Het nationaal-socialistische wereldbeeld
Derde Rijk tot 1939
Hitlers variant op het fascisme van Mussolini was een agressieve mix van racistisch hypernationalisme, antisemitisme en communistenhaat. In- en uitsluiting waren belangrijke onderdelen van de ideologie. Het nationaal-socialisme had een sociaal gezicht voor de eigen mensen, maar dit ging ten koste van vele, vele anderen.
In 'Mein Kampf' beschreef Hitler zijn politieke programma en overtuigingen. Poster uit 1938.
Hitler en zijn NSDAP maakten deel uit van een Europese beweging die tijdens het interbellum, de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog, op meer plaatsen succesvol was: het fascisme. Het nationaal-socialisme was in belangrijke opzichten zo veel radicaler dan Mussolini’s politieke beweging dat sommige historici zich hebben afgevraagd of dit geen nieuw, op zichzelf staand verschijnsel was.
Toch zijn er veel overeenkomsten. Net als het fascisme is het nationaal-socialisme een antileer. Het vriend-vijand-denken was een belangrijk kenmerk. Fascisten en nationaal-socialisten benadrukten het belang van het collectief, van de natie en vooral van de volksgemeenschap. Beide verheerlijkten ze viriliteit en absoluut leiderschap. Verder waren ze vooral tegen veel zaken: tegen de democratie, het communisme, het individualisme, het intellectualisme, liberalisme, etc..
Een belangrijk kenmerk van fascisme is de combinatie van enerzijds terugverlangen naar een geïdealiseerd verleden en anderzijds juist het omarmen van heden en toekomst. Fascisme en nationaal-socialisme verschaften teleurgestelde burgers in een periode van grote onzekerheid een dynamisch alternatief voor het falende democratische systeem, dat in hun ogen achterhaald en decadent was.
Dit alternatief werd met de modernste middelen aan de man gebracht. Om de eigen politiek kracht bij te zetten werd de vooruitgang omarmd: autowegen werden aangelegd en voor de propaganda werden radio en film ingezet.
Het nationaal-socialisme was echter veel gewelddadiger dan het fascisme. Het grote verschil met het Italiaanse fascisme was de nationaal-socialistische rassenleer en het rabiate antisemitisme. Volgens Hitler was het Arische ras, waartoe de Duitsers behoorden, voorbestemd om minderwaardige rassen, zoals het Slavische, te overheersen. Op die manier werd het streven naar leefruimte (Lebensraum) voor het Duitse volk in Oost-Europa gelegitimeerd.
De minderwaardigste rassen waren in Hitlers ogen de Joden en de Sinti en Roma. Hitler verbond zijn Jodenhaat expliciet met zijn afkeer van communisten: elke Jood was in zijn ogen een gevaarlijke bolsjewiek en omgekeerd.