsnog is de Europese Unie in de ogen van jongeren niet meer dan een abstract bestuurlijke orgaan. Zolang de Europese Unie er niet in slaagt dit beeld te veranderen zal het moeilijk worden om aansluiting te houden met toekomstige generaties.
Binnen die toekomstige generaties zullen Turken en andere allochtonen door de vergrijzing van de autochtone Nederlandse en Duitse bevolking een steeds belangrijkere plek innemen. Nu de steun onder Turkse jongeren voor Europese samenwerking nog sterk aanwezig is, heeft Europa er alle belang bij deze groepen niet uit het oog te verliezen.
Reacties
Geen reacties aanwezig