1974 - Nederlaag zonder einde
Het ontstaan van een Nederlandse mythe

Achtergrond - 1 juli 2004

Een grasmat, 22 paar schoenen met noppen eronder, een bal, twee netten: meer is het niet. En zoveel meer is het geworden. In de loop van de vorige eeuw veranderde het voetbalspel van een lollige bezigheid voor deftige heren in broeken tot over de knie in een volkssport waarin gemeenschappen hun dromen, verwachtingen en frustraties leggen, en met een bezetenheid en massaliteit die vandaag de dag nog steeds lijkt toe te nemen. Daarom was 7 juli 1974 voor talloze Nederlanders meer dan het teleurstellende gegeven dat de Duitse tegenpartij de bal een keer meer in het netje trapte.

  Wat voor de Duitsers 1954 was, is 1974 voor de Nederlanders geworden: een voetbalwedstrijd van historische betekenis. Voelden de Duitsers dat zij na de wonderbaarlijke triumpf in Bern voor het eerst na de vernederingen van 1945 weer rechtop konden lopen; voor de Nederlanders gold na 1974 het omgekeerde. De droom was uit. Het liberale, vooruitstrevende Nederland, dat met zijn progressieve kabinet-Den Uyl (1973-1977) zichzelf tot Gidsland had uitgeroepen en alles beter meende te weten, stuitte in dezelfde periode op de beperkingen die de oliecrisis het land oplegde. De economische neergang maakte een einde aan de hemelbestormende ideeën over een betere wereld, met Nederland in de politiek-culturele voorhoede, en de 2-1 nederlaag van de WK-finale was daar de volmaakte metafoor van.

Monsterscore

Naarmate de jaren voorbij gingen, kreeg het 2-1 verlies trekken van een monsterscore. Want kon die nederlaag eigenlijk wel op een normale manier tot stand zijn gekomen? Wij waren toch ongenaakbaar en briljant? Het spel van Johan Cruijff cum suis werd steeds verder geïdealiseerd, dus moesten er wel vuile Duitse trucs in het spel zijn geweest. De 1974-mythe rustte op twee vormen van onrecht. Ten eerste was Cruijff, onze eigentijdse versie van Michiel de Ruyter, een wereldveroveraar, op die middag in juli zichzelf niet, en de schuld daarvan lag bij de Duitse media. Dat had Rinus Michels zelf gezegd: naar aanleiding van een Bild-artikel over een nachtelijk partijtje naaktzwemmen in het spelershotel - met onder andere Cruijff en drie Duitse meisjes - verklaarde De Generaal dat de Duitse pers in de laatste week van het WK een hetze tegen Nederland voerde om ons moreel te ondermijnen. Door de Bild-publicatie was Cruijff meer bezig geweest met het redden van zijn huwelijk dan met de finale.

 Ten tweede was de Duitse aanvaller Bernd Hölzenbein zo onsportief geweest zich opzettelijk in het Nederlandse strafschopgebied te laten vallen, waardoor Duitsland met een penalty gelijk kon maken. Na de invoering van de kabeltelevisie rond 1980 kwamen wij erachter dat zo'n Schwalbe - want zo bleek dat te heten - tot de Duitse voetbalcultuur hoorde: in de samenvattingen van de Bundesliga-wedstrijden zag je ze bijna wekelijks.

Wat het gevoel van onrecht nog onverdraaglijker maakte, was het verschuivende beeld over de bezettingstijd: centraal stond niet langer de moed van de vaderlandse verzetshelden, maar de gruwelen van de concentratiekampen. Tel daarbij op de harde kritiek in Nederland op de anti-RAF-methoden van de Duitse autoriteiten en je begrijpt een beetje waarom het ene doelpuntje dat de Duitsers in 1974 meer hadden gemaakt dan wij een uitleg verdiende die veel verder ging dan een zuiver sportieve. We hadden verloren van onverminderd 'foute' Duitsers. De eenvoudige feiten dat Duitsland ons sinds mei 1945 geen kwaad meer had gedaan, dat het Bild-artikel een op zichzelf staande actie was geweest en dat de valpartij van Hölzenbein volgens deskundigen best gehonoreerd mocht worden met een strafschop: dat alles deed niet terzake.

Wraak!

Zo kon het gebeuren dat De Telegraaf na de 2-1 zege op Duitsland tijdens het EK1988 schreeuwde dat hier sprake was van 'Eindelijk Wraak!' Wraak: het ging om veel meer dan sport alleen. We hadden de mof eindelijk te grazen genomen. En het erge is: de 'wraak' was maar schijn. De haat, het bedrieglijke idee van onrecht, de waangedachte dat de Duitsers ons met luizentrucs willen kleineren keerde al snel na het volksfeest van 1988 weer terug, en is nog lang niet verdwenen.

Laten we hopen dat het straks in Portugal 5-0 wordt voor Holland. Wie weet prikkelt dat de Nederlanders eindelijk eens normaal te gaan denken over hun Oosterburen. Want na dertig jaar kun je moeilijk anders concluderen dan dat de finale van het WK'74 voor de onderlinge relatie ronduit desastreus is geweest.

Auke Kok is freelance journalist. Van hem verscheen in april de bestseller '1974 - Wij waren de besten' bij Uitgeverij Thomas Rap te Amsterdam.

Reacties

Buderath - 10 oktober 2022 08:06

Nederlanders zijn zielig figuren en de Media is de uitlaatklep van Tokkies die menen fan te zijn van voetbal, de Duitsers zijn Europeanen met aardige mensen in het algemeen, de frustratie die Nederlanders hebben met Duitsers komt door gebrek aan zelfreflectie, Duitsers spelen voetbal, Nederlanders lullen over voetbal, Duitsers zijn kennelijke de betere Nederlanders,

Reageer
Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger