Derde generatie Oost-Duitsers eist podium op
DDR-jongeren vinden elkaar in project ‘Dritte Generation Ost’
Achtergrond - 28 november 2012
De derde generatie Oost-Duitsers roert zich. In het boek ‘Dritte Generation Ost’ vertelt de DDR-jeugd die tussen 1975 en 1985 werd geboren wie ze zijn en wat ze willen. Ze zien voor zichzelf een bemiddelaarsrol weggelegd tussen Oost en West en zijn op zoek naar hun wortels. Maandag vertelden ze daarover in Rotterdam. “We zijn opgegroeid in een vacuüm. Dat vormt je.”
“Het is moeilijk”, vertelt Christine Steinhäuser (1976). “Ik was kind in de DDR. Je kunt je nog veel herinneren, maar je was nog niet zo oud dat je beslissingen over je eigen leven kon nemen. Oudere Oost-Duitsers vragen ons soms wie wij denken dat we zijn om iets over de DDR te zeggen. ‘Ben je wel een echte Ossie?’ hoor je dan. Ik zeg dan: Ja!" Steinhäuser weet nog veel van die tijd. Dat ze in de rij stond als er ergens sinaasappels te koop waren. Hoe het op school was en bij de Pioniere, de jeugdbeweging van de DDR. Hoe je gepest werd door de andere Pioniere als je naar de kerk ging. Voor het christelijk geloof was in de seculiere boeren- en arbeiderstaat weinig ruimte.
“Je maakt een omwenteling mee zonder dat je die zelf kunt vormgeven”, beaamt Michael Hacker (1979). Steinhäuser en Hacker waren 10 en 13 toen de Muur viel. Ze delen hun ervaringen als Wendekinder en vertellen daarover op uitnodiging van het Goethe Institut in het Rotterdamse theater De Unie.
Lerares met zenuwinzinking
“We zijn opgegroeid in een vacuüm. Er was veel onzekerheid. Dat krijg je ook mee van je ouders”, vertelt Steinhäuser als Hans Verbeek, de voormalig Berlijn-correspondent die het gesprek leidt, vraagt naar haar ervaringen na de val van de Muur. “Ook in het onderwijs veranderde veel. Tot 1989 hadden we bijvoorbeeld het vak Staatsbürgerkunde. Dat ging over de geschiedenis van de Oost-Duitse communistische partij. De lerares die dat vak gaf, ging in 1990 weg met een zenuwinzinking. De leraren die bleven, waren gespannen. Dat merk je als scholier, dat vormt je.”
“Er is veel onbehagen bij ons als derde generatie”, legt Hacker uit. “Er zijn veel stereotype beelden, bijvoorbeeld in de discussie over of de DDR meer was dan een onrechtstaat. Of over de werkloosheid in Oost-Duitsland na de eenwording. Er was onrecht. Er is werkloosheid. Maar het verhaal is veel complexer.”
Bemiddelen
Hacker is een van de initiatiefnemers van het project ‘Dritte Generation Ost’, waaraan ook Steinhäuser - die sinds 1999 in Amsterdam woont - meewerkt. Deze zomer verscheen een boek met dezelfde titel. Daarin leggen zo’n dertig auteurs die tot de derde generatie Oost-Duitsers behoren uit wat ze willen. Er zijn 2,4 miljoen Oost-Duitsers geboren tussen 1975 en 1985, schrijven Hacker en twee generatiegenoten in de inleiding van hun boek. Ze zien voor zichzelf een bemiddelaarsrol weggelegd. Niet alleen tussen de verschillende generaties in Oost-Duitsland, maar ook tussen Oost en West, omdat ze zowel in de DDR als in het herenigde Duitsland zijn gesocialiseerd. Oost heeft West nodig, schrijven ze, maar West kan ook leren van Oost. Bijvoorbeeld van de ervaring die Oost-Duitsers na 1990 met grote structurele en demografische veranderingen hebben opgedaan.
