In Nederland is de waarde van andermans leven bespreekbaar geworden
Achtergrond - 1 mei 2002
Voor een land dat er zo trots op is alles bespreekbaar te maken, valt de inhoud van het Nederlandse bio-ethische debat nogal tegen. Of het nu gaat om pre-implantatiediagnostiek, euthanasie of onderzoek op embryonale stamcellen: de dapper discussiërende Nederlanders debatteren hoofdzakelijk door vreselijke ziektes en tragische gevallen aan te slepen. Losse casussen in plaats van hoofdlijnen bepalen zo het debat, en in plaats van de angst voor leed te benoemen, wordt deze ongegeneerd gebruikt. Het resultaat is altijd hetzelfde: in Nederland mag uiteindelijk, onder strenge voorwaarden en onder toezicht van een ethische commissie, alles
Door het ontbreken van inhoudelijk debat is helaas onduidelijk waar die ethische commissie houvast zou moeten vinden, en die strenge voorwaarden behelzen dan ook zelden meer dan een procedure. Duitsers zijn daarbij vergeleken misschien slecht in het vinden van pragmatische oplossingen, ze hebben wel een heldere regeling, die bovendien meer recht doet aan de autonomie dan veel Nederlanders beseffen.
Autonomieargument
Als Nederlanders hun aanpak van euthanasie verkopen in het buitenland, grijpen ze steevast naar dat autonomieargument: de zieke mens beschikt in Nederland zelf over zijn dood. De Duitse juriste Birgit Reuter echter heeft in haar in 2000 verschenen proefschrift getoond, hoe de geleidelijke legalisering van euthanasie in Nederland een rechterlijk en later parlementair antwoord was op het verzoek van artsen om leven te mogen beëindigen. Niet de vraag van de patiënt, maar de vraag van de arts gaf het startschot voor de ontwikkeling; niet de zelfbeschikking van de mens gaf de doorslag, maar het feit dat artsen in een noodsituatie meenden te verkeren.
Doden-niet-op-verzoek
Niet echt verwonderlijk is het daarom dat het 'doden-niet-op-verzoek' onder Nederlandse artsen eveneens ingang heeft gevonden; de Commissie-Remmelink ging over 1990 uit van 1040 gevallen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om veel te vroeg geboren, zwaar gehandicapte kinderen, om mensen met Alzheimer of in vegetatieve toestand. Maar Birgit Reuter citeert ook Nederlands onderzoek waarin artsen zelfs aangeven mensen zonder hun verzoek te hebben gedood die wel wilsbekwaam waren. Toch blijft de Nederlandse euthanasielobby hardnekkig niet alleen de euthanasiepraktijk rechtvaardigen met een beroep op de zelfbeschikking, ze reageert zelfs woedend op iedereen die het waagt te wijzen op de praktijk van het 'doden-niet-op-verzoek'. De wetgeving om dat 'doden-niet-op-verzoek' onder voorwaarden te legaliseren, ligt intussen al klaar, zei Jaap Visser van het ministerie van VWS eind september op een bijeenkomst over euthanasie in Berlijn.
Situatie in Duitsland minder zwart-wit
Hiertegenover staat de Duitse situatie, die minder zwart-wit is dan Nederlanders denken. Om te beginnen wordt er onderscheid gemaakt tussen actieve en passieve euthanasie. De pragmatische Nederlanders mogen het dan hetzelfde vinden ('dood is dood'), in Duitsland vindt men het een verschil of je de behandeling staakt, waarna de patiënt sterft aan zijn ziekte, of dat je iemand actief gif toedient. Het eerste is in Duitsland toegestaan als de patiënt dat wil, het tweede is strafbaar. In die gevallen waarin het staken van een behandeling geen oplossing biedt, geldt dat zelfdoding een uitweg kan zijn. Toen in de meeste landen op zelfmoordpogingen nog straf stond, stond het in Pruisen de mens al vrij zijn eigen leven te beëindigen. Daarbij mag, anders dan in Nederland, een ander hem helpen, alleen een arts mag dat uitdrukkelijk niet. Conclusie: in veel gevallen die in Nederland onder het begrip 'euthanasie' worden geveegd, worden in Duitsland eveneens beslissingen genomen om het levenseinde niet langer op te schorten of zelfs met eigen hand naderbij te brengen. Het enige wat taboe blijft, is het actief doden van een ander: dat mag in Duitsland niet.
Verbod om te doden
En anders dan hun Nederlandse collega's zullen Duitse artsen de laatsten zijn om op nuancering van dat dodingsverbod aan te dringen, zei de voorzitter van de Bundesärztekammer prof. Jörg-Dietrich Hoppe in januari 2001 in Trouw: ,,Ik heb nooit goede argumenten van de Nederlandse artsen gehoord. Ik denk dat er in Nederland een dijkdoorbraak heeft plaatsgevonden en dat die nu achteraf wordt gerechtvaardigd.''
Heel soms vragen de liberale Nederlanders zich af waarom de oosterburen toch zo anders denken over vragen rond begin en eind van het leven. In een moment van helderheid zie je ze dan het antwoord te binnen schieten: natuurlijk, de oorlog! Maar gelukkig hebben Nederlanders geen geschiedenis om zich iets van aan te trekken. Hoewel toch allemaal geboren in de eeuw van Stalin, Hitler en Mao, vinden de Nederlanders de tijd rijp om het verbod om te doden te gaan relativeren. In Nederland leven immers louter mensen met goede bedoelingen, en daarom mogen artsen doden zonder dat de rechter eraan te pas komt. Maar heus, er is een ethische commissie en er zijn heel strenge criteria. Waarna in de eerste de beste zaak waarin die criteria met voeten getreden worden de voorstanders van de Nederlandse regeling, die gisteren nog geruststellend de stoplap van de ethische commissie en de strenge criteria aanriepen, prompt om begrip voor de dodende artsen roepen.
