De zwarte man
Column
Columns - 9 september 2016
- Auteur:
Merlijn Schoonenboom
Ineens wordt het ijzig stil in ons trappenhuis. Er ligt gebroken glas op de vloer, en mijn buurjochie zegt vrolijk: "Misschien hebben de zwarte mannen dat wel gedaan." Zijn moeder kijkt geschokt naar de grond, maar ik kan een schamper lachje nauwelijks inhouden. De opmerking van de vierjarige laat - vlak voor de stadsverkiezingen op 18 september - één van die typische mislukkingen van het Berlijnse beleid zien.
We wonen aan het Görlitzer Park, in diverse Duitse media ook wel dramatisch beschreven als de grootste drugsverkoopplaats van Duitsland. Tien jaar geleden was er een handvol dealers, nu lopen er volgens officiële politie-schattingen in totaal ongeveer 150 rond. Verreweg de meesten van hen komen uit landen als Senegal en Ghana, zijn hoogstens 20 jaar, en zijn hier illegaal.
De meeste dagen doen we alsof er niets aan de hand is. Mijn buurvrouw en ik zijn onderdeel van een parallelle wereld van vriendelijke Bildungsbürger die hier rondom het park wonen en hun kinderen naar school brengen. We waren best tevreden met ons weidse uitzicht, de statige Altbau-panden en ja, ook met onze tolerantie.
Dit is namelijk Kreuzberg, zelfverklaard landelijk brandpunt van links-alternatieve levensstijl en bunte multiculturele idealen. Hier praatten politici dan ook lang over de dealers als ‘slachtoffer’ van het Europese vluchtelingenbeleid. Omdat ze geen werkvergunning krijgen, zouden de jongemannen als het ware tot het dealen worden gedreven, en zijn het niet die verderfelijke party-toeristen die hen er naar vragen?
Maar zoveel begrip is vanaf een bepaald punt ook een beetje vreemd. De feiten worden grimmiger: zakjes cocaïne worden in de openbare zandbak gevonden, er zijn vechtpartijen tussen de dealers voor de ogen van Kita-klassen, en een professionele criminele organisatie, naar verluidt ‘Arabische maffia’, zorgt voor de aanvoer en bepaalt daarmee het openbare leven.
Toen ik vijf jaar geleden aan het park kwam wonen belde ik daarom heel geëngageerd de gemeente op. Ergens moest toch een plan van aanpak zijn, leek me. Eerst werd ik zes keer doorverbonden ("daarvoor zijn wij niet verantwoordelijk"), kwam toen bij de Bürgertelefon waar een vriendelijke mevrouw me aanraadde te verhuizen, en landde uiteindelijk bij het kantoor van de Groenen die in Kreuzberg de wijk besturen - en op hun antwoord wacht ik nog steeds.
Wel zie ik vanuit mijn raam verschillende politieke ideetjes voorbij komen. Zo lieten de Groenen de struiken in het park snoeien, want betere zichtbaarheid zou vast voor een betere stemming zorgen. De stedelijke CDU kondigde daarentegen met veel bravoure een zero tolerance-beleid aan, aangespoord door dalende peilingen.
Een paar keer per week rennen daarom zwaar bewapende Duitse agenten achter piepjonge Afrikanen aan. Een uur later is alles weer bij het oude; de politiebussen vertrekken, en de dealers staan weer op hun oude plek. Consequenties zijn er door ‘gebrek aan bewijs’ bijna nooit. De koopwaar dragen ze niet bij zich, die ligt begraven - extra snel grijpbaar dankzij de gesnoeide bosjes.
Inmiddels bestempelen de lokale media de buurt als een ‘wetteloze zone’ in de stad. Voor onze huisdeur blijkt alles samen te komen wat de Duitse hoofdstad zo stroef laat functioneren: een ondoorgrondelijke bureaucratie, politieke partijen die elkaar tegenwerken, en natuurlijk ook die grootste Duitse gevoeligheid: alleen al door de Afrikaanse dealers te benoemen vrezen mijn medebewoners van racisme te kunnen worden beschuldigd.
Het resultaat van deze politieke verlamming: in plaats van de bejubelde Kreuzberger tolerantie, groeien de etnische spanningen rond het park juist - in het groot, met bloedige vechtpartijen tussen de dealers en Turkse horeca-uitbaters. En in het klein, zoals bij mijn buurjochie. Omdat Berlijn een relatief kleine Afrikaanse gemeenschap kent, kent hij alleen de luide zwarte dealers in het park - en daarom denkt hij dat het ‘zwarte mannen’ moeten zijn die bij ons in huis de flessen kapot laten vallen.
Misschien is dat wel het pijnlijkste van dit Kreuzberger probleem. Vanuit hun bureau filosoferen de politici gretig over de tolerantie, maar op straat kunnen ze hem met een zinvol beleid niet verdedigen - zelfs niet voor de vierjarigen.
Lees meer over 'Berlijn':
Een andere 9 november
9 november stond dit jaar in het teken van het geweld tegen Joden in 1938. De val van de Muur verdween naar de achtergrond, merkte columnist Merlijn Schoonenboom.
Een zeer Duits syndroom
Columnist Merlijn Schoonenboom verdiept zich in het fenomeen van een verzonnen joodse identiteit.
De nieuwe Berlijnse tweedeling
De verkiezingsuitslag in Berlijn legde een nieuwe deling bloot in de hoofdstad, ziet columnist Merlijn Schoonenboom.
Architect wil Teufelsberg nieuw leven inblazen
Een architect heeft plannen voor het oude afluisterstation bij Berlijn, dat vooral het terrein is van kunstenaars.
Reacties
Misschien toch eens gaan kijken hoe ze in een stad als b.v. München hiermee omgaan?
En dan meteen ook andere ervaringen opdoen waarom deze stad op alle fronten beter presteert dan het "progressieve" Berlijn.