Overzicht onderhandelingen uitbreiding
Achtergrond - 1 november 2002Met de val van de Berlijnse Muur op 9 november 1989 komt er een einde aan de bipolaire situatie in Europa. De Sovjetunie en zijn satellietstaten in Midden- en Oost-Europa, die ruim veertig jaar onlosmakelijk met elkaar verbonden leken in hun strijd tegen het 'Westerse kapitalisme en imperialisme', integreren in de jaren negentig meer en meer in het Huis van Europa. Het sluitstuk van deze eenwording is de toetreding van de voormalige socialistische landen tot de Europese Unie. De uitbreiding van de EU naar het Oosten heeft een hele geschiedenis, maar tegelijkertijd nog een lange weg te gaan.
In 2004 zullen zeven landen die tot het Warschaupact behoorden ( Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije en Polen) samen met de voormalige Joegoslavische deelstaat Slovenië, en de altijd op het Westen georiënteerde landen Cyprus en Malta, deel gaan uitmaken van de Europese Unie. Hieronder wordt een overzicht geschetst van de uitbreidingsonderhandelingen met de hierboven genoemde kandidaat-lidstaten. Deze besprekingen vinden in eerste instantie plaats tussen de potentiële leden en de Europese Gemeenschap. Vanaf 1993, als de pijlerstructuur van het Verdrag van Maastricht van kracht is, heet de gesprekspartner van de voormalige Oostbloklanden, Malta en Cyprus de Europese Unie.
1990
In Dublin komt de Europese Raad eind april in een buitengewone zitting bijeen. Op deze bijeenkomst wordt overeenstemming bereikt over een gemeenschappelijke benadering van de Duitse vereniging en over de betrekkingen van de Gemeenschap met de landen in Midden- en Oost-Europa. Een maand later wordt in Parijs de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling opgericht, die moet bijdragen aan de financiering van investeringen in de landen van het voormalige Oostblok. Op 4 en 16 juli doen respectievelijk Cyprus en Malta officiële verzoeken om toetreding tot de Europese Gemeenschap.
1991
Half december worden er door de lidstaten van de Europese Gemeenschap Europa-overeenkomsten getekend met Polen, Hongarije en Tsjechoslowakije. Hierdoor worden de banden, ook op economisch gebied, inniger tussen de voormalige socialistische landen en de Europese Gemeenschap.
1992
De Europese Raad keurt in augustus een verordening goed, die de uitbreiding van economische hulp aan Slovenië voorstaat.
1993
Met Roemenië (1 februari) en Bulgarije (8 maart) worden Europa-overeenkomsten over de handel getekend. Eind juni vindt er een tweedaagse Europese Top plaats in Kopenhagen. De Raad belooft aan de landen in Midden- en Oost-Europa dat ze volwaardig lid kunnen worden van de Unie, zodra ze aan de vereiste politieke en economische voorwaarden voldoen. Vanaf 1993, als de pijlerstructuur van het Verdrag van Maastricht van kracht is, heet de gesprekspartner van de voormalige Oostbloklanden, Malta en Cyprus niet meer de Europese Gemeenschap maar de Europese Unie.
1994
Op 31 maart dient Hongarije een officiële aanvraag in om tot de Europese Unie toe te treden, vijf dagen later doet Polen hetzelfde. Eind mei wordt in Parijs een openingsconferentie gehouden voor een stabiliteitspact met de landen in Midden- en Oost-Europa. Twee maanden later worden met de drie Baltische staten in Brussel vrijhandelsovereenkomsten gesloten. Begin december komt de Europese Raad in Essen bijeen en bereikt overeenstemming over een algemene strategie om de landen van Midden- en Oost-Europa nader tot de Gemeenschap te brengen.
