Taal der liefde
Columns - 13 oktober 2022 - Auteur: Merlijn SchoonenboomNu ze verhuisd zijn valt het me pas goed op: het Nederlands-Spaanse liefdespaar zegt nog steeds ‘Schatz’, ‘Bitte’ of ‘Ich vermisse dich’ tegen elkaar, en schreeuwt, als ik er niet bij ben, vast ook wel eens ‘Arschloch’. Zoals zovele internationale paren hebben ze elkaar in Berlijn leren kennen, en in plaats van Engels is Duits de taal van hun liefde geworden - ook al zijn ze nu alweer jaren weg uit Duitsland.
Ik moest aan dit paar denken toen ik over de dag van de Duitse taal las, die op 11 oktober in Nederland werd gehouden. Nederlandse scholieren beheersen het Duits niet goed meer, en dus wordt er van alles bedacht om het ze bij te brengen. Ik lees veel nuchtere pragmatiek over het belang van Duitsland als ‘handelspartner’, maar niets over de belangrijkste reden die de Nederlanders om mij heen hebben gehad om Duits te willen spreken.
Ik moet zelfs toegeven: ook ik wilde als scholier geen Duits leren. Dat ik met eind twintig de taal een beetje leerde spreken was toeval. Ik was verliefd op een Russin in Parijs en wilde daarom Frans leren, maar in plaats daarvan werd ik verliefd op de Amsterdamse promovenda die mij bijles Frans gaf - en die bleek Duits. Als gevolg van die eerste Duitse taalkennis mocht ik jaren later voor een krant in Berlijn werken, kreeg een nieuwe Duitse geliefde, daarna kwamen de Duitse schoonouders, de Duitse kinderen en de Duitse belastingpapieren.
Achteraf ben ik deel van een trend geweest: Berlijn was de afgelopen twintig jaar een magneet voor jonge mensen van overal vandaan, en als gevolg daarvan is ook de groep internationale liefdesparen groot. Nederlandse mannen met Duitse vrouwen hebben hieraan zonder twijfel een zeer groot aandeel, al weet ik nog steeds niet precies waarom dat zo is. Wel weet ik zeker dat de liefde voor de meesten een doorslaggevende reden is waarom ze zo vol Begeisterung ‘die, der, das’ uit elkaar proberen te houden.
Veel Duitsers zeggen dat ze hun taal ‘te hard’ vinden, maar het Duits blijkt een goede taal der liefde te kunnen zijn. In de liefde verdwijnen de clichés van het Duits als taal van onvriendelijke treinconducteurs en bureaucratische briefwisselingen. Het kent woorden die teder (zart) zijn, je kan er prima abgrundtief in ruzie maken (de scheldwoorden in Fäkalsprache zijn minder grof dan de Nederlandse ziekte-verwensingen), en je kan er complexe gedachtes mee verwoorden. De Nederlander van het eerder genoemde stel vertelde me hoe hij via lange emails in het Duits zijn Leidenschaft voor de Spaanse heeft leren beschrijven: ‘Juist doordat je in het Duits lange zinnen maakt’, zegt hij, ‘kon ik dieper op mijn gevoelens ingaan dan in het Engels’.
Natuurlijk, ook in Duitsland kan je je steeds vaker in het Engels redden, maar je opent er minder harten mee - en minder deuren. Ik kan me de zorgen van de organisatie van de Dag van de Duitse taal daarom goed voorstellen. Ik heb als correspondent te vaak vol Fremdscham moeten toehoren hoe bezoekende Nederlandse ministers zich alleen in steenkolen-Engels konden uitdrukken. Ze leken er zich niet eens bewust van. Maar de enige die goed Duits kon, is wel het verst gekomen (Timmermans).
Ik weet niet of wij internationale Turteltäubchen er ook voor zorgen dat de Nederlandse handelsbalans op peil wordt gehouden, maar ik heb inmiddels zo vaak bij congressen en debatten over Duits-Nederlandse samenwerking meegedaan dat mijn liefdesleven indirect toch ook vast aan de Völkerverständigung bijdraagt. Er is alleen één probleem voor Nederlanders die nu fleißig de taal willen leren. Toen wij Berlijns-Nederlandse mannen hier aankwamen, spraken we vooral Rudi Carrell-Duits, met een vet accent en veel grammaticafouten. 'Zo charmant!’, hoorden we van de Duitse vrouwen die we leerden kennen. Die holprige charme blijkt van belang om het Duitse ijs te breken. Je moet de taal dus uitstekend beheersen, maar, zoals Carrell zelf ook goed wist, ook weer niet té vlekkeloos spreken.
Lees meer over 'Duitse taal':
Mythes en misverstanden over talenstudies
Moet je per se leraar worden na een talenstudie? Germanist Trixie Hölsgens beantwoordt deze en andere vragen over talenstudies.
'De Duitse taal is mijn gereedschap'
Omdat het 10 oktober de Dag van de Duitse Taal is, spraken we vertalers Lotte Hammond en Ralph Aarnout over hun vak.
Een problematische beer
De Duitse minister Paus wordt voor 'Problembär' uitgemaakt, las columniste Inge Jooris in de Duitse media. Zijn haar dagen als minister geteld?
Vechten als ketellappers
De Duitse regering heeft zo veel ruzie, het lijkt wel een bende 'Kesselflicker', zei een van de ministers. Columniste Inge Jooris legt uit wat hij bedoelt.
Reacties
Het is mij een raadsel waarom de Nederlanders schelden met ziektes, in plaats van met (zachte) drekstoffen. De drekstoffen geven totaal geen aanstoot. We gaan allemaal naar de w.c. en we gaan er niet aan dood. Ik kan de al te ruwe ziekte-verwensingen niet verklaren en niet begrijpen..
Verdammte Scheiße !!!
Calvinisme ?
Auch ich finde diesen Artikel so schön positief und begeistert geschrieben.
Auch ich bin für oder durch die Liebe in ein anderes Land, aus Deutschland die Niederlanden gekommen.
Aber wie soll ich meinen niederländischen Schülern dies anhand der " Liebe" deutlich machen? Den Gedanken evt. Irgendwann einmal wegen der Liebe....
Turteltäubchen uit Duitsland waren er in het verleden heel veel in Nederland.
Heel veel Nederlanders weten niet (meer) dat ze vele Duitse voorouders hebben.
Wie schön, Merlijn, du das Thema angehst. Ich teile deine Erfahrungen. Den Akzent niederländischer Männer anziehend/charmant zu finden ist mir leider noch nicht gelungen.