Rechtbank New York wijst aanklacht Herero en Nama tegen Duitsland af

De Herero en Nama willen schadevergoeding voor de massamoord tussen 1904 en 1908 op leden van hun stammen door de Duitse kolonisators. Ze togen in New York voor het gerecht, omdat volgens hen het geld uit de landroof in het huidige Namibië in onroerend goed in New York is gestoken. Ook heeft Duitsland menselijke resten van leden van hun stam aan een museum in New York verkocht.

De rechter vond dat Duitsland hiervoor niet in New York kon worden aangeklaagd en wees de klacht af. De Duitse regering onderhandelt al jaren met de regering van Namibië over excuses en erkenning. De regering is niet bereid schadevergoeding te betalen maar heeft inmiddels wel erkend dat destijds genocide is gepleegd. De vertegenwoordigers van de Herero en de Nama zitten bij deze onderhandelingen niet aan tafel en begonnen in plaats daarvan het proces in New York.

Historici noemen de massamoord door Duitse keizerlijke troepen op de Herero en de Nama de eerste genocide van de 20e eeuw. Tussen 1904 en 1908 voerde de Pruisische generaal Lothar von Trotha een bloedige oorlog in de toenmalige kolonie Duits-Zuid-West-Afrika. Grote aantallen Herero en Nama werden opgesloten in concentratiekampen en vermoord. Hun skeletten en schedels namen de troepen mee naar Duitsland voor het zogenoemde 'rassenonderzoek'. Lees meer bij Frankfurter Allgemeine Zeitung