De nazivergelijking
Columns - 4 mei 2021 - Auteur: Merlijn SchoonenboomHet floepte er zomaar uit, gelukkig alleen mompelend, zodat hij het niet hoorde. Ik voelde het van diep in me opborrelen, als een lafhartig doch effectief wapen waarmee ik het mannetje de mond zou kunnen snoeren: ‘Nazi’. Al was ik achteraf er vooral verbaasd over dat ik het echt had willen zeggen, 76 jaar na de oorlog.
De aanleiding? Ik fietste met twee kinderen en vier tassen op één fiets over een dun reepje stoep. Op de straat kon ik niet fietsen, vanwege het beruchte Berlijnse kinderhoofdjes-plaveisel. In de verte zag ik het heertje al aankomen. Dit soort momenten komen in het stadscentrum honderden keren per dag voor, en meestal schikken alle partijen zich erin, vanwege een gebrek aan een beter alternatief.
Nu bevond ik mij in een stille villawijk in het oude West-Berlijn, en hier ging het mis. Stoppen zat er in mijn situatie niet in, dus moest het heertje opzij. Hij brulde me daarna luid achterna dat ik geen ‘dankuwel’ had gezegd, en dat de stoep geen fietspad is. En dus kwam dat ene scheldwoord op m’n lippen. In Nederland zou ik niet eens aan dat woord hebben gedacht, al zijn daar ook voldoende dames en heertjes die schelden over fietsen op de stoep.
Dus waarom nu wel? Toen ik 12 jaar geleden in Duitsland kwam werken, liet ik de Hollandse vooroordelen opgelucht achter me. Ik wilde zo min mogelijk over de oorlog schrijven. Inderdaad heb ik dat een tijdje volgehouden, maar hoe langer ik in Duitsland woon, des te minder blijkt dat te lukken. De oorlog is altijd wel ergens deel van de actualiteit, niet alleen op 27 januari of 8 mei. Het is simpelweg deel van het ‘collectieve narratief’, zoals een historicus het een keer formuleerde.
Ook de nazi-vergelijking is nog steeds een levendig deel van de hedendaagse Duitse cultuur, al zijn er haast geen Alt-Nazi’s meer over en al is ook het aantal neonazi’s te klein voor de frequentie waarmee het scheldwoord wordt gebruikt. Men verklaart elkaar vanuit alle politieke hoeken wel een keer tot nazi: links doet dat al decennia tegen rechts als die een bepaalde opvatting niet deelt, maar inmiddels hoor je het ook van rechts naar links, die daarmee de vermeende ‘meningsdictatuur’ zegt te bekritiseren.
Ik vrees dat ik dus gewoon geïntegreerd ben geraakt. De confrontatie met het mannetje was de druppel na een dag van iets te veel Duitse regeltjes - en ervoor had ik al minstens twee andere heertjes met hondjes uitvoerig ‘dankuwel’ moeten zeggen. Dus borrelde daar dat woord omhoog, alsof ik een linksautonoom tijdens de 1 mei-demonstratie was. Terwijl ik eigenlijk de strikte opvatting aanhang dat je de nazivergelijking alleen maar mag gebruiken als het feitelijk klopt, anders wordt het begrip betekenisloos.
Als ik per se de oorlog erbij zou willen halen, past het heertje waarschijnlijk eerder in een andere categorie. Ik schat hem op midden zeventig, en daarmee behoort hij tot de zogeheten Kriegskinder. Het is de generatie die opgroeide in de naoorlogse jaren, in kapotte steden en met ijzig zwijgende ex-soldaten als vaders. Volgens sommige onderzoeken heeft 12 procent van hen een licht of zwaar psychisch trauma opgelopen van die ervaring.
De afgelopen tien jaar is het fenomeen van de Kriegskinder veel beschreven. Het trauma van de oorlogskinderen wordt als verklaring van allerlei persoonlijke én maatschappelijke fenomenen aangehaald. Zo bezien zou ik het mannetje niet als dader maar als slachtoffer moeten zien, wiens regelzucht een manier is om de greep op de snel veranderende werkelijkheid te behouden.
Of het allemaal klopt is de vraag, maar ik pas me aan. Op de stoep herken ik de mogelijke probleemgevallen al van ver; iets aan de manier waarop ze koppig midden op de stoep blijven. Vanaf nu fiets ik liever met een grote schokkerige boog over het plaveisel om ze heen. Historische vergelijkingen zijn hier zinloos, maar sympathie voor de boze heertjes hoef ik niet te krijgen.
Lees meer over 'Maatschappij':
Aanslag Maagdenburg overschaduwt Duits kerstfeest
Na de aanslag op de kerstmarkt in Maagdenburg wordt gezocht naar fouten in het systeem.
Een uitgestoken hand naar rechts-extremisten
Fabian werkt bij EXIT en helpt neonazi's die dat milieu willen verlaten. Hij treedt naar buiten ondanks bedreigingen. Serie Burgermoed #2.
Monsterproces groep-Reuß vordert gestaag
Twee jaar geleden werd een groep gearresteerd die een staatsgreep wilde plegen. In de processen worden veel details bekend.
Veilige haven voor migranten in neonazi-bolwerk
Chemnitz heeft een grote neonazi-scene. Alina zette er - samen met anderen - een buurthuis op voor inwoners met migratie-achtergrond.
Reacties
Geen reacties aanwezig