Lezen in de Duitse les
Wat en hoe?
Dat lezen voor de leerling van nu een uitdaging is, is geen nieuws. Ook het talenonderwijs heeft hiermee te kampen. Wat zijn de gevolgen van de ontlezing voor de huidige generatie leerlingen?
Uren besteed aan lezen
We vroegen de respondenten om een inschatting te maken welk percentage wordt besteed aan lezen van het totaal aantal uren dat hun leerlingen met het vak Duits bezig zijn. Vooral in de bovenbouw is dit een groot deel: bij 43 procent van onze respondenten zijn de bovenbouwleerlingen meer dan de helft van de tijd aan het lezen.
In de lessen van onze respondenten wordt een grote variatie aan teksten gelezen
Soort teksten
In de lessen van onze respondenten wordt een grote variatie aan teksten gelezen. Naast de lesmethode zijn vooral nieuws en tijdschriftartikelen populair en diverse soorten literatuur, zoals (fragmenten uit) romans, korte verhalen en poëzie. In de onderbouw wordt meer uit de lesmethode en minder literatuur gelezen dan in de bovenbouw. Ook songteksten zijn populair, vooral in de onderbouw. Weinig docenten werken met visuele elementen: strips en graphic novels worden door gemiddeld 12 procent van de respondenten genoemd. In de grafiek hieronder vindt u een overzicht van de antwoorden.
Voorbereiden op Centraal Schriftelijk Examen
Als voorbereiding op het Centraal Schriftelijk Examen Duits laten onze respondenten hun leerlingen vooral oefenen met oude examens en leren ze hun strategieën aan, zoals het herkennen van vraagsoorten en signaalwoorden. Hieronder vindt u een overzicht van de vier meest genoemde manieren.
Leerlingen aan het lezen krijgen
We vroegen de docenten ook naar hun ideeën om leerlingen meer te laten lezen. Het meeste werden aansprekende teksten genoemd, die aansluiten bij de belevingswereld van de leerling. Daarnaast werden als oplossing vaak genoemd: leerlingen zelf laten kiezen, lezen in de les en afwisselende tekstsoorten. In het onderstaande overzicht staan de twaalf meest gegeven antwoorden.
Geschikte teksten
Uit de enquête blijkt dat er veel diversiteit is in het aanbod van teksten. Tegelijkertijd komt in de interviews naar voren dat docenten nog zoekende zijn naar teksten, die geschikt zijn om in de onderbouw te lezen. In de bovenbouw leest de leerling meer, maar omdat veel aandacht uitgaat naar het oefenen voor het eindexamen blijft er toch relatief weinig ruimte over voor literaire teksten.
Docenten zijn nog zoekende naar teksten, die geschikt zijn om in de onderbouw te lezen
Oefenen voor het examen gebeurt veelal met behulp van oude Cito-examens (bij 62 procent van de bevraagden); dat zijn vragen bij hoofdzakelijk oude krantenartikelen. Hiermee worden meters gemaakt zonder dat de docent zelf materiaal hoeft te selecteren en te bewerken en daarnaast wordt de manier van toetsen aangeleerd "zodat ze de Cito-vragen snappen". Deze leesvaardigheidstraining bevordert niet de motivatie voor het vak, vinden ook de docenten zelf. Een docent uit onze enquête licht zijn examenoefening als volgt toe: "Ik geef ze examentraining. Welke trucs gebruikt Cito? Ik laat ze oefenen en de vragen analyseren. Ik probeer ze te verleiden om zoveel mogelijk artikelen te lezen die ze interesseren."
Voorbeeld van een leesproject
Docente Duits Elke Olfe deelde in ons gesprek een leesproject rond Fontane's ballade "Herr von Ribbeck auf Ribbeck im Havelland". De uit voormalig Oost-Duitsland afkomstige docent gebruikt de tekst voor Landeskunde – het Havelland – en voor burgerschapsthema's. Leerdoelen zijn dan het nadenken over het verschil tussen arm en rijk, vrouwen-emancipatie en het verdwijnende burgerdom. Daarnaast wil zij lezen als iets positiefs meegeven. Hiervoor denkt zij ook aan iets tastbaars voor haar vmbo-klassen: zij neemt peren mee en laat leerlingen in de schoolkeuken perentaart bakken. Ook wordt er geknutseld – leerlingen maken hun eigen leesboekje. Maar niet alleen het lezen wordt gepromoot, ook het vak Duits zelf. Want in de brugklas gaat het er al om welke taal de leerlingen gaan kiezen.
Klassikaal lezen
João van Schie geeft aan dat het thema 'lezen' niet zo'n probleem vormt bij hem in de les. Hij begrijpt wel dat zijn leerlingen het soms ook te druk hebben om geconcentreerd en met aandacht te lezen: "Leerlingen moeten verplicht lezen, en dat naast hun huiswerk voor alle andere vakken. Dat maakt dat leerlingen er geen zin meer in hebben. Verminder dus de hoeveelheid van het lezen, of strek het uit over een langere periode."
Daarnaast is zijn tip om leerlingen zoveel mogelijk in de les te laten lezen: "Zo voorkom je dat leerlingen alles van scholieren.com halen. En je kunt hen in de les direct vragen of ze het begrepen hebben, dit zorgt uiteindelijk voor hogere resultaten."
Zoveel mogelijk in de les lezen: "Zo voorkom je dat leerlingen alles van scholieren.com halen"
Niels Müller pakt het anders aan. Over zijn klassen in de afgelopen jaren vertelt hij: "Individueel lezen in de klas werkt nauwelijks. Daarom doe ik het spelenderwijs. Ik geef vragen bij een tekst die in groepjes beantwoord moeten worden. We lezen klassikaal, de groepjes bespreken de vragen met elkaar en aansluitend houdt elk groepje een kaart met de antwoorden omhoog. Zo zie ik of we nog op het goede pad zijn, als de meesten met de juiste antwoorden komen."
Vrij lezen
Uit de interviews komt ook naar voren dat het van belang is dat leerlingen – in ieder geval gedeeltelijk – zelf mogen kiezen wat ze lezen. Docent Sander Polak maakt graag gebruik van de Bücherkoffer van het Goethe-Institut. De ruim 20 Bücherkoffer en 10 Klassensätze kunnen docenten Duits voor meerdere maanden lenen uit de bibliotheek van het Goethe-Institut Amsterdam.
Evelien stimuleert haar leerlingen daarom om te lezen door de methode LEELU: Vrij lezen in de les. Leerlingen kiezen zelf een boek uit de bibliotheek en krijgen aan het begin van de les de tijd om hierin te lezen.
Literatuur als spel
Caja Stokvisch, docent Duits op UniC Utrecht, motiveert haar leerlingen om te lezen door het te verbinden met een spel. "Laat ze een stuk tekst ontrafelen door middel van een escape room bijvoorbeeld". Verder noemt ze 'The lucky reading game', een spel waarbij leerlingen punten scoren als ze een tekst goed begrepen hebben. Caja: "Verdeel de klas in groepjes en laat ze allemaal dezelfde tekst lezen. De leerlingen bedenken tijdens het lezen alvast vragen die gesteld kunnen worden over de tekst. Laat vervolgens van alle groepjes één van de leerlingen naar voren komen en stel een vraag over de tekst. Als ze het antwoord goed hebben, trekken ze een kaart van een kaartspel. Elke kaart geeft een ander aantal punten. Het blijft spannend wie het spel wint, hierdoor blijven de leerlingen gemotiveerd tot het einde van het spel! Als ze een spel winnen, krijgen ze vervolgens een stempel op hun stempelkaart. Met een volle stempelkaart, krijgen ze bijvoorbeeld weer een voordeeltje op een toets." Leerlingen trainen hiermee spelenderwijs hun tekstbegrip en vinden het bovendien leuker om te lezen.
"Lees al in de onderbouw"
Hoogleraar Duitstalige literatuur en cultuur Ewout van der Knaap (UU) formuleert het als volgt: "Als leerlingen leren lezen in een vreemde taal, hebben ze er baat bij als ze in hun moedertaal goed kunnen lezen. De leestraining in het vreemdetalenonderwijs gaat stapsgewijs: van het ontwikkelen van elementaire leesvaardigheid via het opbouwen van enige leesroutine naar meer leesbegrip waarbij het omgaan met leesstrategieën en reflectie belangrijk zijn. Hoe vloeiender leerlingen kunnen lezen des te meer ruimte ze hebben om over betekenissen na te denken."
Ewout van der Knaap geeft in zijn boek Literatuur en film in het vreemdetalenonderwijs praktische voorbeelden om literatuur en andere fictievormen al vanaf de onderbouw in te zetten in het vreemdetalenonderwijs. Hierin komt recent internationaal onderzoek over literatuuronderwijs terug waarbij taal en culturele inhoud worden geïntegreerd.
Ontlezing en het Centraal Schriftelijk Examen (CSE)
Een belangrijke kwestie die docenten in de verdiepingsinterviews aansnijden is de vraag 'Wat toets je eigenlijk met een toets leesvaardigheid?' Toets je de specifieke taalvaardigheid of het vermogen om te lezen überhaupt? En daaraan gekoppeld rijst de vraag: Is een eindcijfer dat voor 50 procent afhankelijk is van leesvaardigheid nog wel van deze tijd? Veel docenten vinden daarom dat ontlezing in het algemeen moet worden tegengegaan en dat bij het CSE ook andere vaardigheden getoetst zouden moeten worden. "Dat kinderen minder lezen, is een trend in de maatschappij. Dat kun je als mvt-docent niet ontkennen", zegt Petra Dunweg (bijna 35 jaar ervaring als docent). Ontlezing is niet alleen een probleem bij Duits, zegt ook docent Sander Polak. "Ik hoor het ook van collega's geschiedenis en aardrijkskunde. Leerlingen vinden het vaak echt moeilijk om een vraag correct te lezen. Dus krijg je een antwoord dat eigenlijk nergens op slaat."
"Leerlingen vinden het vaak echt moeilijk om een vraag correct te lezen"
Ook docent Evelien Busse beaamt dit: "Leerlingen geven al heel snel aan dat ze de opdracht niet snappen. Als je hen dan vraagt of ze de vraag wel gelezen hebben, is het antwoord vaak nee. Een vraag opnieuw lezen komt niet in hen op. Ik merk dat dit na de coronaperiode nog wat erger is geworden." Lezen is niet makkelijk voor de leerling van nu. Het is belangrijk om leerlingen vanaf de onderbouw aan te leren dat ze vragen nauwkeuriger moeten lezen.