Lidstaat of partner met privileges?
Duitsland verdeeld over status Turkije binnen EU
Achtergrond - 5 oktober 2005
(5 oktober 2005) Begin deze maand heeft de Europese Unie de beloofde toetredingsonderhandelingen met Turkije eindelijk gestart. De rood-groene bondsregering is altijd voorstander geweest van van de Turkse toetreding tot de Europese Unie. De CDU/CSU heeft daar vanuit de oppositie fel tegen gepleit. Zij verwacht - nog altijd - meer heil van een alternatieve status voor Turkije.
Oppositiepartij CDU/CSU blijft zich tegen een volwaardig Turks lidmaatschap van de EU uitspreken. De partij presenteerde begin 2004 een alternatief: een 'geprivilegieerd partnerschap'. Volgens deze constructie zou Turkije bij de gemeenschappelijke verdedigings- en veiligheidspolitiek worden betrokken, zonder volwaardig lid van de EU te worden. Ankara zou bovendien wel tot de vrijhandelszone mogen toetreden, maar niet van de gulle landbouwsubsidie mogen profiteren.
Het aanbod van een 'geprivilegieerd partnerschap' kan worden beschouwd als middel om druk op de Turkse hervormingsketel te houden: de CDU/CSU wil het risico vermijden dat Turkije tot de EU toetreedt voordat Ankara daadwerkelijk een eind heeft gemaakt aan de folteringen en mishandelingen. Om die reden heeft de partij haar beleid nog niet gewijzigd, nu de onderhandelingen binnenkort van start gaan. Het is nog onduidelijk hoeveel invloed de CDU/CSU op de start van die onderhandelingen kan uitoefenen, als de partij de nieuwe regering van Duitsland gaat vormen.
Islamofobie
Vanwege haar sceptische standpunt ten aanzien van een Turks EU-lidmaatschap is de CDU/CSU herhaaldelijk een fobie voor de islam verweten. Onder het voorwendsel van politiek-economische criteria zouden de christen-democraten vooral proberen moslims buiten de Europese deur te houden. Voor een deel van de partij gaat dit argument ongetwijfeld op; met name bij de conservatieve, katholieke afdeling van de christen-democraten, de Beierse CSU, lijkt angst voor een cultureel-godsdienstige Überfremdung af en toe raadgever te zijn in het politieke debat.
CDU-voorzitster Angela Merkel versterkte deze indruk nog door in het najaar van 2004 voor te stellen om een handtekeningenactie te beginnen tegen onderhandelingen met Turkije. Zij heeft dit initiatief moeten loslaten als gevolg van de storm van protest die zij losmaakte binnen haar eigen partij en onder neutrale kiezers. De christen-democraten werden beticht van populisme en rechts-radicale sentimenten.
Daar neemt niet weg dat onderzoeken van verschillende mensenrechtenorganisaties het CDU/CSU-standpunt onderschrijven, dat Turkije wat betreft de mensenrechten beslist nog niet aan de Europese voorwaarden voldoet. Zo stelde Amnesty International in een rapport uit 2003: "Tijdens verhoren worden mensen steeds weer slachtoffer van foltering en mishandelingen". De christen-democratische scepsis ten aanzien van Turkije is dus niet helemaal ongegrond.
Onderzoek wijst bovendien uit dat de meeste Duitsers het plan van de CDU/CSU ondersteunen. Hoewel een meerderheid in principe bereid is Turkije tot de EU toe te laten, heeft het Centrum voor Turkije-studies in Essen aangetoond dat 33 procent van de Duitsers dit in de vorm van een volledig lidmaatschap zou willen zien gebeuren, en maar liefst 57 procent via een 'geprivilegieerd partnerschap'.
Beide mogelijkheden staan momenteel nog open. De onderhandelingen zullen uitwijzen welke status Turkije uiteindelijk krijgt. Maar zoals gezegd zal dat nog minstens tien jaar op zich laten wachten.
Reacties
Geen reacties aanwezig