Duits kolonialisme op meer dan 1000 vierkante meter
Achtergrond - 28 december 2016 - Auteur: Hanco JürgensHet kolonialisme is in het publieke debat in Duitsland weer actueel, mede door de discussie over genocide in de Duitse koloniën. Het Deutsches Historisches Museum in Berlijn brengt de koloniale geschiedenis in beeld en de doorwerking ervan in het heden. Een recensie van historicus Hanco Jürgens.
Bezoekers op de tentoonstelling 'Deutscher Kolonialismus' in Berlijn
Als er een onderwerp is waar Duitse historici zich de laatste jaren druk over maken dan is het wel de koloniale geschiedenis. Juist omdat andere thema’s altijd belangrijker waren, kwam dit onderwerp als een boemerang terug. Vooral de bloedige onderdrukking van de opstand van de Herero en Nama in Duits Zuidwest-Afrika in de jaren 1904-1908, met zeker 70.000 slachtoffers tot gevolg, staat op het netvlies van veel Duitsers gebrand. In 2015 noemde Bondsdagvoorzitter Norbert Lammert in een bijdrage in Die Zeit dit een rassenoorlog en volkerenmoord.
Deze zomer werd het onderwerp nogmaals actueel nadat de Bondsdag de moord op 1,5 miljoen Armeniërs en andere christelijke minderheden als genocide had veroordeeld. De Turkse president Erdogan wees in reactie hierop fijntjes op de Duitse rol in Namibië. De discussie hierover is nog lang niet uitgedoofd.
Een beter moment om een tentoonstelling over dit thema in te richten is er dus niet. Het Deutsches Historisches Museum (DHM) heeft het daarom ook grondig aangepakt. Op meer dan duizend vierkante meter - met meer dan vijfhonderd museumstukken - trekt de gehele Duitse koloniale geschiedenis aan de bezoeker voorbij, van het Zuidzee-eiland Samoa, de Chinese nederzetting Kiautschou, Tanzania, Burundi, Rwanda, Togo tot Namibië. Het DHM brengt bovendien niet alleen de geschiedenis van het Duitse kolonialisme in beeld, maar ook de doorwerking ervan in het heden.
Geweldsregime
Centraal in de tentoonstellingsruimte ligt een zweep van nijlpaardleer, symbolisch voor het geweldsregime van Duitsers in Afrika. De genocide zelf is in fotoboeken, briefkaarten van soldaten aan het thuisfront en verordeningen in beeld gebracht. Ook wordt de volkerenmoord op andere manieren verbeeld, zoals oorlogsbuit (15 speren, een munitiegordel en een medicijntas) of tinnen poppetjes van Afrikanen die door blanken werden onderdrukt. Hoe wreed het Duitse regime was blijkt ook uit een brief uit 1913 van een Afrikaanse auteur uit Togo, die de Duitse gevangenissen erger dan een hel noemt. Volgens hem openbaarden zich in het Duitse bewind de wilde instincten van primitieve mensen.
In de tentoonstelling is veel aandacht voor de dagelijkse omgang tussen Duitse soldaten, medici en zendelingen en de Afrikaanse bevolking. Zo zien we de resultaten van het onderzoek van de beroemde Nobelprijswinnaar Robert Koch naar de slaapziekte in Duits Oost-Afrika. Ook is er aandacht voor het onderzoek van de taalwetenschapper en Afrikanist Martin Heepe, die in 1916 grammofoonopnamen liet maken van krijgsgevangenen uit de Franse kolonie Comoren. De plaat met opnamen van een van deze gevangenen, Sadak-ber-resid, is in de tentoonstelling te horen.
Liefdesverhoudingen
Een belangrijk thema in de tentoonstelling is de man-vrouwverhouding. In het manifest van de Duitse koloniale vrouwenbond wordt de rol van de vrouw als volgt geformuleerd: terwijl de Duitse soldaat het land heeft veroverd, de boer en koopman het land economisch nuttig maken, is alleen de vrouw in staat om de kolonie Duits te houden.
Hoewel gemengde huwelijken in de Duitse koloniën verboden waren, zien we in de tentoonstelling genoeg transcontinentale liefdesverhoudingen terug, van een bruiloftsfoto tussen de Duitse schoenmakersdochter Margarethe Krüger en de Chinese tolk Li Deshun tot een heupfles uit 1900, waarop een Duitse matroos in innige omarming met zijn Zuidzeeschoonheid is afgebeeld.
Ook het Nachleben van de koloniën in Duitsland komt uitgebreid aan bod, met als meest sprekende voorbeeld het reeds in de jaren zestig door Hamburgse studenten van zijn sokkel getrokken standbeeld van de Afrikanist, ontdekkingsreiziger, officier en gouverneur Hermann von Wissmann. De 68-er generatie keek niet alleen kritisch naar de rol van hun vaders en moeders in de Tweede Wereldoorlog, maar ook naar die van hun groot- en overgrootouders in de koloniën.
Heftige kritiek
Van verschillende kanten kwam er heftige kritiek op de tentoonstelling, vooral op de overmaat aan museumstukken. Volgens de Frankfurter Allgemeine Zeitung had het DHM een uitgelezen kans om uit alle tegenstrijdigheden een helder beeld te scheppen, maar in plaats daarvan werpt het de puinhopen voor de voeten van het publiek. In een variant hierop schreef de Süddeutsche Zeitung dat er veel te zeggen is over het thema, maar dat het museum dat niet zo erg is gelukt.
Het DHM heeft niet te klagen over de bezoekersaantallen - die zijn gestegen. Maar op de schouders van Raphael Gross, de pas aangestelde nieuwe directeur, rust wel de verantwoordelijkheid om een nieuwe wind door de tentoonstellingsruimtes te laten waaien. Ondertussen raad ik u aan deze tentoonstelling – ondanks genoemde bezwaren – zeker te bezoeken.
Lees meer over 'Geschiedenis':
Berlijn en Hamburg vind je ook in Suriname
Veel Duitsers wisten vanaf de 17e eeuw hun stempel te drukken op de Nederlandse kolonie Suriname. 'Ze waren graag geziene gasten.'
Een mondiale blik op de Duitse geschiedenis
Wat levert het op als je de Duitse geschiedenis vanuit een mondiaal perspectief bestudeert? Daarover spraken historici in Amsterdam.
Duitse keizer Wilhelm II was 'kolonialer' dan gedacht
Onderzoek naar persoonlijke spullen geeft een inkijkje in het koloniale wereldbeeld van de laatste Duitse keizer.
Graphic novels: herdenken in stripvorm
Aansprekende stripromans kunnen worden ingezet om een nieuwe generatie te vertellen over de oorlog. Interview met NIOD-onderzoeker Kees Ribbens.
Reacties