Column: een voetbalhater in Berlijn
Een anti-fan tussen de zwetende massa's

Achtergrond - 20 juni 2006

Soms zit 't mee, soms zit 't tegen, maar om als voetbalhater uitgerekend nú in Berlijn te moeten verkeren, is nog een hele dobber. Er is geen ontkomen aan.

  In de lobby van het hotel, in de vertrekhal van vliegveld Tegel, uiteraard op Unter den Linden en bij de Brandenburger Tor (Tor!!), overal is voetbal te zien en zijn de supporters te ruiken. De warmte weerhoudt hen er niet van om zich te bedekken met drieduizend procent nylon vlaggen, hoeden en pruiken en dat alles bij temperaturen boven de dertig graden Celsius.

Een paar voetbalvrije plekken zijn er nog wel. Geheimtips, voor de argeloze bezoekers wier bezoek aan Berlijn langzaam de contouren van een nachtmerrie aanneemt. Wie zich over zijn eerste huiver heen zet, moet echter constateren dat de sfeer nergens agressief is, dat ook de dronken fans zich eigenlijk keurig gedragen en dat sport inderdaad lijkt te verbroederen. Althans voor hen die het niet erg vinden om door geel geverfde, bezwete Zweden omhelst te worden.

Stiekem denk je, met de rellen op het Leidseplein nog fris in het geheugen: dat zou bij ons beslist anders zijn. Misschien komt het omdat het toernooi nog in zijn vroege fase verkeert (de scheiding tussen definitieve verliezers en kanshebbers had zich vorige week nog niet voltrokken), misschien is het de alom geroemde Duitse gastvrijheid, misschien het feit dat de meeste bezoekers voor het eerst de overweldigende moderniteit van Potsdamer Platz en omgeving ondergaan, je weet het niet. Wie zich door de zwetende massa's een weg baant, hoopt maar op één ding: dat het vooral zo blijft.

Zweet

 Voor het failliete Berlijn zou het WK (WM, zoals men hier zegt) een economische opsteker moeten zijn. De sponsors hebben er alles aan gedaan om zich te presenteren en krijgen daarvoor ook ruim baan. Bij een van de stadions dreigde de FIFA zelfs dat een vestiging van een concurrerende hamburgerketen gesloten moest worden, ‘McD’ is tenslotte één van de hoofdsponsors. Elders ging deze enige legale maffiose organisatie ter wereld met het stadsbestuur in onderhandeling over de reclamezuilen van niet sponsorende biermerken die naar hun oordeel afgedekt, dan wel afgebroken moesten worden. Die strubbelingen zijn gladgestreken. De dubbeldeks open party bus van Corona bieren rijdt luid toeterend heen en weer over Unter den Linden en ontlokt bij alle fans een enorm gejuich. Adidas heeft vóór de Rijksdag het Olympisch Stadion op schaal na laten bouwen, met grote tv-schermen en trekt dagelijks horden bezoekers.

Toch wordt er ook geklaagd: er is gemor over de legioenen die uiteraard per voet de stad door trekken, over taxichauffeurs die de 'gewone' toeristen mislopen en over de chiquere restaurants met prijzen die geen enkele aantrekkingskracht bezitten voor iemand die met een busretourtje van 35 euro naar Berlijn gekomen is. De verkoopsters van de luxe winkels in de Friedrichstrasse halen hun neus op voor de kleurrijk uitgedoste en naar oud zweet ruikende fans.

Deskundologen

 Op een ander niveau heeft de aanwezigheid van de buitenlandse supportersscharen echter een bevrijdend effect op de Duitsers. Wees het lezerspanel van Der Tagesspiegel in het openingsweekeinde nog met een comfortabele meerderheid van 68,5 procent het (Duitse!) vlagvertoon af, inmiddels lijkt het tij gekeerd. Woorden als Fahnenkult, Nationalstolz en Beflaggungsverordnung domineren de pagina's van de Duitse kranten. De ene talkshow na de andere onderwerpt deskundigen aan een kruisverhoor met als centrale vraag hoe dat nu kan, als die vrolijke vaderlandsliefde. Nu vrijwel alle aanwezige landen zich ongestraft als malloten mogen uitdossen met hun nationale kleuren, lijkt het Schwarzrotgold salonfähig te worden. Immers, historische beladenheid is de nationale driekleur vreemd, zo laten deskundigen niet na te beklemtonen. De vlag ontstond tijdens de Revolutie van 1848 en de nazi's hebben van meet af aan hun eigen vlag gebruikt: onbesmet dus, deze Duitse vlag.

Toch riep een bekende Duitse voetbalverslaggever (voor de gelegenheid nu gebombardeerd tot Reporterlegende) zijn collega's in 1974 nog op om onpartijdig te zijn! Sterker: ook de Duitse voetbalsupporter deed er, zijns inziens, goed aan om eenmaal in het stadion óók te juichen voor de tegenpartij, dat waren de Duitsers vanwege hun belaste verleden immers aan de wereld verplicht. De journalist in kwestie geeft ruiterlijk toe dat dit misschien nu 'iets geforceerd' overkomt. Ruim dertig jaar later lijken de Duitse fans, met in hun kielzog politici, media en deskundologen, inderdaad deze vorm van politieke übercorrectheid eindelijk achter zich te kunnen laten. Persoonlijk kan ik ze geen ongelijk geven: dat wil zeggen, als ze in de finale tegen Oranje die rotzooi tenminste maar gewoon weer thuis laten!

Lily Sprangers is zakelijk directeur van het Duitsland Instituut Amsterdam.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger