Hoe word ik 'Berliner'
Stap 1: Het besluit

Achtergrond - 1 februari 2002

Stap 1: Het besluit

Volmondig beamen alle drie de Berlijn-gangers dat het een bewuste keuze was om een tijdje in Berlijn te gaan studeren. Waar anders dan in de hoofdstad leer je als student Duits het land en zijn cultuur beter kennen?, vraagt Jean Bernard Franken retorisch. Voor Jurgen Buts was de stad waar altijd wordt gebouwd, dé plek om architectuur en stedenbouwkunde te studeren. Geneeskundestudent Maurice de Ruyter wilde heel graag de zorg in buiten Nederland. Hij koos uiteindelijk voor Berlijn omdat de Duitse gezondheidszorg volgens hem op hetzelfde niveau ligt als in Nederland. Dat hij het Duits een mooie taal vindt, maakte de keuze alleen maar gemakkelijker.

Stap 2: De papiermolen

Wie zijn zin heeft gezet op een uitwisseling of stage in Berlijn, kan niet vroeg genoeg beginnen met de voorbereidingen. Nuffic, de Nederlandse Organisatie voor Internationale Samenwerking in het hoger onderwijs, adviseert studenten om een jaar van tevoren te gaan plannen. Bij een uitwisseling komt namelijk veel geregel kijken. Zo moet je bijvoorbeeld op tijd contact leggen met de gewenste opleiding in Berlijn en uitzoeken of je wel studiepunten krijgt voor je tijd in het buitenland. Uiteindelijk moet het je natuurlijk ook iets concreets opleveren! Als je een aanvraag doet voor een beurs bijvoorbeeld via het Erasmusprogramma, duurt het wel even voordat die is goedgekeurd. Er is ook goed nieuws: je Nederlandse studiefinanciering kun je zonder problemen meenemen naar Duitsland. Voor meer informatie en adviezen over alles wat bij studeren in Berlijn komt kijken, kun je terecht op de website van Nuffic.

Onze Nederlandse studenten hebben die papiermolen aan den lijve ervaren. Eigenlijk is het belachelijk, zegt Buts, dat je al zolang voor vertrek bezig bent met regelen. Je moet namelijk wel een vooruitziende blik hebben. Toch geeft hij toe die tijd hard nodig te hebben gehad. Veel tijd ging bij mij op aan het feit dat de opleiding Bouwkunde aan mijn hogeschool helemaal geen uitwisselingsverdrag heeft met Berlijn. Het kostte me veel tijd om de Hogeschool van Amsterdam (HvA) aan te tonen dat ik een goed plan had dat samenhing met mijn afstudeerproject. Natuurlijk moest ook de Technische Fachhochschule Berlin gevraagd worden of ik als free mover daar kon studeren. Zonder uitwisselingsverdrag is het ook niet vanzelfsprekend dat je een beurs krijgt. Gelukkig voor mij willen maar weinig HvA-ers in het buitenland studeren, en bleef er in het Socrates-potje (redactie: zie link Erasmusprogramma) geld voor mij over. Achteraf gezien is het allemaal heel goed gegaan, met de medewerking van alle betrokkenen. Toch denk en vind ik dat de voorbereiding vlotter en makkelijker moet kunnen.

Ook Franken kan meespreken over de bureaucratie waar je mee te maken krijgt als je naar het buitenland wilt. Hem bekroop al snel een van-het-kastje-naar-de-muur-gevoel aan de Leidse universiteit, zo vertelt hij. De letterenstudent was een half jaar in de weer voordat hij een maand voor vertrek groen licht kreeg. Zijn tip: stap zo snel mogelijk naar je studiebegeleider en het bureau voor internationale zaken van je opleiding, die kunnen je verder helpen met alle bureaucratie.

De Ruyter wil graag benadrukken hoe belangrijk het is om alles goed te regelen, niet alleen voor je vertrek, maar ook voor je terugkomst. De Ruyter: mijn subsidie werd half automatisch geregeld door de Universiteit Maastricht na terugkomst. Van tevoren even bellen om te vragen wat die daarvoor allemaal nodig heeft is niet erg dom. Ook moet je weten welke formulieren ingevuld moeten worden door externe begeleiders van stages of practica.

Stap 3: Een plek onder de Berlijnse zon



De Ruyter heeft ook nog een tip voor geneeskundestudenten. Wie in de wijk Wedding wil wonen in verband met een stage in de Rudolf Virchow Klinik, een groot ziekenhuis in Berlijn, doet er goed aan om naar de website van de Bürgemeister Reuter Stiftung te surfen. Deze Stiftung heeft vele goedkope flats en appartementen voor een à twee personen vanaf zo'n 170 euro.

Stap 4: Jetzt geht's los - het onderwijs

Als je absoluut zeker weet dat de vakken die je aan de Uni of Fachhochschule gaat volgen daadwerkelijk Nederlandse studiepunten opleveren, ben je klaar om in te checken. Maar dan? Is studeren in Berlijn wel zo'n aanrader?

Jurgen Buts heeft ervaren dat er tussen een Nederlandse HBO en een Duitse Fachhochschule zeer grote verschillen kunnen bestaan wat het niveau en de zwaartepunten van de opleiding betreft. "In Duitsland bestaat geen opleiding bouwkunde. Waar in Nederland de opleiding bouwkunde verschillende afstudeerrichtingen als architectuur, constructie, bouwtechniek en bouwmanagement verenigt, zijn dit in Duitsland op zichzelf staande opleidingen. Hoewel studenten Architektur in Duitsland wel degelijk moeten leren over al die onderdelen, is het toch allemaal gericht op de specialiteit architectuur. Logisch dus dat het architectuurniveau van een opleiding Architektur wat hoger ligt." Terugkijkend kwalificeert de Amsterdammer het onderwijs aan zijn opleiding als "veel professioneler" dan aan de Hogeschool van Amsterdam. "Studenten worden actief betrokken bij colleges. Zij zijn verplicht over bepaalde onderwerpen presentaties en lezingen te houden." Zijn Berlijnse medestudenten betitelt hij als "serieuzer en meer betrokken". Waarschijnlijk is dat een positief effect van de hogere gemiddelde leeftijd van de student, denkt hij. Dat komt onder andere doordat veel voormalige Oost-Duitsers pas laat zijn begonnen met een hogere opleiding. Maar het zou ook kunnen komen doordat er 'aan de poort' wordt geselecteerd op behaalde cijfers, zo schat hij in. Zijn ervaring is bovendien dat de begeleiding vanuit de Fachhochschule goed is. Ook Maurice De Ruyter vertelt dat hij goed is begeleid, maar hij stelt wel dat "initiatief een beetje een vereiste is". "Al zal dat wel voor iedere student gelden overal ter wereld", voegt hij eraan toe.

Student Duitse Taal- en Letterkunde Franken studeerde aan de Humboldt, de oudste van de drie Berlijnse universiteiten. Nog steeds wordt hij een beetje lyrisch over het monumentale hoofdgebouw aan het 'statige Unter den Linden' dat zich in goed gezelschap bevindt van de Staatsbibliothek en de Staatsoper. Maar niet alleen de omgeving, ook het onderwijs is hem goed bevallen, al was het heel anders dan in Leiden. "Ik volgde er vakken bij het instituut voor germanistiek en had opeens te maken met vijftig medestudenten per werkcollege in plaats van zes of zeven. Dat was wel even schrikken. Maar de grote belangstelling had natuurlijk als voordeel, dat het vakkenaanbod ontzettend groot was. Ik voelde me eigenlijk als een kind in een speelgoedwinkel: dat wil ik volgen, en dat ook en ja doe dat vak dan ook maar. Mijn advies is dan ook: volg niet te veel vakken. Kies bewust twee of drie interessante vakken en volg die actief. Mocht je Duits niet bijster goed zijn, dan kun je daarnaast ook altijd nog een cursus op de universiteit volgen."

Stap 5: De Duitse student

Als de kachel brandt en een eerste wandelingetje naar de Uni is gemaakt, wordt het de hoogste tijd om je te verdiepen in het studentenleven.

Een Leidse student vindt het meteen opvallend dat er in Berlijn geen studentenleven bestaat met mega studentenverenigingen en disputen, vertelt Franken. "De student gaat veel meer in de massa op." Hijzelf heeft het meer dan de moeite waard gevonden om het aanbod van de studieverenigingen te checken en de activiteiten (lees: feesten, film en lezingen) voor buitenlandse studenten in de gaten te houden. Ook de Orbis, de ontmoetingsplek voor internationale studenten aan de Humboldt, vindt hij een aanrader. "Want daar leer je uiteindelijk toch de meeste mensen kennen. De gewone, Duitse studenten zijn namelijk niet buitengewoon geïnteresseerd in studenten die er maar voor enkele maanden rondlopen", stelt Franken.

Dat is niet de ervaring van Amsterdammer Buts. Die beschrijft zijn medestudenten als "zeer hartelijk en belangstellend". "Ze namen werkelijk de moeite om zich te verdiepen en te discussiëren over mijn werk, daar heb ik erg veel aan gehad", concludeert hij. Wel signaleert hij dat Duitse studenten wat afwachtend zijn. "Bij iemand uitgenodigd worden om te komen eten, zoals in Nederland, overkomt je niet zo snel. Misschien ligt dat aan de mensacultuur, waar iedere student 's middags een warme hap naar binnenschuift." Door goed contact met zijn Projektpartnerin aan de opleiding voelde Buts zich al met al toch snel thuis in de stad. "Door die samenwerking met haar heb ik snel behoorlijk Duits leren spreken, veel mensen leren kennen en heb ik de Berlijnse gebruiken kunnen doorgronden. Ik heb er een te gekke tijd gehad."