De derde generatie Oost-Duitsers is daarnaast op zoek naar haar wortels, schrijven de auteurs. Ze merken in hun leven nog altijd dat ze in de DDR zijn opgegroeid. Ze zijn vrijwel allemaal voor studie en werk vertrokken uit de omgeving waar ze hun jeugd doorbrachten. Van de tweede generatie Oost-Duitsers, hun ouders, eisen ze dat die over het leven in de DDR vertellen. “Wie niet bereid is te vertellen, moet niet verbaasd zijn als hij of zij op het eind alleen staat met zijn angsten en herinneringen”, staat in de inleiding van het boek. “Het zwijgen over het verleden is in veel families een onverdraaglijke realiteit. Het staat buiten kijf dat de derde generatie een groot belang heeft bij de verhalen van de eigen familie.”
Gesprekken met ouders
In Rotterdam is Hacker minder hard in zijn eis aan de tweede generatie om te praten. In gesprek komen met hun ouders is vaak lastig voor de jonge Oost-Duitsers, zegt hij. “Veel ouders hebben moeite om over hun rol in de DDR te spreken”, zegt Hacker. “Wij zijn ook niet als de generatie-68, die van hun ouders eisten dat ze vertelden wat ze in de nazitijd hadden gedaan. Wij klagen niet aan, wij zijn veel terughoudender. We hebben behoefte aan harmonie.”
Ze hoeven ook niet per se te weten of hun ouders bij de Stasi waren, zegt Hacker. “Het is vaak algemener. Hoe leefde je? Hoe kijk je naar de crisis van nu? Waar was je in de jaren tachtig bang voor?” Steinhäuser: “Mijn moeder vertelde dat haar studentencollectief in 1968 een verklaring moest tekenen dat ze instemden met de Russische inval in Praag. Ik vroeg: ‘Echt? Deed je dat?’ Toen legde zij uit dat het helemaal geen zin had om dat als individu niet te doen. Dat wist je. Zo komen gesprekken tot stand. Of ik vraag hoe ze aan gezond eten kwamen omdat er in de DDR zoveel niet te krijgen was. Dan vertelt ze over de volkstuintjes die ze hadden. Zo krijg je de verhalen. Dan kom je niet terecht in de discussies over de DDR als onrechtstaat of over Ostalgie.”
Skaten in de DDR
De verschillen van de derde generatie Oost-Duitsers met jongeren die net iets ouder waren toen de Muur viel, een jaar of 18, worden duidelijk als Hans Verbeek in gesprek gaat met Goofy en Christian, twee voormalige skaters uit de DDR. Zij spelen mee in de film ‘This ain’t California’, die dit jaar uitkwam en maandag in Rotterdam werd getoond. Daarin wordt het leven van verschillende Oost-Duitse skaters samengebald in een gedramatiseerd verhaal rond het personage Panik en kijken ze terug op hun ervaringen van toen. Skaten was hun manier om onder de druk van het officiële leven in de DDR uit te komen, vertellen Goofy en Christian.
De skaters vormden, al waren ze zich daar niet allemaal van bewust, een soort inofficieel protest tegen het regime. Het gaat in hun verhalen over politiebusjes die hen op straat in de gaten hielden, confrontaties met het regime, keuzes die ze maakten om mee te doen met wat gezagdragers wilden - of niet. Omdat ze ouder waren en meer eigen keuzes konden maken, hebben Goofy en Christian meer grip op hun jeugd gehad dan Hacker en Steinhäuser.
Opgroeien in het vacuüm dat de val van de Muur voor de derde generatie Oost-Duitsers achterliet heeft echter ook voordelen, vertellen Steinhäuer en Hacker. “We zijn pragmatisch en flexibel, we kijken bijvoorbeeld nu niet zo op van de economische crisis. We hebben al veranderingen meegemaakt en weten dat er altijd weer iets nieuws komt.”
Lees meer over 'Maatschappij':
Een uitgestoken hand naar rechts-extremisten
Fabian werkt bij EXIT en helpt neonazi's die dat milieu willen verlaten. Hij treedt naar buiten ondanks bedreigingen. Serie Burgermoed #2.
Monsterproces groep-Reuß vordert gestaag
Twee jaar geleden werd een groep gearresteerd die een staatsgreep wilde plegen. In de processen worden veel details bekend.
Veilige haven voor migranten in neonazi-bolwerk
Chemnitz heeft een grote neonazi-scene. Alina zette er - samen met anderen - een buurthuis op voor inwoners met migratie-achtergrond.
Warum, Wieso: is het Oktoberfest in september?
Beierse klederdracht en veel bier: het Oktoberfest in München is weer begonnen. Maar waarom begint het in september?
Reacties
Geen reacties aanwezig