Poolse regering wil Duits leed niet in museum WOII
Achtergrond - 20 mei 2019 - Auteur: Marja VerburgPaweł Machcewicz was oprichter en directeur van het Museum van de Tweede Wereldoorlog in Gdansk, toen hij in 2017 door de rechts-conservatieve Poolse regering werd ontslagen. “Vier jaar geleden was ik burger in een democratie. Dat veranderde van de ene op de andere dag”, zegt de gewezen directeur. In Amsterdam sprak hij donderdag over de strijd die hij nog steeds voor zijn museum voert. Bekijk ook de livestream van het gesprek onderaan dit artikel.
Toen de Poolse historicus Paweł Machcewicz in 2007 een artikel schreef waarin hij pleitte voor een museum over de Tweede Wereldoorlog in Polen, was de liberaal Donald Tusk premier van Polen. Die vroeg hem tot zijn grote verrassing het museum op te richten. Het leidde tot heftige politieke debatten.
Nu, ruim tien jaar later is de situatie een totaal andere. Machcewicz verblijft inmiddels het grootste deel van zijn tijd in het buitenland vanwege “de spanningen in Polen” en een tegen hem gerichte mediacampagne, vertelde hij vorige week in het Amsterdamse debatcentrum Spui 25.
De politieke en economische integratie van Polen in de EU verliep goed, redeneerde Machcewicz in 2007, maar op het gebied van herinneringspolitiek kon er nog wel het een en ander worden verbeterd. Er was weinig kennis van de wrede Duitse bezetting in Polen en andere Oost-Europese landen, legde hij in Amsterdam uit. En waar het einde van de Tweede Wereldoorlog voor westerse landen het herstel van de democratie betekende, was het voor Oost-Europa het begin van de Sovjet-overheersing.
Vertriebene
Hij wilde een museum dat niet alleen aandacht had voor het militaire verhaal, maar ook voor het lijden van de burgerbevolking. En het moest niet alleen een Pools perspectief bieden, maar ook over ervaringen van andere landen gaan. In die tijd kwam er in Duitsland meer aandacht voor Duitsers als slachtoffers van de oorlog, en ook voor de Vertriebenen, de miljoenen Duitsers die na de Tweede Wereldoorlog uit Oost-Europese landen waren verdreven. Die aandacht zorgde in Polen en Tsjechië voor veel onrust en kritiek. Machcewicz wilde met zijn museum ook het verhaal van die ontheemden in een bredere context plaatsen.
Zijn plannen leidden direct tot veel kritiek: het museum was niet vaderlandslievend genoeg, omdat het ook over de ervaringen van andere landen ging. En met de aandacht voor de Poolse bevolking negeerden hij en zijn team “de dappere Poolse soldaten”. Ze werden ervan beschuldigd zich door de “Europese kosmopolitische elites” te laten misbruiken om de eigen Oost-Europese identiteit te “onderdrukken”.
Race tegen de klok
Toen in 2015 de rechts-conservatieve PiS-partij (‘Recht en Rechtvaardigheid’) ging regeren, bleef het niet meer bij kritiek. De regering zette zich actief in om het museum tegen te houden. Voor Machcewicz betekende het een race tegen de klok om het museum open te krijgen voor de regering juridische maatregelen kon nemen. Het werd een spannende strijd, schilderde hij in Amsterdam, maar het lukte om het museum in 2017 te openen. De controverse rond het project zorgde ervoor dat er vanaf dag 1 lange rijen bezoekers stonden, die de tentoonstelling nog wilden zien voor het te laat was.
Twee weken later was het te laat. Machcewicz’ museum werd alsnog opgeheven en tegelijkertijd opende de Poolse regering een nieuw museum met dezelfde naam, in hetzelfde gebouw, maar met een nieuwe directeur. Het was vooral een administratieve handeling om van Machcewicz af te komen, die niet zomaar kon worden ontslagen. En aan de vaste tentoonstelling kon de regering ook niet alles veranderen wat ze wilde - er lopen nog steeds rechtzaken over copyrights. Maar een aantal cruciale wijzigingen voerde ze wel door.
Nationalistisch perspectief
Hoe groot het verschil in perspectief tussen beide musea is, liet Machcewicz in Amsterdam met twee films zien. De eerste, uit de oorspronkelijke tentoonstelling, waarschuwt tegen oorlog en laat zien dat het lijden van de bevolking na 1945 doorging. De tweede, uit het huidige museum, biedt een nationalistisch Pools perspectief, “met de nadruk op dappere mannen die vechten”, vatte Machcewicz in Amsterdam samen. “De idee is dat we ons land dienen als we ervoor sterven.”
Nog steeds voert de Poolse historicus een strijd om het museum in oorspronkelijke staat te herstellen. Machcewicz hoopt op een nieuwe regering in Polen na de verkiezingen komend najaar. “Vier jaar geleden was ik burger in een democratie. Dat veranderde van de ene op de andere dag.”
Dat hij de strijd nog steeds kan voeren, heeft hij mede te danken aan de aandacht van buitenlandse historici en journalisten, benadrukte Machcewicz in Amsterdam. Hij is afhankelijk van massamedia die over de situatie in Polen berichten. “Daardoor voelden we ons veiliger in Gdansk, ook nu nog.”
Facebook-livestream van Spui25:
Lees meer over 'Geschiedenis':
Berlijn en Hamburg vind je ook in Suriname
Veel Duitsers wisten vanaf de 17e eeuw hun stempel te drukken op de Nederlandse kolonie Suriname. 'Ze waren graag geziene gasten.'
Een mondiale blik op de Duitse geschiedenis
Wat levert het op als je de Duitse geschiedenis vanuit een mondiaal perspectief bestudeert? Daarover spraken historici in Amsterdam.
Duitse keizer Wilhelm II was 'kolonialer' dan gedacht
Onderzoek naar persoonlijke spullen geeft een inkijkje in het koloniale wereldbeeld van de laatste Duitse keizer.
Graphic novels: herdenken in stripvorm
Aansprekende stripromans kunnen worden ingezet om een nieuwe generatie te vertellen over de oorlog. Interview met NIOD-onderzoeker Kees Ribbens.
Reacties
Geen reacties aanwezig