1995
Op 1 februari worden de Europese associatieovereenkomsten voor de totstandkoming van een samenwerking tussen de Europese Unie en Bulgarije, Roemenië, Tsjechië en Slowakije van kracht. Bijna twee maanden later wordt het stabiliteitspact voor Midden- en Oost-Europa in Parijs ondertekend. Van 3 tot 10 mei buigt de Europese Commissie zich over de integratie van de landen in Midden- en Oost-Europa in de interne markt van de Europese Unie. Een maand later, half juni, wordt een associatieovereenkomst getekend met Estland, Letland en Litouwen. Tien dagen later dient Roemenië een aanvraag in om toetreding tot de Europese Unie, op 27 juni gevolgd door Slowakije. Letland dient op 27 oktober een verzoek in, Estland precies een maand later en Litouwen op 12 december.
1996
Op 17 januari dient Tsjechië een officieel verzoek in om toetreding tot de Europese Unie. Slovenië volgt het Tsjechische voorbeeld op 10 juni.
1997
Half juli presenteert de Europese Commissie 'Agenda 2000 Naar een sterkere en grotere unie'. Daarin formuleert zij haar adviezen over de verzoeken tot toetreding van tien landen uit Midden- en Oost-Europa .
1998
Op 1 februari treden de Europa overeenkomsten met de Baltische staten in werking. Anderhalve maand later wordt in Londen voor het eerst een Europese Conferentie gehouden met de vijftien leden van de EU en de kandidaat-lidstaten. Aan het eind van maart wordt tijdens een ministervergadering in Brussel gestart met het proces van de toetreding tot de Europese Unie van de kandidaat-lidstaten.
1999
In Brussel is er half juli een vergadering van de ministers van Buitenlandse Zaken van de vijftien lidstaten van de Europese Unie, van de tien kandidaat-lidstaten van Midden- en Oost-Europa ( Polen, Tsjechië, Slowakije, Estland, Letland, Litouwen, Slovenië, Bulgarije, Roemenië en Hongarije) en van Cyprus, Malta en Zwitserland. Turkije wenst niet bij de besprekingen te zijn. Op de agenda staan de bestrijding van de grensoverschrijdende georganiseerde misdaad en de situatie in het voormalige Joegoslavië. In december komt de Europese Raad bijeen in Helsinki. Daar wordt besloten toetredingsonderhandelingen met Roemenië, Slowakije, Letland, Bulgarije en Malta te beginnen. Turkije wordt als kandidaat-lidstaat erkend.
2000
De openingszitting van de ministeriële conferenties voor de toetredingsonderhandelingen met Malta, Roemenië, Slowakije, Letland, Litouwen en Bulgarije wordt gehouden in Brussel (januari). De kandidaat-lidstaten worden bij deze gelegenheid gewezen op het belang van de formele omzetting en ten uitvoer brengen van het acquis communautaire, het totale overnamepakket waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen de bevoegdheden van de nationale instellingen en de taken van de Europese instanties. Dit acquis communautaire beslaat 85 duizend pagina's onderverdeeld in 31 hoofdstukken over onder andere belastingen, energie, financiën, landbouw, mededinging, milieu, ondernemingsrecht, sociale zaken en vrij verkeer van personen en kapitaal. De Europese Commissie dient in november van dat jaar een verslag in bij de Raad, waarin de vorderingen van de kandidaat-lidstaten staan vermeld. Bovendien zijn daarin de eisen opgenomen waaraan Turkije moet voldoen voordat eventuele toetredingsonderhandelingen van start kunnen gaan, zoals bijvoorbeeld op het gebied van mensenrechten en democratie. Bij de Top in Nice (begin december) wordt door de lidstaten van de Europese Unie de toetreding van de kandidaat-leden verwelkomd.
2001
Half december vindt in Laken (België) de Europese Raad plaats. De Raad beslist dat de onderhandelingen met de kandidaat-lidstaten die klaar zijn voor toetreding tot de Europese Unie eind 2002 moeten zijn afgerond, zodat zij kunnen deelnemen aan de Europese Parlementsverkiezingen in 2004.
2002
Op woensdag 9 oktober geeft de Europese Commissie daarvoor het startschot met de aanbieding van een strategisch rapport aan het Europees Parlement. In Ierland stemt tien dagen later een meerderheid van de bevolking vóór uitbreiding van de EU naar het Oosten. Op 24 en 25 oktober vindt in Brussel een bijeenkomst plaats tussen de Europese regeringsleiders waarbij wordt besloten met welke landen onderhandelingen over toetreding kunnen worden afgerond. Voordat de EU-top in Kopenhagen plaatsvindt (op 12 en 13 december), moeten de huidige lidstaten van de Unie het eens worden over de subsidies in de landbouw, het laatste grote hoofdstuk in de onderhandelingen over de toetreding van Midden- en Oost-Europese landen. Ongeveer de helft van de uitgaven van de Europese Unie worden gedaan in het kader van de landbouwsubsidies. Sommige lidstaten, zoals Nederland en Duitsland, zijn niet tevreden over het huidige systeem van inkomenssteun voor boeren. President Chirac en bondskanselier Schröder komen in Brussel (oktober 2002) weliswaar tot een akkoord over het stelsel van de landbouwsubsidies, maar daarover is het laatste woord nog niet gesproken. In Kopenhagen wordt met tien landen ( Polen, Tsjechië, Slowakije, Estland, Letland, Litouwen, Malta, Cyprus, Slovenië en Hongarije) een verdrag over toetreding per 1 mei 2004 worden gesloten. In het geval van Cyprus zijn er nog wel de nodige punten van zorg. Het land wordt tot de Europese Unie toegelaten, maar het conflict tussen Grieks-Cyprioten en Turks-Cyprioten dient nog wel te worden opgelost. Roemenië en Bulgarije hebben de verzekering gekregen dat zij tot de Unie worden toegelaten in 2007. Turkije krijgt in Kopenhagen meer duidelijkheid over toetreding: de Europese Commissie brengt in december 2004 verslag uit aan de Europese Raad over de vorderingen die dat land maakt ten aanzien van de toelatingscriteria. Heeft Turkije zich ontwikkeld tot een democratische rechtsstaat, en eerbiedigt het de mensenrechten, dan zal met de onderhandelingen voor toetreding worden begonnen.
Voor een uitgebreid verslag van de Top in Kopenhagen, klik hier.
2003
De parlementen van de huidige lidstaten en de nieuwe EU-landen ondertekenen op 16 april 2003 in Athene de toetredingsverdragen. Wanneer de toetredingsverdragen zijn getekend, dan kan de bevolking van sommige kandidaat-lidstaten nog in een referendum voor of tegen het EU-lidmaatschap stemmen. De huidige EU-landen moeten in 2003 de toetredingsverdragen ratificeren.
2004
De uitbreiding van de Europese Unie met de tien bovengenoemde landen, waardoor het totaal op 25 komt, zal op 1 mei 2004 een feit zijn. In juni van dat jaar zullen er verkiezingen worden gehouden voor het Europees Parlement. Daaraan zullen dan voor het eerst ook de tien nieuwe lidstaten deelnemen.
2007
Op 1 januari 2007 zullen ook Bulgarije en Roemenië worden opgenomen in de Europese 'familie'. Daarvóór zullen nog heel wat voorbereidingen moeten worden getroffen om beide landen rijp te maken voor het lidmaatschap van de Europese Unie.
Later...
Tot op heden heeft Turkije de status van 'EU-kandidaat', maar met dit land wordt nog niet onderhandeld. Daarnaast zijn er nog enkele potentiële 'EU-kandidaten' (zoals Kroatië, Albanië, Bosnië-Herzegovina, Servië-Montenegro, Macedonië, de Oekraïne, Wit-Rusland en Moldavië) die in de toekomst voor toetreding in aanmerking komen.
Reacties
Geen reacties aanwezig