Twee jaar na aanslag Hanau: minister wil lessen trekken
Achtergrond - 18 februari 2022 - Auteur: Tim de BoerDeze zaterdag is het precies twee jaar geleden dat er in de Hessische stad Hanau negen bezoekers van twee lokale shishalounges werden doodgeschoten. De rechtsextremistische dader beroofde daarna zichzelf en zijn moeder van het leven. De autoriteiten blijken zowel voor als na de moorden veel steken te hebben laten vallen, tot woede van de nabestaanden. De aanslag wordt zaterdag in meer dan zestig steden herdacht.
Ferhat Unvar, Mercedes Kierpacz, Sedat Gürbüz, Gökhan Gültekin, Hamza Kurtović, Kaloyan Velkov, Vili Viorel Păun, Said Nesar Hashemi en Fatih Saraçoğlu: het zijn de namen van de slachtoffers die omkwamen bij de aanslag in Hanau (Hessen) op 19 februari 2020. De 43-jarige schutter Tobias R. kende deze mensen niet, maar schoot ze dood vanwege hun buitenlandse wortels. Voorafgaand aan zijn daad plaatste R. teksten en video’s met complottheorieën op internet. Hij had een diep racistische overtuiging, stelde het Duitse openbaar ministerie na onderzoek vast.
Deze zaterdag worden de slachtoffers herdacht op de begraafplaats van Hanau. Vanwege de coronamaatregelen vindt de herdenking in kleine kring plaats. Onder de aanwezigen zijn burgemeester Claus Kaminsky, deelstaatpremier Volker Bouffier en bondsminister van binnenlandse zaken Nancy Faeser, aldus de Frankfurter Allgemeine Zeitung FAZ. Door het hele land zullen in het kader van de aktie 19022020 – Hanau ist überall evenementen plaatsvinden om de slachtoffers te herdenken en solidariteit te tonen met de nabestaanden.
Kritiek op de autoriteiten
In juli 2021 begon het deelstaatparlement van Hessen met een onderzoek naar de aanslagen: hoe heeft dit kunnen gebeuren? In december en januari mochten de nabestaanden bij openbare zittingen van deze commissie als getuigen spreken. Duidelijk werd dat de nabestaanden nog altijd met veel vragen zitten en zich door de politie en autoriteiten onjuist behandeld voelen. Zo kregen sommige nabestaanden pas uren later te horen dat hun geliefden bij de aanslagen waren omgekomen. Sommige nabestaanden hadden pas voor het eerst contact met de politie toen deze hen opzocht om hen te weerhouden van een wraakactie op de vader van de dader. Dit werd door de slachtoffers als racistisch ervaren, alsof zij als mensen met een buitenlandse afkomst eerder geneigd waren wraakacties te plegen.
Tijdens het onderzoek is ook gebleken dat de politie tijdens de aanslagen niet goed gehandeld heeft. Nadat R. de eerste shishalounge had verlaten ging slachtoffer Vili Viorel Păun in zijn auto achter de dader aan, die naar de tweede shishalounge rende. Terwijl hij de achtervolging inzette belde hij meerdere malen de politie. Opgenomen werd er niet. Vili werd later in zijn auto doodgeschoten. Vader Nicolescu vertelde de commissie ervan overtuigd te zijn dat “Vili nog 100 procent gered had kunnen worden als de noodoproep was doorgekomen, en de andere 5 slachtoffers in de Arena-Bar ook”. Er was die avond slechts één politiemedewerker aanwezig voor de noodoproepen, en deze kon het enorme aantal oproepen niet verwerken.
In januari bleek uit een rapport waaruit Die Zeit en Der Spiegel citeren dat de autoriteiten ook fouten hebben gemaakt bij het voorkomen van de aanslag. De dader was al sinds 2001 bij de politie bekend. Hij deed dat jaar aangifte van psychologische verkrachting door veiligheidsdiensten: zij zouden hem afluisteren. Hij bleek aan een psychische stoornis te lijden waardoor hij nog vaker in aanraking met de politie kwam. Toch wist R. in 2013 aan een wapenvergunning te komen, en aan pistolen en munitie. De verantwoordelijke instantie had niet goed naar zijn achtergrond gekeken, omdat dit volgens de wet niet nodig was. Tegelijkertijd radicaliseerde R. steeds meer. Hij reisde naar de VS, schrijft Die Zeit, waar hij klaarblijkelijk contact had met de extreemrechtse organisatie Knights Templar. Ook wilde hij in 2019 meedoen aan schietoefeningen in Slowakije. Dit werd hem volgens het rapport geweigerd omdat de organisatie hem te verdacht vond.
Aanpakken van racisme
Amnesty International heeft naar aanleiding van de herdenkingen opgeroepen tot een betere en structurele aanpak van racistisch geweld in Duitsland. Volgens de organisatie is er nog steeds te veel ruimte voor discriminatie en racisme in de Duitse maatschappij. Amnesty wil dat er meer geluisterd wordt naar slachtoffers van racistisch geweld en dat dit geweld niet gebagatelliseerd of genegeerd wordt. Daarnaast is de politie volgens Amnesty onvoldoende opgeleid om met racisme om te gaan. De organisatie wil dat de politie antiracismetraining krijgt en ook meer stappen onderneemt om racisme en rechtsextremisme in de eigen gelederen tegen te gaan.
Minister van Binnenlandse Zaken Faeser heeft reeds aangegeven nog voor Pasen een actieplan tegen rechtsextremisme te willen hebben. Daarnaast wil zij een verscherping van de Duitse wapenwet.
Lees meer over 'Rechts-extremisme':
Debat: Hoe om te gaan met radicaal-rechts?
Activist Thomas Laschyk en politicoloog Léonie de Jonge over de bescherming van de democratie.
Podcast Achtung!: Extreemrechts in Duitsland
Hoe gevaarlijk is extreemrechts in Duitsland en welke rol speelt de AfD? Podcast van het Duitslandweb-team.
Duitsers massaal de straat op tegen extreemrechts
Meerdere honderdduizenden Duitsers zijn dit weekend de straat op gegaan tegen extreemrechts en de radicalisering van de AfD.
'Reichsbürger'-beweging explosief gegroeid
Een gewapende groep Rijksburgers plande volgens de politie een staatsgreep.
Reacties
Geen reacties aanwezig