Volgens de arts in opleiding De Ruyter is Berlijn zo groot dat je je er behoorlijk eenzaam kan voelen als je er niemand kent. Daarom is het heel handig om goed Duits te praten: het is de beste manier om contacten te leggen. De Maastrichtse student heeft daar een goed gevoel aan overgehouden. "Eenmaal een opening gevonden worden Duitsers erg open en vriendelijk. Probeer dan wel zoveel mogelijk sociale bezigheden te hebben. Ga sporten en eten met elkaar. Verder hangt het er een beetje vanaf wat je studeert. Geneeskundestudenten in Nederland zijn toch wel iets losser dan de Duitse. Je kan daardoor snel overkomen als feestbeest!"

Stap 6: Wo ist die Party?

En dan de belangrijkste van alle vragen: Hoe zorg je ervoor dat je studietijd in Berlijn een groot feest wordt? Nou, daar is iedereen het over eens. Om te beginnen: tenzij je er echt moet zijn voor je studie, huur je nooit iets in het oude West-Berlijn, maar altijd in het oosten. In de voormalige arbeiderswijken gebeurt 'het' namelijk. In de oude Joodse wijk in Mitte kun je in de Oranienburgerstraße lekker en niet al te duur uiteten, met keuze uit alle wereldkeukens. In de wijk Prenzlauer Berg kun je gaan dansen, cocktails drinken en naar de film in de opgeknapte Kulturbrauerei, een voormalige fabriek die doet denken aan de Westergasfabriek in Amsterdam. In dezelfde wijk vind je het vervallen complex Pfefferberg voor alle alternatieve feesten. De liefhebber kan bovendien nog steeds onderduiken in de grote semi-illegale scene van krakersfeesten, al dan niet met behulp van een Geheimtip.

Of in de woorden van Maurice de Ruyter: "De populairste wijk is altijd die die nog niet gerenoveerd is. Daar vind je de goedkope woningen. Omdat het ook erg donkere en onduidelijke wijken zijn, zoals Friedrichshain en Prenzlauer Berg, kun je het beste met Duitsers op stap gaan. Die weten de goede cafés te vinden. In Mitte is een hoop te doen, maar die wijk wordt steeds meer toeristisch." De Ruyter heeft ook veel rondgedwaald in een stukje 'buitenlands' Berlijn: de wijk Kreuzberg. "Op Ankara en Istanboel na heeft Berlijn de grootste Turkse gemeenschap, ongeveer een half miljoen. Er zijn ziekenhuizen waar je alleen kan solliciteren als je Turks spreekt... Maar ook leven er mensen uit zoveel andere culturen. De beroemde zin Ich bin ein Berliner geldt namelijk werkelijk voor iedereen." 

Alles wat al genoemd is, zegt Buts, staat garant voor een prima tijd. "En tel daar bij op de 's zomerse barbecues in het park, het Hefe Weisse Hell (witbier) en de cocktails, de clubs, galeries, musea, Biergärten en de Loveparade of het Karneval der Kulturen. Kortom: als je wilt is het een groot feest. Berlijn is altijd levendig, altijd vol veranderingen. De stad zit nog niet helemaal in een keurslijf. Ik krijg er meer lucht. Anyway, Berlijn is een hippe stad."

Wat je ook wil doen, adviseert Jean Bernard, elke avond uit begint met de Zitty, de 'bijbel' van het Berlijnse uitgaansleven. "Je hebt echt een gids nodig omdat Berlijn niet echt een centrum heeft. Het uitgaansleven en het dagelijkse gebeuren spelen zich op verschillende grote plekken in de stad af: op de Alexanderplatz, Potsdamer Platz, Mitte, Zoologischer Garten. En eigenlijk heeft elke woonwijk zo zijn eigen centrum met bioscopen, theatertjes en warenhuizen." Ook als je zoals Franken graag naar de Berliner Philharmoniker wilt, is een stadsgids heel handig. "Als liefhebber van klassieke muziek, bevind je je echt in een Walhalla, met als enig nadeel dat je daadwerkelijk op een eeuwig jachtveld begeeft, want er is gewoon te veel te doen. Dat geldt ook voor alle musea, exposities, lezingen en natuurlijk het theaterleven. Je vindt er alles van klassiek Duits drama en Shakespeare tot de meest experimentele avant-garde."

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger