Charlotte Broersma: '20 jaar hetzelfde blijven kan niet'
Serie DIA achter de schermen
Achtergrond - 22 november 2016
- Auteur:
Sam de Graaff
Als instituutsmanager is Charlotte Broersma verantwoordelijk voor het strategisch beleid en de financiële administratie van het Duitsland Instituut Amsterdam (DIA). In deel 5 van de serie ‘DIA achter de schermen’ vertelt ze over de geschiedenis en de nieuwe koers van het instituut.
Overal in haar werkkamer zijn aantekeningen en notities te vinden. Voor het interview begint, zet ze nog snel een afspraak in de agenda. “Ik heb met alle afdelingen te maken”, vertelt Charlotte. “Mijn werk bestaat uit het mogelijk maken van het werk van anderen. Enerzijds faciliteer ik de werkomgeving. Anderzijds onderhoud ik bijvoorbeeld het contact met de subsidiegevers. Ik maak de planning, zodat mensen weten waar ze aan toe zijn, maar ik moet ook zorgen dat er überhaupt geld is.”
Ze informeert de subsidieverstrekkers voortdurend en nodigt hen uit voor evenementen van het DIA. Charlotte: “Voor ons 20-jarig jubileum bijvoorbeeld, op 6 oktober. Daar was minister Bussemaker van Onderwijs bij aanwezig.” Ook moet het instituut verantwoording afleggen. Eenmaal per jaar gaan Ton Nijhuis, de wetenschappelijk directeur, en Charlotte daarom naar Den Haag. “Daar hebben we een gesprek met de directeur Internationaal Beleid van het ministerie van Onderwijs en een aantal van haar collega’s”, vertelt ze.
Het DIA heeft drie grote structurele subsidieverstrekkers. In 1996 werd het instituut opgericht vanuit een samenwerking tussen de Universiteit van Amsterdam (UvA) en het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap (OC&W). Sinds 2001 is ook de Deutsche Akademische Austauschdienst (DAAD) aan het instituut verbonden. Die financiert wetenschappelijke activiteiten van het DIA, waaronder het Graduiertenkolleg, een onderzoeksschool voor promovendi.
Charlotte werkt al ruim 15 jaar bij het instituut. In 2009 werd ze instituutsmanager. Ze heeft het DIA in de loop der jaren zien veranderen. “Elke subsidieperiode, dus om de vier à vijf jaar, moet het instituut van onze subsidiegevers iets anders opleveren”, vertelt ze. Dat het beleid regelmatig moet worden herzien, is volgens haar geen probleem: “Het is gezond om te evalueren. Twintig jaar hetzelfde blijven kan en moet niet.”
Nationaal kenniscentrum
“Het DIA begon als één van de drie op Duitsland gerichte instituten in Nederland”, legt Charlotte uit. “Na een jaar of vijf waren we als enige over. Daardoor kregen we een meer nationale functie als platformorganisatie. Wij verdeelden toen bijvoorbeeld subsidiemiddelen onder andere organisaties.”
Inmiddels is het DIA een nationaal kenniscentrum over Duitsland. “Dat betekent dat we nu zelf kennis vergaren en onze eigen agenda opstellen.” Het DIA hoeft niet meer op aanvragen te wachten, maar kan zelf het initiatief nemen. Een goed voorbeeld van zo’n eigen initiatief is dat het DIA zich in het onderwijs richt op de hele doorlopende leerlijn: middelbare scholen, het MBO, HBO, de universiteit en de lerarenopleidingen. Het op peil houden van de kennis over Duitsland in die hele onderwijslijn is gunstig voor de Nederlands-Duitse relaties, legt Charlotte uit.
De laatste jaren is er binnen het DIA meer aandacht gekomen voor Duitse taal en cultuur. “Het ministerie ziet graag dat er meer goede docenten Duits komen. Die zijn er nu te weinig. De DAAD heeft ook belang bij betere docenten Duits.” Beide subsidiegevers willen daarnaast dat meer Nederlandse studenten in Duitsland gaan studeren. Daarom is in 2013 de Duitslanddesk opgericht, die de mobiliteit van Nederlandse studenten en docenten naar Duitsland moet vergroten.
Subsidie verlengd
Charlotte vindt dat het instituut goed functioneert: “Het is bijzonder dat we verschillende takken van sport combineren: onderwijs, onderzoek, communicatie en journalistiek. We hebben meerdere afdelingen met allemaal hun eigen initiatieven, maar we werken toch goed samen. Marja Verburg, redacteur van Duitslandweb, geeft bijvoorbeeld ook gastcolleges voor de onderwijsafdeling. Het is mooi dat zoiets kan.”
Volgens Charlotte is continuïteit bij alle projecten van groot belang: “Duitsland is te belangrijk voor Nederland om te verwaarlozen. Je bent er niet met één impuls.” Dat recent, na twee intensieve evaluaties van het ministerie en de DAAD, de subsidie van het DIA is verlengd, vindt ze een goed teken: “Het is mooi dat we zelf ook een continue factor zijn geworden. Daarmee blijven ook onze kennis en ervaring behouden.”
Lees meer over 'Nederland-Duitsland':
'De Duitse taal is mijn gereedschap'
Omdat het 10 oktober de Dag van de Duitse Taal is, spraken we vertalers Lotte Hammond en Ralph Aarnout over hun vak.
Vijf vragen over de Duitse grenscontroles
Alles wat we tot nu toe weten over de aangekondigde controles aan de Duits-Nederlandse grens.
Winst PVV: ‘Een waarschuwing voor Duitsland’
Een ruk naar rechts, een politieke aardbeving: Duitse media reageren gealarmeerd op de PVV-verkiezingswinst in Nederland.
Verkiezingen in Nederland: Duitsers tussen hoop en vrees
Bij Duitsers wekken vooral de BBB en Omtzigt verbazing, merkt Jacco Pekelder van het Zentrum für Niederlande-Studien.
Reacties
Geen reacties aanwezig