Verenigd maar failliet
De economische gevolgen van de Duitse vereniging
Achtergrond - 1 juli 2003
Toen West- en Oost-Duitsland op 3 oktober 1990 werden verenigd, heerste er met name in regeringskringen van de toenmalige coalitie van CDU en FDP groot optimisme over de economische ontwikkeling van de voormalige DDR. Natuurlijk, de achterstand was groot, maar de invoering van de vrije markt zou snel leiden tot 'bloeiende landschappen'. In de praktijk heeft dit echter heel anders uitgepakt.
Omdat er in 1989/1990 veel Oost-Duitsers naar West-Duitsland waren getrokken zijn allerlei besluiten genomen om deze migratiestroom in te dammen, zoals een snelle loonstijging in Oost-Duitsland en een zeer gunstige wisselkoers van de DDR-Mark naar de D-Mark. Onder deze omstandigheden konden veel bedrijven niet overleven en was het bovendien lastig om nieuwe bedrijven op te richten. Het West-Duitse en internationale bedrijfsleven heeft maar weinig geïnvesteerd in Oost-Duitsland (in verhouding tot bijvoorbeeld Polen en Tsjechië), vanwege de hoge kosten en de lage productiviteit. Alleen met forse subsidies was men tot investeringen bereid. Door al deze oorzaken is in Oost-Duitsland maar weinig eigen dynamiek ontstaan en daardoor zijn er ook maar weinig belastingopbrengsten in het Oosten. De werkloosheid blijft door genoemde problemen structureel hoog: met twintig procent is deze tweemaal zo hoog als in West-Duitsland. Bovendien worden veel werklozen buiten de officiële statistieken gehouden. In sommige delen is de feitelijke werkloosheid 35 procent.
Veel geld gaat daarom naar uitkeringen en het ondersteunen van bedrijven. Daarnaast is enorm geïnvesteerd in de verbetering van de infrastructuur (wegen, spoorlijnen, telefoon, riolering, etcetera), het saneren van steden en de her- en bijscholing van Oost-Duitse arbeidskrachten.
Relativering
Het is duidelijk geworden dat de eenwording veel geld heeft gekost en dat het einde nog niet in zicht is. Toch is enige relativering op zijn plaats. De veranderde situatie sinds 1991 heeft ook financiële voordelen gebracht. Vóór de omwenteling was de West-Duitse overheid veel geld kwijt aan de ondersteuning van West-Berlijn en het stimuleren van het zogenaamde Zonenrandgebiet (het gebied grenzend aan de DDR). Alleen al het wegvallen van de Berlinförderung scheelt 23 miljard D-Mark per jaar. Daarnaast heeft men de militaire uitgaven de laatste jaren kunnen verminderen. De enorme investeringen ten behoeve van de infrastructuur hebben niet alleen voordeel voor Oost-Duitsland: heel Duitsland profiteert van betere wegen en spoorlijnen, bijvoorbeeld wat betreft doorvoer naar Oost-Europa. Daarnaast mogen we niet vergeten dat West-Duitsland voordeel heeft van de hogere consumptie in het Oosten. Maar de negatieve beoordeling overheerst: om een kunstmatig hoge levensstandaard in Oost-Duitsland overeind te houden zal de Duitse staat moeten voortgaan met haar ondersteuningsbeleid. Daar lijkt geen einde aan te komen, zolang de economische groeicijfers van Oost-Duitsland lager liggen dan die in West-Duitsland.
Leo Paul is sociaal-geograaf aan de Universiteit Utrecht en is onlangs gepromoveerd op de sociaal-economische ontwikkeling in Mecklenburg Vorpommern voor en na de vereniging.
Waar komt het geld vandaan?
Al snel na de hereniging bleek dat de enorme kosten van de hereniging niet zonder belastingverhoging konden worden gerealiseerd. Zo werd de Solidaritätszuschlag ingevoerd, een extra belastingtoeslag die lange tijd 7,5 procent van de inkomsten- en vennootschapsbelasting bedroeg. Deze heffing is zeer omstreden, met name in West-Duitsland, waar velen zich overigens niet realiseren dat ook Oost-Duitsers deze belasting betalen.
Regelmatig werd door de regering verklaard dat de solidariteitsheffing slechts tijdelijk was ingesteld om de kosten van de eenwording te overbruggen. In 1997 is de solidariteitstoeslag gedaald tot 5,5 procent. De Duitse regering heeft de laatste jaren flink geleend op de kapitaalmarkt. Mede daardoor was de nationale schuldenlast in het jaar 2000 opgelopen tot ruim duizend miljard euro, waarmee de EMU-norm van zestig procent van het brutto national product overschreden is. Het is duidelijk dat de huidige economische problemen van Duitsland voor een belangrijk deel veroorzaakt zijn door de hereniging. Overigens betaalt ook de Europese Unie flink mee aan de opbouw van Oost-Duitsland, dat in zijn geheel in aanmerking komt voor gelden uit het regionaal programma van de Europese Unie.
Reacties
Geen reacties aanwezig