Jaren negentig
Achtergrond - 1 juni 2004Vreemdelingenhaat in Oost en West
Na de val van de Berlijnse Muur in 1989 worden de DDR en de Bondsrepubliek in 1990 weer verenigd. Hoewel in Oost-Duitsland veel minder allochtonen wonen dan in het Westen van Duitsland, is men er veel minder tolerant tegenover buitenlanders. Het aantal rechts-extremistische aanslagen is in de nieuwe deelstaten beduidend hoger dan in de oude deelstaten.
Onder de arbeidsmigranten sinds 1961 en politieke vluchtelingen van na 1980 die vanuit Turkije naar de Bondsrepubliek komen, bevinden zich veel Koerden. Hun aantal wordt op 580.000 geschat, waarvan 550.000 afkomstig uit Turkije. Nergens anders in Europa wonen zoveel Koerden.
De Koerden vormen een volk zonder land dat, onder andere in Turkije, streeft naar meer autonomie en onafhankelijkheid. Ook in Duitsland streeft de Koerdische minderheid naar officiële erkenning als aparte bevolkingsgroep. Deze erkenning zou moeten inhouden dat er speciale televisieprogramma's in het Koerdisch komen, en het bijvoorbeeld mogelijk is kinderen een Koerdische naam te geven. Dat dit tot nu toe nog altijd niet het geval is, wordt door veel Koerden gezien als een voortzetting van Turkse nationalistische politiek op Duitse bodem.
De spanningen die er in Turkije tussen Koerden en Turken bestaan, komen in 1993 ook in Duitsland tot uitbarsting, wanneer Koerden het Turkse consulaat in München bezetten. Later dat jaar worden ook aanslagen gepleegd op 53 Turkse bedrijven en instellingen. In reactie op een verbod op de viering van het Koerdische nieuwjaar tijdens het Newroz-feest in onder andere Augsburg volgt in maart 1994 de bezetting van snelwegen. Ook de uitlevering van de Koerdische politieke leider Öcalan aan Turkije leidt in februari 1999 tot onrust.
Eerste Turkse volksvertegenwoordiger
Cem Özdemir is in 1994 de eerste Duitser van Turkse afkomst die voor de Groenen lid wordt van de Bondsdag, het nationale parlement van Duitsland. Vanaf 2004 zal de politicus, die geboren is in 1965, de Groenen vertegenwoordigen in het Europees Parlement. Cem Özdemir is één van de weinige Turken die te vinden is in de Duitse politiek, want nog altijd zijn Turken niet goed vertegenwoordigd in de politiek. Turken die niet in het bezit zijn van een Duits paspoort mogen niet stemmen bij landelijke verkiezingen. In de diverse Duitse volksvergaderingen zijn in de jaren negentig dertien parlementsleden van Turkse afkomst vertegenwoordigd, waaronder tien vrouwen.
Migratieland
Bij de verkiezingen van 1998 behalen de SPD en de Groenen een meerderheid in de Bondsdag. Tijdens de coalitieonderhandelingen spreken beide partijen af werk te maken van de inburgering van allochtonen. Nadat CDU en FDP 16 jaar hebben geregeerd onder bondskanselier Helmut Kohl, ontbreekt er in Duitsland nog altijd een helder integratiebeleid. Ondanks het feit dat ongeveer 9 procent van de bevolking uit migranten bestaat, hield de Duitse regering vast aan het standpunt 'Deutschland ist kein Einwanderungsland'. Men heeft er lange tijd van uit willen gaan dat de gastarbeiders uiteindelijk terug zouden keren naar onder meer Turkije. Hoewel de gemiddelde verblijfsduur van de migrantenbevolking in de jaren negentig tegen de twintig jaar loopt, heeft het overgrote deel van de Turken nog altijd geen Duitse nationaliteit. Op deze manier blijven migrantenkinderen bijvoorbeeld uitgesloten van werken bij de overheid.
Turkse middenstand
Gedurende de jaren negentig verlaten steeds meer Turken de lopende band en beginnen voor zichzelf, richten een eigen zaak op, of gaan werken in de dienstverlenende sector. In 1972 werkte nog 84 procent van de mannelijke Turkse gastarbeiders als ongeschoolde arbeider. In 1993 is dat nog maar de helft en werkt een kwart als geschoolde arbeider, werkt 17 procent op een kantoor en heeft 6 procent een eigen bedrijfje.
Het aantal Turkse ondernemingen stijgt van 3.000 in 1970 naar ruim 60.000 in 1999. Samen hebben deze bedrijven een omzet van ongeveer 25 miljard euro en 293.000 werknemers in dienst. Meer dan 40 procent van de werknemers in Turkse bedrijven is niet van Turkse afkomst. Naar een studie van KPMG zullen Turkse ondernemingen in het jaar 2010 naar schatting zelfs 650.000 werknemers in dienst hebben en bijna 100 miljard euro omzetten - ter vergelijking: het nationaal product van Nieuw Zeeland bedraagt 78 miljard dollar.
Reacties
Geen reacties aanwezig