Duaal beroepsonderwijs populair in Duitsland
Hoe Duitsland zijn beroepsonderwijs organiseert
Achtergrond - 23 januari 2014
Het Duitse beroepsonderwijs staat er in Nederland om bekend goede vakmensen af te leveren. Vooral het duale systeem oogst lof. Meer dan de helft van de Duitse mbo’ers volgt zo’n leerwerktraject. In dit factsheet meer over het Duitse middelbare beroepsonderwijs en in het bijzonder over de duale leerweg.
Andere EU-landen kijken met veel belangstelling naar het Duitse beroepsonderwijs, constateert het Bundesinstitut für Berufsbildung, het kenniscentrum voor de beroepsopleiding in Duitsland. Beleidsmakers zoeken naar oplossingen voor de hoge jeugdwerkloosheid en het dreigend tekort aan vakkrachten. Duitsland had in november 2013 met 7,5 procent de laagste jeugdwerkloosheid van de Europese Unie, volgens Eurostat. Dat komt natuurlijk door de gunstige economische situatie, maar mogelijk speelt de goede aansluiting tussen opleiding en arbeidsmarkt ook een rol.
Meer dan de helft van de Duitse mbo’ers kiest voor het duale systeem van de Berufsschule. Een minderheid kiest voor een voltijd opleiding met stages; de Berufsfachschule. Daarnaast zijn er nog vormen als het Übergangssystem, een brugjaar dat voorbereidt op een beroepsopleiding, en de Fachoberschule, een algemene opleiding die aansluit op de Realschule (vergelijkbaar met de havo) en voorbereidt op het hoger beroepsonderwijs.
De Berufsfachschule, of vakopleiding, is een voltijd opleiding met stages. Afhankelijk van het gekozen beroep duurt deze onderwijsvorm één tot drie jaar. Deze onderwijsvorm heeft in Duitsland de naam noodoplossing te zijn voor studenten die geen plek bij een leerbedrijf kunnen vinden en dus niet naar de Berufsschule kunnen. In 2011 koos 21 procent van de mbo’ers voor de Berufsfachschule, becijferde het Duitse bureau voor de statistiek, het Statistische Bundesamt.
Duale leerweg
Veel populairder is de Berufsschule, 51 procent van de mbo-studenten meldde zich in 2011 aan voor deze duale leerweg. Het duale beroepsonderwijs (duale Berufsausbildung) wordt vormgegeven door de Berufsschule én een bedrijf. Studenten lopen drie tot vier dagen per week stage en zijn één tot twee dagen op school.
De school en het stageverlenende bedrijf werken op gelijkwaardige voet samen: de exameneisen worden in overleg bepaald. Het duale systeem kent een oriëntatiejaar, plus één tot tweeënhalf jaar studie, afhankelijk van het gekozen beroep. De werkgever mag zelf kiezen welke student bij hem in opleiding gaat. Hij kiest vaak degene met de hoogste vooropleiding, waardoor leerlingen die van de Hauptschule (vergelijkbaar met vmbo) komen, vaak moeite hebben een leerplek te vinden. Die gaan vaak nog een jaar naar het Übergangssystem.
Vanuit de overheid zijn de zestien Duitse deelstaten verantwoordelijk voor het beroepsonderwijs. Om ervoor te zorgen dat de regionale verschillen niet te groot worden, maken de deelstaatministers van Onderwijs gezamenlijk beleid in de Kultusministerkonferenz. Het landelijke ministerie van Onderwijs, het Bundesministerium für Bildung und Forschung (BMBF), is slechts beperkt bevoegd.
Samenwerking met het bedrijfsleven
Het duale systeem wordt gefinancierd door de overheid en het bedrijfsleven. De overheid betaalt de school, het leerbedrijf betaalt de kosten van het praktijkgedeelte. Een leerling sluit een opleidingscontract met zijn werkgever. De opleiding in het bedrijf is gebaseerd op de Duitse kwalificatiestructuur, die landelijk is vastgesteld, om regionale verschillen te voorkomen.
De deelstaten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderwijs en hebben raden voor overleg over het duale systeem. Die kennen evenredige vertegenwoordiging van werkgevers, werknemers en deelstaatafgevaardigden. Zij adviseren de deelstaatregeringen over verbeteringen in het duale onderwijs.
Vergelijking met Nederland
In Nederland is een vergelijkbaar systeem, de beroepsbegeleidende leerweg (BBL). Deze leerweg is een vorm van middelbaar onderwijs waarbij de student minimaal 60 procent van de studieduur werkt. Meestal gaan BBL-studenten één dag naar school en werken ze vier dagen in de week. Tot 1997 heette deze leerweg het ‘leerlingwezen’.
