Onderzoek: Drogeren Marinus van der Lubbe niet bewezen

De resten van Van der Lubbe werden in januari opgegraven op een begraafplaats in Leipzig. Tot die tijd bestond het vermoeden dat de Nederlander daar begraven lag, maar zeker was het niet. Op initiatief van de Paul-Benndorf-Gesellschaft, die zorgt voor het behoud van historische begraafplaatsen, werden de lichaamsresten opgegraven. Het is de bedoeling dat Van der Lubbe een monument krijgt.

Het academisch ziekenhuis van Leipzig onderzocht enkele haren, tanden, botten, resten van zacht weefsel en grondmonsters uit het graf. Uit een vergelijkend onderzoek met dna-monsters van een kleinzoon van de broer van Van der Lubbe kwam een volledige match. Het verhaal dat de Nederlandse communist tijdens zijn proces na de Rijksdagbrand zou zijn gedrogeerd, werd met het toxicologisch onderzoek niet bewezen. Dat sluit volgens de onderzoekers niet uit dat Van der Lubbe toch onder invloed was van verdovende middelen. Het is heel lastig om dergelijke sporen zoveel jaar na dato nog te vinden in lichaamsresten.

De mythe dat de Nederlander destijds extra diep was begraven om opgraving te voorkomen, is wel ontkracht: het lichaam van Van der Lubbe lag op een gebruikelijke diepte van twee meter in de grond. Lees meer op de website van de stad Leipzig

Marinus van der Lubbe werd op 10 januari 1934 onthoofd nadat hij was veroordeeld voor brandstichting in de Rijksdag in Berlijn (op 27 februari 1933). Tijdens de rechtszaak maakte hij een apathische indruk. Of hij de brand daadwerkelijk had aangestoken is nooit helemaal duidelijk geworden. Lees meer over de Rijksdagbrand en Van der Lubbe in ons Naslagwerk

Lees ook op Duitslandweb:
'Gesprek met Van der Lubbe' na de Rijksdagbrand (27-2-2023)