De RAF in Nederland
Achtergrond - 29 januari 2005Vier keer hebben leden van de RAF op Nederlandse bodem vuurgevechten geleverd met de politie. Het kostte drie Nederlanders het leven. De schietpartijen waren 'ongelukjes'. De RAF is nooit van plan geweest in Nederland aanslagen te plegen of banken te overvallen.
Voor de Rote Armee Fraktion was Nederland vooral een Rückzugsgebiet, een toevluchtsoord. Hetzelfde gold bijvoorbeeld voor Frankrijk, waar Andreas Baader onderdook nadat hij in mei 1970 door Ulrike Meinhof uit de gevangenis was bevrijd. De RAF besloot in Nederland en Frankrijk geen gewelddadige activiteiten te ontplooien in de hoop dat ze daar door de politie met rust zou worden gelaten. RAF-leden huurden in Nederland onopvallende appartementen, zogeheten konspirative Wohnungen, waar ze zich regelmatig schuilhielden en nieuwe acties beraamden.
Al vóór de RAF was opgericht kwamen linkse extremisten graag naar Amsterdam, vooral om drugs te gebruiken en te kopen. Bernward Vesper, echtgenoot van RAF-oprichtster Gudrun Ensslin en vader van haar kind, schrijft daarover in zijn onvoltooide, postuum verschenen autobiografische essay 'Die Reise'. Ook Peter-Jürgen Boock van de tweede generatie van de RAF vertelt in de boeken die hij in de jaren negentig schreef over zijn vroege bezoeken aan Amsterdam en andere Nederlandse steden. Daar deed hij de drugsverslaving op die later enkele RAF-leden fataal zou worden.
Gehuurde auto's
Dat leden van de RAF soms in Nederland verbleven, kwam pas in het nieuws in 1977 tijdens de dramatische 'Duitse Herfst'. Op 13 september wordt de door de RAF gegijzelde werkgeversvoorzitter Hanns Martin Schleyer, opgevouwen in een grote rieten mand, een eensgezinswoning aan de Haagse Stevinstraat binnengedragen. Aan de actie nemen onder anderen Peter-Jürgen Boock, Angelika Speitel en de cheffin van de tweede generatie Brigitte Mohnhaupt deel.
Dan gaat er iets mis. Speitel heeft een auto gehuurd bij de Trompgarage in Den Haag. De verhuurder vertrouwt het niet en schakelt de politie in. Die stelt vast dat Speitel valse papieren heeft getoond. Wanneer Speitel de wagen terugbrengt, wacht de politie haar op. Er vallen schoten, maar Speitel weet te ontkomen. Prompt wordt Schleyer weer in de mand gepropt en hals over kop het land uitgereden naar Brussel, waar hij tot zijn executie op 19 oktober gegijzeld zou blijven.
Ondertussen gaat de politie bij andere autoverhuurbedrijven na of daar wellicht ook Duitsers met valse papieren auto's hebben gehuurd. Bij Budget Rent A Car in Utrecht is het raak. Wanneer RAF-lid Knut Folkerts daar zijn auto komt terugbrengen, is de politie paraat. In het vuurgevecht komt agent Arie Kranenburg om het leven. Folkerts wordt gearresteerd.
Wackernagel
Na de moord op Schleyer verschuilen de ontvoerders zich in Bagdad. Daar krijgt de drugsverslaafde Boock ernstige ontwenningsverschijnselen. Christof Wackernagel en Gerd Schneider krijgen van Mohnhaupt de opdracht in Amsterdam drugs en medicamenten te gaan kopen. De twee bivakkeren op het vaste RAF-adres aan de Amsterdamse Baden-Powellweg. Die woning wordt inmiddels door de politie in de gaten gehouden. Wanneer ze naar buiten komen om in een telefooncel te bellen, slaat de politie toe. In het vuurgevecht raken drie agenten gewond. Wackernagel en Schneider worden gearresteerd. Enige tijd later wordt ook Christine Kuby bij de aankoop van medicijnen in Hamburg gearresteerd. Binnen korte tijd verliest de RAF drie leden aan de verslaving van Peter-Jürgen Boock.