Nederland kan leren van het Duitse duale systeem, aldus het rapport ‘Landenstudie secundair beroepsonderwijs: Duitsland’ uit 2010 van het expertisecentrum voor beroepsonderwijs (ecbo). Het overleg tussen school, werkgever en overheid is in Duitsland beter geregeld. Het verschil tussen de beide praktijkgerichte leerwegen uit zich vooral in de deelname. In 2010 koos 32,2 procent van de Nederlandse mbo-scholieren voor de BBL, aldus het CBS. Ter vergelijking: 51,49 procent van de Duitse studenten in het beroepsonderwijs volgde de duale leerweg in datzelfde jaar, aldus een rapport van het Bundesinstitut für Berufsbildung (BIBB).
Het Ecbo concludeerde dat de afgestudeerden een voorsprong hebben op studenten die een Berufsfachschule hebben doorlopen door de vele werkervaring die ze hebben opgedaan. Dit zorgt er ook voor dat zij snel een baan vinden, vaak ook bij het leerbedrijf. Daarnaast zijn studenten gemotiveerder omdat ze veel stage lopen en daarvoor een vergoeding krijgen. Ze voelen zich daardoor serieus genomen.
Problemen van de duale leerweg
Wat wel een probleem is in Duitsland is dat lager opgeleide scholieren soms buiten de boot vallen. De leerbedrijven selecteren bij aanmelding de beste scholieren. Zo worden leerlingen van de Realschule (vergelijkbaar met de havo) of het Gymnasium (vergelijkbaar met het vwo) aangenomen en is er soms geen plek meer voor de Hauptschüler (vmbo’ers). Zij moeten dan noodgedwongen naar de veel minder populaire Berufsfachschule.
Het grootste probleem, erkent ook het Duitse ministerie van Onderwijs, is de vraag en het aanbod van werkplekken. Zowel het aantal onbezette plekken in leerbedrijven, als het aantal studenten dat geen passende werkplek kon vinden nam in 2012 toe volgens het ministerie. Een overschot van leerplekken is problematisch voor bedrijven, omdat zij rekenen op studenten en potentiële arbeidskrachten voor de toekomst. Het tekort of overschot aan werkplekken verschilt per deelstaat. Het ministerie heeft prioriteit gegeven aan het beter op elkaar afstemmen van vraag en aanbod.
Andere nadelen volgens het Ecbo zijn dat studenten uit een duaal systeem vaak minder flexibel zijn, omdat zij bij één bedrijf stage hebben gelopen. Ook zit er veel verschil in niveau per bedrijf, terwijl studenten dezelfde opleiding volgen.
De problemen daargelaten: het duaal leren is bij de Duitse studenten veruit het populairst. Het Bundesministerium für Bildung und Forschung is trots dat het systeem als voorbeeld in Europa geldt. In 2011 begon het de campagne ‘Berufliche Bildung - Praktisch unschlagbar’ om te wijzen op het succes van duaal leren.
Lees meer over 'Onderwijs':
DDR-zomerkamp tot leven gewekt voor scholieren
In de educatieve VR-beleving kunnen scholieren zelf ervaren hoe het communisme in Oost-Duitsland werkte.
Duitsland worstelt met academische vrijheid
De grenzen van de academische vrijheid staan in Nederland en in Duitsland ter discussie. Cancellen is ongewenst, maar desinformatie verspreiden is dat ook.
Van Abitur tot Realschule: Duitse schoolbegrippen
Het is eindexamentijd. Met dit handzame overzicht weet je hoe je diploma in het Duits wordt genoemd, en welke termen in het Duitse hoger onderwijs worden gebruikt.
Duizenden spookstudenten aan universiteiten
Een aanzienlijk aantal Duitse studenten bezoekt nooit colleges. Het is ze bijvoorbeeld om de OV-kaart te doen.
Reacties
Wat een onzin. Het gaat erom dat jonge mensen leren hun hersens te gebruiken. Dat lees ik nergens terug. Meer dan de hersenen is er niet. En dat moet men vroeg ontwikkelen. Er moet evenwicht zijn tussen linker- en rechterdeel teneinde een evenwichtig mens te worden. Jongelui in het bedrijfsleven leren slechts één deel en dat moet dan op school gecompenseerd worden. Een moeilijke taak waaraan men vaak niet toekomt.
Ik vertegenwoordig de firma COEL, een examen organisatie uit Nederland en ik doe onderzoek naar de Duitse markt. Wij nemen de complete logistiek geautomatiseerd over die voor de uitvoering van examens en testen nodig is, in het kort: Zaal/stoelenhuur, toezicht, inrichting, correspondentie, drukwerken, een volledig geautomatiseerd reserveringsysteem, etc.
In Nederland zijn wij een gerenommeerde, bekende en modern instituut wat al meer dan 62 jaar bestaat. Wij besparen de uitvoerende instellingen.