"Een bijdrage aan vrede en begrip"
Duitse scholieren in de Verenigde Staten
Achtergrond - 21 februari 2003
(21 februari 2003) Een paar weken geleden schreef Franziska Seidel een opstel. Het onderwerp was: "Wat ik van een oorlog tegen Irak vind". Als enige in haar klas schreef Franziska dat ze er tegen was en kreeg direct problemen. "Ze begonnen te zeuren dat ik Amerika niet steun." De 16-jarige Duitse woont namelijk sinds een half jaar in Clarksville (Tennessee) Franziska is te gast op de Rossview-Highschool en leert daar niet alleen de American way of life kennen, maar ervaart ook persoonlijk hoe gespannen momenteel de Duits-Amerikaanse betrekkingen zijn. "Tegen mij wordt steeds gezegd dat ik de kleine gemene Duitse ben, omdat de Duitsers Amerika niet steunen."
Oorspronkelijk was het idee van het Highschool-jaar destijds Duitse scholieren de spelregels van de democratie in het dagelijks leven bij te brengen. Acht jaar na de Tweede Wereldoorlog stuurde de American Field Service (AFS), die oorspronkelijk gewonde soldaten begeleidde, de eerste scholieren uit Duitsland naar de VS. Dat ging toen nog per boot. En terwijl Amerikaanse scholieren voor hun opleiding moeten betalen, mogen de buitenlandse gasten gratis naar school: de regering in Washington betaalt. Ook de Duitse Bondsdag vindt een schooljaar in Amerika waardevol en richtte twintig jaar geleden het Parlamentarische Patentschaftsprogramm op. Via dit programma sturen de Bondsdagafgevaardigden jaarlijks ongeveer vierhonderd scholieren naar Amerika, "als ambassadeurs van Duitsland", zoals het in de beschrijving van het programma heet.
Ervaring.
In totaal verblijft rond vijf procent van de Duitse scholieren een jaar op een Highschool, meestal als juniors, zoals scholieren in de voorlaatste klas in Amerika worden genoemd. De deelnemers missen dan de elfde klas in Duitsland, maar die geldt als redelijk eenvoudig: tot het eindexamen in de dertiende klas duurt het dan nog twee jaar, zodat veel van de Amerikagangers na terugkeer gewoon in de twaalfde klas komen meestal met droomcijfers voor engels en vele ervaringen rijker. "Ik wist dat het totaal anders zou zijn en dat ik me in een onbekende wereld zou storten. Maar het was goed ergens te zijn, waar je niet zomaar naar huis kunt, maar waar je je er doorheen moet slaan", herinnert Myriam Schlupp zich. Twaalf jaar geleden was zij te gast op een school in de VS. "De winst is dat ik daar ben geweest. Het maakt niet uit of het nou goed of slecht was."
"Interculturele ervaringsuitwisseling" noemen de twee grootste uitwisselingsorganisaties AFS en Youth for understanding (YFU) het. "Dit leerdoel wordt gedragen door de wens, aan vrede en begrip tussen volken een actieve bijdrage te leveren", heet het verder bij AFS inclusief vriendschappen voor het leven. Dat is ook de ervaring van Myriam Schlupp: nog steeds heeft de communicatiewetenschapper contact met twee voormalige medescholieren.
Desalniettemin komen de hoogstaande doelen van begrip tussen volken toenemend in het gedrang. "Een jaar in Amerika is goed voor je carrière en voor je cv", vat Frank Schoof het samen. Hij adviseert bij het Amerika-Zentrum in Hamburg scholieren over een Highschool-jaar. Veel topmanagers zijn bijvoorbeeld als scholier een jaar in Amerika geweest. "Daardoor krijg je ambitieuze ouders die hun kinderen letterlijk tot een jaar in het buitenland willen dwingen", aldus Schoof. Zo'n jaar in het buitenland is bij bijna 70 organisaties alleen al in Duitsland vooral een kwestie van geld. Alles bijelkaar kost het ongeveer 6500 euro. En terwijl organisaties als AFS en YFU nog steeds via een strenge selectieprocedure scholieren zoeken die met de juiste motivatie naar het buitenland willen, zijn andere programma's bij wijze van spreken via een reisbureau te boeken. "Het is behoorlijk toeristisch geworden. Het oorspronkelijke idee is een beetje verloren gegaan", aldus Schoof. Dat is ook te merken aan de plaatsen die bij de scholieren favoriet zijn: Californië en New York staan boven aan de lijst.
Televisie
Maar in plaats van genieten van zon, zee of de sfeer van de grote stad moeten de gastscholieren vaak aan het leven op het platteland wennen. "In New York of Californië is het heel moeilijk een gastfamilie te vinden." In de appartementen daar is nou eenmaal weinig plaats voor een extra familielid, en dat is hoe de uitwisselingsorganisaties de gastscholieren graag zien. Franziska Seidel heeft intussen zo haar eigen ervaringen met het Amerikaanse familieleven opgedaan. "Ze zeggen altijd dat je aan het leven van je gastfamilie moet deelnemen. En omdat die niets anders doen dan tv kijken, zit ik dus met hen voor de tv."
Christoph Podewils is freelance-journalist te Berlijn. Hij is onder andere werkzaam voor het nieuwsmagazine Focus en de Duitse persdienst DPA. Van februari tot april 2002 was hij in het kader van het Journalistenstipendium Duitsland-Nederland te gast bij de parlementaire redactie van Trouw.
Uit het Duits vertaald door Marja Verburg
Reacties
Geen reacties aanwezig