Geschiedenis
Duitsland intussen tobt niet alleen met zijn verleden, het profiteert er ook van, leert ervan. Natuurlijk speelt in de euthanasiediscussie de moord op gehandicapten onder de nazi's een rol, die destijds Gnadentod werd genoemd en door de geallieerden later euthanasia. Gita Neumann van het Humanistischer Verband denkt dat de les die veel Duitsers hieruit hebben geleerd is dat ze nooit meer zullen onderscheiden tussen leven dat het leven waard is en leven dat het leven niet waard is. Hoewel voorstandster van euthanasie, bepleit Neumann dan ook alleen recht op zelfbeschikking, en wijst zij 'doden-niet-op-verzoek' af omdat dan buitenstaanders iemands leven onwaardig achten en beëindigen.
Waarde van leven
Dit taboe bestaat in Nederland niet meer. Als iets de afgelopen decennia bespreekbaar is geworden, dan is het wel de waarde van andermans leven: te pas en te onpas wordt er, in de kroeg, op het werk en in de trein, gesproken over de omstandigheden waaronder "het niet meer hoeft". Dat komt doordat het debat over PID (preïmplantatiediagnostiek), euthanasie en ook over late abortus wordt gevoerd door casussen aan te dragen. Daarbij wordt de vraag wat iemand zelf zou willen verward met wat een ander zal willen; het antwoord op de vraag of je zelf in coma verder zou willen leven wordt verward met het antwoord van degene die al in coma ligt en niet kan antwoorden. Toen een bekende arts uit de euthanasielobby in paniek een patiënt doodde omdat die op aangrijpende wijze op sterven lag, werd nadrukkelijk ter rechtvaardiging aangevoerd dat de kinderen de arts hadden gevraagd om in te grijpen. Dat het er helemaal niet toe doet wat de kinderen, de buren, de paus of wie dan ook ervan vinden, merkte niemand op. Ondanks het veelvuldige beroep op de autonomiegedachte wordt in het Nederlandse debat heel gemakkelijk de mening van omstanders verward met de mening van degene om wiens leven het gaat.
In Duitsland hebben ze voor zulke gevallen heel duidelijke regels: wie buiten bewustzijn is, wordt verpleegd. Heeft iemand tevoren, bij bewustzijn, vastgelegd een bepaalde behandeling niet te willen, bijvoorbeeld kunstmatige beademing, dan wordt daarvan afgezien. In alle andere gevallen wordt er leven gerekt, en onder alle omstandigheden is actief doden verboden. In welk land wordt de autonomie van degene om wie het gaat nu eigenlijk het meeste gerespecteerd?
Duits bio-ethisch debat inhoudelijker
Niet alleen over euthanasie is het debat in Duitsland inhoudelijker dan in Nederland, hetzelfde geldt voor PID en embryonaal stamcellenonderzoek. Terwijl in Nederland elk debat uitloopt op liberalisering, waarbij de laatste tegenstribbelende twijfelaar wordt afgedaan als een christelijke stijfkop die zijn mening wil opleggen aan een geseculariseerde meerderheid, daar is de meningsvorming in Duitsland veel opener en daardoor verrassender. Enerzijds zijn juist veel SPD'ers en bijna alle Groenen waardenconservatief, terwijl anderzijds in de CDU soms naast conservatieve ook zeer liberale geluiden te horen zijn.
In januari vond in de Bondsdag een indrukwekkend debat plaats over toelating van onderzoek op embryonale stamcellen. Indrukwekkend, omdat het ging over de hoofdvraag: wat is leven? Waarbij de Groene Monika Knoche pleitte voor een Duitse gidslandrol: ,,Veel van onze buurlanden zouden blij zijn met een duidelijk 'nee'", terwijl de CDU'er Peter Hintze juist waarschuwde, dat wie een hoopje cellen net zo serieus beschermt als een mens uiteindelijk de beschermwaardigheid van het menselijk leven ondergraaft: ,,De mens is meer dan een biologische wortel.'' Enkele maanden daarvoor was in de Tweede Kamer over hetzelfde onderwerp even heen en weer gepraat. Zelfs voor Haagse begrippen was het saai.
Momenteel loopt Duitsland zich warm voor de volgende discussie: over PID, de aanmaak van meerdere embryo's door in-vitrofertilisatie (IVF), niet omdat de vrouw niet op natuurlijke wijze zwanger kan worden, maar met als doel de embryo's eerst te testen op erfelijke ziektes en alleen gezonde embryo's in te plaatsen. In Nederland is dergelijke pre-implantatiediagnostiek allang toegestaan, onder voorwaarden, spreekt voor zich. Niet het parlement overigens, maar de Gezondheidsraad heeft daartoe besloten.
Steeds valt in zulke debatten op dat in Duitsland niet van geval tot geval wordt geoordeeld, maar wordt gespeurd naar grenzen die onder alle omstandigheden gelden. ,,Ik geloof niet dat een humane samenleving mogelijk is zonder vaste ijkpunten. Kijk naar wat er onder de nazi's met mensen gedaan kon worden'', zei de Duitse minister van justitie Herta Däubler-Gmelin (SPD) op 16 november in de Katholische Akademie in Berlijn. ,,Ik geloof niet dat we met een houding van why not, van 'laten we erover praten' en het bedenken van allerlei mooie ethische procedures alles kunnen oplossen.''
Gerbert van Loenen is correspondent voor Trouw
Reacties
Geen reacties aanwezig