De Duitse eenheid aan het Balatonmeer
Tentoonstelling over ontmoetingsplek West- en Oost-Duitsers
Achtergrond - 21 oktober 2009
Het Balatonmeer was in de tijd van de Muur een van de zeldzame plekken waar West- en Oost-Duitsers elkaar konden ontmoeten. Het Hongaars Cultureel Instituut te Berlijn laat deze decennia met een multimediale tentoonstelling van Péter Forgács herleven. Resultaat is één grote bewegende show van persoonlijke herinneringen.
Strandscene aan het Balatonmeer twee jaar na de bouw van de Muur.
Het is een typisch Duits-Duits drama: Een Oost-Berlijns gezin ziet twee van zijn drie kinderen in de jaren tachtig naar het Westen vertrekken, respectieveliijk met een uitreisvergunning en via een huwelijk. De ouders worden geacht dit ‘verraad’ dood te zwijgen. Maar gelukkig zijn er een paar plekken in het Oostblok waar het gezin zich elk jaar tijdens de zomervakantie relatief ongestoord kan herenigen. Daarover schrijven Margriet Brandsma en Marjolijn Uitzinger in hun boeiende, splinternieuwe boek 'Na de Muur'. Van die plekken is het West-Hongaarse Balatonmeer veruit het meest in trek.
Het Collegium Hungaricum toont in Berlijn één stroom van beelden, vooral privébeelden, van Duits-Duitse ontmoetingen aan het Balatonmeer in het tijdperk van de Muur. De wanden en wandelgangen, de deuren en vensters van dit nieuwe, knalwitte neo-modernistische gebouw pal achter Unter den Linden zijn geknipt voor zulke beeldenstromen. Wie had deze tentoonstelling beter gestalte kunnen geven dan de mediakunstenaar Péter Forgács, internationaal bekend om zijn indringende compilaties van Hongaarse en Nederlandse privéfamiliefilmpjes van vóór, na en ook tijdens de oorlog.
Duits-Duitse werkelijkheid
De Turks-Hongaarse Collegium-directeur János Can Togay, zelf een vermaard (film)kunstenaar, vult zijn ‘communicatiedoos’ dus uitdrukkelijk niet met Hongaarse folklore of andere kunst in traditionele opstelling. Can Togay zoekt, zoals hij bij zijn geïmproviseerde praatje bij de tentoonstellingsopening aangaf, uitdrukkelijk contact met de Duits-Duitse en Europese werkelijkheid waarvan zijn instituut in Berlijn deel uitmaakt.
En dat werkt. Op de openingsavond van de tentoonstelling ‘Deutsche Einheit am Balaton – Eine private Geschichte der deutsch-deutschen Einheit’ trekt een stroom veelal jonge bezoekers van allerlei nationaliteiten door het gebouw. In de on-Duits informele sfeer schuifelen ze tussen wijn, muziek en beelden door – en begrijpen daarna aanzienlijk meer van het Duits-Duitse verlangen van vóór 1989 dan ze op een conventionelere, ‘Duitsere’ plek zouden hebben gedaan.
Eng mannetje
Via de door Forgács bewerkte vakantiefilmpjes, foto’s en interviews leert de bezoeker Oost-Duitsers kennen die zich laafden aan de oorden rond het Balaton, waar de mensen en de dingen kleurrijker waren dan thuis. Goed, er loopt wel eens een eng mannetje op de camping door het beeld, dat zijn hoofd prompt achter een krant verstopt als hij ziet dat hij wordt gekiekt – de tentoonstelling besteedt ook aandacht aan de Oost-Duitse en Hongaarse staatsveiligheid. Maar dat kon je hier makkelijker van je afzetten dan thuis in de DDR.
Dan komt 1989, het jaar waarin Hongarije zo’n belangrijke rol speelt voor de Duitsers. In mei wordt het eerste stuk IJzeren Gordijn opengeknipt, aan de grens met Oostenrijk. In de nazomer is het Balatonmeer vergeven van de jonge DDR-burgers die in hun tentjes wachten op een signaal om die grens te slechten. De (Oost-)Duitse schrijver Ingo Schulze heeft deze weken prachtig beschreven in zijn laatste roman ‘Adam und Evelyn’.
Goulashcommunisme
Cafébezoek konden de Oost-Duitse Balaton-gangers niet betalen, daarvoor moesten ze hopen op hun familie of kennissen uit het Westen. Deze West-Duitsers vonden het ‘goulashcommunisme’ op hun beurt minder eng dan de DDR. Rond het Balaton had je toen al gezellige privépensions en goedgesorteerde winkeltjes, net als ‘thuis’. En dus zie je op menig beeld een volkswagen broederlijk naast een trabant staan, met lachende mensen eromheen. Vooral de kapsels verraden wie waarvandaan komt: fijnmazig permanent en matje plus snor duiden op Oost.
Een West-Berlijnse die zich socialiste noemt, blikt bij haar vakantiekiekjes terug op zichzelf en het vriendenpaar uit de DDR, dat ze elk jaar aan Midden-Europa’s grootste meer ontmoette. In het boek bij de tentoonstelling formuleert ze het zo: “Zij hadden bepaalde illusies over het Westen en ik over het Oosten.” De Oost-Duitse vriend toerde graag in haar ‘Westauto’ langs het meer, vertelt ze, maar hij liet haar niet aan het stuur van zijn Trabi.
Na de val van de Muur kwam het stel haar in de West-Berlijnse wijk Kreuzberg bezoeken. Toen bleek dat ze elkaar niets meer te zeggen hadden. Je hoort dat niet alleen op de tentoonstelling ‘Deutsche Einheit am Balaton’. Het is een neveneffect van de Wende dat niemand zich in het Oost-Westparadijs aan het Hongaarse meer had kunnen voorstellen.
Annemieke Hendriks is freelance journaliste in Berlijn.
Lees meer over 'Geschiedenis':
Berlijn en Hamburg vind je ook in Suriname
Veel Duitsers wisten vanaf de 17e eeuw hun stempel te drukken op de Nederlandse kolonie Suriname. 'Ze waren graag geziene gasten.'
Een mondiale blik op de Duitse geschiedenis
Wat levert het op als je de Duitse geschiedenis vanuit een mondiaal perspectief bestudeert? Daarover spraken historici in Amsterdam.
Duitse keizer Wilhelm II was 'kolonialer' dan gedacht
Onderzoek naar persoonlijke spullen geeft een inkijkje in het koloniale wereldbeeld van de laatste Duitse keizer.
Graphic novels: herdenken in stripvorm
Aansprekende stripromans kunnen worden ingezet om een nieuwe generatie te vertellen over de oorlog. Interview met NIOD-onderzoeker Kees Ribbens.
Reacties
Geen reacties aanwezig