Het geval-Wackernagel zou nog een vervolg krijgen. In de gevangenis komt het RAF-lid tot inkeer. Hij schrijft brieven aan de agenten die bij de schietpartij gewond zijn geraakt. Tussen hem en agent Herman van Hoogen ontstaat een warme band. Als Wackernagel in 1987 vrijkomt, ontmoeten de twee elkaar en doen ze publiekelijk hun verhaal.
Wackernagel blijft zich nog lang met zijn RAF-verleden bezighouden. In 1998, kort nadat de RAF zichzelf officieel heeft opgeheven, biedt hij weekblad De Groene Amsterdammer een artikel aan waarin hij een soort psychoanalytische verklaring voor het Duitse terrorisme levert. Het stuk was door verschillende Duitse kranten geweigerd. De Groene publiceert het.
Harde kern
In 1978 vindt de vierde en laatste schotenwisseling met de RAF in Nederland plaats. In Kerkrade houden twee douanebeambten Rolf Heissler aan, die zojuist illegaal de grens is overgestoken. Als ze hem sommeren in hun auto te stappen, trekt hij een pistool en opent hij het vuur. Achter de auto duikt Adelheid Schulz op die ook van haar vuurwapen gebruik maakt. Douanier Dyonisius de Jong is meteen dood, zijn collega Johannes Goemans overlijdt twee weken later aan zijn verwondingen. Heissler en Schulz ontkomen.
Bij al die activiteiten waren geen Nederlanders betrokken. Het ging om leden van de harde kern van de RAF, die zich strikt hielden aan de handleiding voor de stadsguerrilla. Ze verkeerden niet met buitenstaanders, ook al waren dat sympathisanten, en vermeden ieder contact met de plaatselijke bevolking. Ze waren met valse papieren onderweg, huurden onder valse naam woningen en auto's en gebruikten wapens uit de voorraden die de RAF op verschillende plaatsen had aangelegd: in Nederland,was minstens één ondergrondse bergplaats, een zogeheten Erddepot. In zijn boek 'In dienst van de BVD' uit 2004 beweert de voormalige inlichtingenofficier Frits Hoekstra er zeker van te zijn dat Nederlanders de RAF van dienst zijn geweest bij het onderbrengen van Schleyer en zijn ontvoerders in Den Haag. Die veronderstelling ontbeert echter iedere grond.
Dat wil niet zeggen dat Nederlanders geen contacten hadden met de RAF. Die contacten beperkten zich echter tot de periferie van de harde kern. Zelfs 'ons nationale RAF-lid' Ronald Augustin, die in 1973 werd gearresteerd en tot 1980 in een Duitse gevangenis zat, verkeerde slechts in de omgeving van de RAF. Nederlanders leverden allerlei hand- en spandiensten aan de RAF, variërend van wapentransporten tot het uitbrengen van manifesten en het organiseren van protesten tegen de 'isolatiefolter' van gedetineerde RAF-leden. Die supporters van de RAF kwamen voornamelijk uit kringen rond de Rode Jeugd, de Rode Hulp en het Rood Verzetsfront. Zij zochten actief naar manieren om de strijd van de RAF te ondersteunen. Maar dat is een ander verhaal.
Antoine Verbij is freelance journalist in Berlijn.
In maart publiceert het Duitslandweb in dit dossier een artikel over de Nederlanders die de RAF actief ondersteunden, gebaseerd op het boek 'Tien rode jaren: Links radicalisme in Nederland 1970-1980' van Antoine Verbij. Het boek verschijnt eind maart bij uitgeverij Ambo.
Reacties
et is niet volledig 1977 sept is vele malen ernstiger vanwege een doofpot affaire
Door de toenmalige politiechef van Utrecht, details details heb ik als oud medewerker en slachtoffer hiervan, het verhaal speelt veel verder en de gevolgen zijn op dit moment zelfs letterlijk te zien vanwege de kort geleden źgn corrupte Utrechtse motoragent die verdacht wordt van corruptie (zoon van slachtoffer arie kranenburg