Coup en inflatie: ook 1923 was een Duits crisisjaar
Achtergrond - 20 april 2023 - Auteur: Lynn StrooDe bezetting van het Ruhrgebied, hyperinflatie, politieke chaos en Hitlers couppoging: 1923 ging de geschiedenisboeken in als crisisjaar. De eerste Duitse democratie, de Republiek van Weimar, stond nog in de kinderschoenen en werd flink op de proef gesteld, maar overleefde deze crises. Nu, 100 jaar later, staat Krisenjahr 1923 in Duitsland volop in de belangstelling.
Gewapende Franse soldaten in het Ruhrgebied
Ruim twaalf boeken verschenen recent in Duitsland over 1923; van een historisch jaaroverzicht van historicus Volker Ulrich tot een boek over de communistische pogingen tot een staatsgreep in Saksen van historicus Karl Heinrich Pohl. De vele publicaties bewijzen wederom dat de zogenoemde jaarboeken in zwang zijn, sinds het succesvolle ‘1913’ van de Duitse schrijver en kunsthistoricus Florian Illies.
Toch is het niet alleen het 100-jarige jubileum dat de grote belangstelling voor 1923 verklaart, stellen historici. Er zijn ook best wat gelijkenissen te zien tussen 1923 en het Duitsland van nu: inflatie, populisme, een energiecrisis en een verijdelde staatsgreep van rechts-radicalen - destijds van nationaal-socialisten, dit jaar van Rijksburgers. “We leven weer in tijden van crisis”, zegt historicus Peter Longerich in een podcast van de regionale omroep SWR2. Een historische terugblik op 1923 is volgens hem daarom interessant, al zijn onze crises niet zo erg als toen. Destijds waren veel zaken Außer Kontrolle (niet meer onder controle), stelt Longerich, die ook zijn boek over 1923 zo noemde.
De crises waar de jonge Duitse republiek in 1923 mee te maken kreeg, waren vooral naweeën van de Eerste Wereldoorlog. Duitsland werd hard gestraft in het Verdrag van Versailles (1919), waarin de geallieerden Duitsland hoge herstelbetalingen oplegden. Al snel bleek dat Duitsland die niet kon betalen. In januari 1923 bezetten Franse en Belgische troepen het Ruhrgebied, destijds Duitslands belangrijkste industriegebied, om de betalingen in de vorm van goederen te innen.
Uit protest gingen arbeiders en ambtenaren in het Ruhrgebied in staking, maar ze werden wel doorbetaald door de Duitse overheid. Het resulteerde in een volgende crisis: een hyperinflatie die grote economische gevolgen had. In januari 1923 steeg bijvoorbeeld de prijs van een kilo brood naar 250 Mark. De waarde van het geld daalde gedurende het jaar zo hard, dat een kilo brood op het hoogtepunt van de hyperinflatie in november 201.000.000.000 Mark kostte. Foto’s van spelende kinderen met stapels waardeloos geld zijn iconisch voor deze tijd.
Couppoging
De andere grote crisis die Duitsland opschrikte, was de couppoging van Adolf Hitler. De jonge Hitler was voorman van de NSDAP, een extreemrechtse nationalistische beweging die doordrongen was van haat tegen het Verdrag van Versailles en de republiek. Geïnspireerd door de fascistische mars op Rome (1922) van de Italiaanse leider Benito Mussolini probeerden Hitler en de zijnen op 9 november 1923 van de algehele crisis in Duitsland gebruik te maken en de macht in München grijpen. De putsch begon in de Bürgerbräukeller, vandaar de naam Bierkellerputsch. Het plan was om vanuit München in een mars naar Berlijn te gaan, om de regering van de Weimarrepubliek omver te werpen. Maar de coup mislukte. Vrijwel direct na het uitroepen van de 'Nationale Revolutie' werden de NSDAP’ers uiteengedreven door de politie, waarbij veertien putschisten en vier politiemensen om het leven kwamen. Hitler ging de gevangenis in, waar hij zijn politieke autobiografie ‘Mein Kampf’ schreef.
'Tollhauszeit'
De beroemde schrijver Stefan Zweig noemde de Duitse situatie van 1923 een Tollhauszeit; een gekkenhuis. “Geen volk ter wereld heeft beleefd wat de Duitsers in 1923 hebben beleefd”, schreef de bekende Duitse journalist Sebastian Haffner in een terugblik in 1939. De Weimar Republiek balanceerde eind 1923 op het randje van de afgrond, maar viel niet om.
De maatregelen die Gustav Stresemann - van maart tot augustus 1923 rijkskanselier en daarna minister van Buitenlandse Zaken - nam om een einde te maken aan de hyperinflatie, bleken effectief. Voor de kwestie van de herstelbetalingen werd een oplossing gevonden. Onder leiding van de Amerikaanse bankier en latere vicepresident Charles W. Dawes kwam er in 1924 een regeling voor de Duitse herstelbetalingen tot stand. Hij was ervan overtuigd dat het herstel van de Duitse economie essentieel was voor het herstel van de Europese economie als geheel. Ook verstrekte het Amerikaanse bedrijfsleven leningen waardoor de Duitse economie opbloeide. Frankrijk beloofde om uiterlijk in 1925 de Ruhrbezetting op te heffen. Vanaf 1925 braken de ‘gouden jaren’ van de Republiek van Weimar aan, tot die uiteindelijk toch ten onder ging door de beurskrach van 1929 en de machtsovername door Hitler in 1933.
Lessen trekken
Met de grote Duitse belangstelling voor het Krisenjahr en de gelijkenissen tussen de gebeurtenissen van toen en de crises van nu, rijst de vraag: zijn er lessen te trekken uit 1923? “We kunnen er zeker iets uithalen”, zegt historicus Ute Daniel van de Technische Universität Braunschweig in de podcast van SWR2. “Zo'n plotselinge financiële verandering die destijds plaatsvond, komt in onze tijd ook voor, zoals de kredietcrisis in 2008.” Die was volgens Daniel niet hetzelfde als de hyperinflatie van 1923, maar het kan volgens haar wel nuttig zijn om bij dit soort grote gebeurtenissen te kijken naar persoonlijke ervaringen van mensen die compleet overgeleverd waren aan een financiële crisis.
Volgens Longerich liggen de lessen voor de hand: “Als je in zo’n grote crisis komt als in de herfst van 1923, moet je die vroegtijdig bestrijden”, zegt hij in de podcast. De overheid had wat hem betreft al in het voorjaar van 1923 beslissende maatregelen moeten nemen, zoals de Ruhrbezetting sneller beëindigen en rechtse netwerken bestrijden. Met het neerslaan van de couppoging van Hitler werd het rechts-nationalisme de kop ingedrukt, maar het verdween niet. Longerich noemt de ‘gouden jaren’ een “stabiliteitsillusie”, totdat Hitler uiteindelijk wel de macht kon grijpen. Alleen al om dat hoofdstuk in de geschiedenis te bestuderen is 1923 van groot belang, vindt hij. Longerich: “Wanneer je over 1923 praat, moet je 1933 in ogenschouw nemen en als je 1933 wil analyseren, moet je naar 1923 teruggrijpen.”
Bekijk ook ons beeldverhaal op onze Instagram-pagina:
Dit bericht op Instagram bekijken
Lees meer over 'Geschiedenis':
Berlijn en Hamburg vind je ook in Suriname
Veel Duitsers wisten vanaf de 17e eeuw hun stempel te drukken op de Nederlandse kolonie Suriname. 'Ze waren graag geziene gasten.'
Een mondiale blik op de Duitse geschiedenis
Wat levert het op als je de Duitse geschiedenis vanuit een mondiaal perspectief bestudeert? Daarover spraken historici in Amsterdam.
Duitse keizer Wilhelm II was 'kolonialer' dan gedacht
Onderzoek naar persoonlijke spullen geeft een inkijkje in het koloniale wereldbeeld van de laatste Duitse keizer.
Graphic novels: herdenken in stripvorm
Aansprekende stripromans kunnen worden ingezet om een nieuwe generatie te vertellen over de oorlog. Interview met NIOD-onderzoeker Kees Ribbens.
Reacties
Geen reacties aanwezig