Institutioneel vertrouwen
Achtergrond - 1 december 2005
Figuur 3.11 Vertrouwen van jongeren in Nederland en Duitsland in verschillende maatschappelijke instituties, weergegeven aan de hand van het deel van de jongeren dat een vier of vijf toekende, en dus redelijk tot veel vertrouwen uitsprak in de institutie.
Turkse en andere allochtone jongeren hebben meer vertrouwen in instituties dan autochtone jongeren zowel in Nederland als in Duitsland. Dit geldt met name voor andere allochtone jongere uit Nederland.
Volgens sociologen en politicologen is het in een democratische samenleving belangrijk dat burgers vertrouwen hebben in het maatschappelijke systeem en de daarbij behorende instituties. Daarmee geeft het vertrouwen ook een indicatie van de maatschappelijke oriëntatie van jongeren. De jongeren werd gevraagd aan te geven hoe sterk hun vertrouwen is in de politie, de rechtspraak, de politiek, de democratie, de nationale overheid en de Europese Unie door een cijfer te geven variërend van een één voor 'weinig vertrouwen' tot een vijf voor 'veel vertrouwen'.
De Europese Unie scoort goed in deze ranglijstjes, met name onder Turkse en andere allochtone jongeren in Nederland en Duitsland. Van hen geeft ongeveer 40 procent aan redelijk tot veel vertrouwen in de Europese Unie te hebben. Opvallend is dat het vertrouwen in de Europese Unie onder alle jongeren in Nederland en Duitsland sterker is dan het vertrouwen in hun nationale overheid.
Ondanks de onderlinge verschillen geldt voor alle instituties dat het institutioneel vertrouwen niet erg hoog is. Nooit geeft meer dan de helft van de jongeren in Nederrland en Duitsland aan 'redelijk' tot 'veel vertrouwen' te hebben. Daar staat tegenover dat ook vrijwel nooit meer dan een derde van de jongeren aangeeft 'weinig' of 'matig vertrouwen' te hebben in bepaalde instituties. De politiek vormt hierop evenwel de grote uitzondering. Alle jongeren geven aan in de politiek het minste vertrouwen te hebben van allemaal. Onder autochtone jongeren zegt zelfs meer dan de helft weinig vertrouwen in de politiek te hebben.
Samenhang
Er is geen sterke samenhang tussen het vertrouwen in de ene institutie en de andere institutie. Dit betekent dat veel vertrouwen in de politie niet hoeft te betekenen dat iemand ook veel vertrouwen zal hebben in de Nederlandse overheid of andere instituties. Wanneer jongeren evenwel uitgesproken weinig vertrouwen in een institutie hebben, is de kans aanwezig dat het vertrouwen in andere instituties ook gering is, en er dus een soort 'cynische' houding bestaat.
Reacties
Geen reacties aanwezig