Toekomstvisie
Wat wil de docent voor het schoolvak?
Hoe vindt u dat het schoolvak Duits inhoudelijk verbeterd kan worden? Hoe wordt het vak interessanter en kunnen we leerlingen enthousiasmeren? Om dat te weten te komen, vroegen we de docenten wat ze graag meer willen zien in hun lesmethode Duits en waarom ze denken dat leerlingen Duits laten vallen.
Respondenten zijn niet blij met de sterke nadruk op leesvaardigheid in het kader van het CSE
Inhoudelijke verbeteringen
Twee elementen blijken het belangrijkst voor de docenten als het gaat over inhoudelijke verbeteringen: het meer focussen op vaardigheden als spreken en luisteren (27 procent) en een ander eindexamen (26 procent). Beide antwoorden laten zien dat de respondenten niet blij zijn met de sterke nadruk op leesvaardigheid. Daarnaast wil 15 procent meer aandacht voor het belang van de Duitse taal. In de lessen zouden zij zich graag meer richten op Landeskunde en communicatie en minder op grammatica. Het praktisch toepassen van de taal wordt ook meerdere keren aangehaald: 18 procent van de docenten wil het vak beroepsgerichter en/of taakgerichter vormgeven.
Wat mist in de lesmethode?
Hoe zouden lesmethodes Duits in de toekomst beter kunnen aansluiten aan de behoeftes van de docent? Onze respondenten zouden vooral graag meer Landeskunde, spreekvaardigheid en gespreksvaardigheid willen terugzien in hun lesmethode. Ook beroepsoriëntatie wordt genoemd, vooral in de bovenbouw.
25 procent vindt dat het belang van Duits meer aandacht moet krijgen
Imago verbeteren
We vroegen onze respondenten ook hoe je het imago van het schoolvak Duits zou kunnen verbeteren. De grootste groep, 25 procent, vindt dat het belang van Duits meer onder de aandacht moet worden gebracht. Ook praktische (schoolinterne) elementen worden relatief vaak genoemd zoals het aantrekkelijk maken van het vak door het aanbieden van excursies en uitwisselingen. Net als bij de vorige vraag blijkt weer dat docenten graag meer zouden willen focussen op de praktijk en minder gericht zouden willen zijn op grammatica.
Redenen om geen Duits te kiezen
Waarom kiezen leerlingen niet voor het vak Duits? Wat hen volgens de meeste respondenten afschrikt, is het beeld dat Duits veel leerwerk betekent (onder meer vanwege het leren van grammatica) en dat het een moeilijk vak is. Daarnaast zien leerlingen het belang van de taal niet voldoende in (eerder ook al genoemd als een belangrijk element om het imago van Duits te verbeteren).
Verder wordt als reden genoemd dat de leerlingen liever een ander vak kiezen, waarbij specifiek wordt verwezen naar de promotie voor de N&G- en N&T-profielen de afgelopen jaren. Door hiervoor te kiezen, wordt het voor de leerlingen vaak lastiger om Duits erbij te doen.
Examentraining zorgt ervoor dat er weinig ruimte blijft voor inhoudelijke onderwerpen
Meer tijd
In de verdiepende gesprekken die wij voerden kwam meermaals naar voren dat (al dan niet noodzakelijke) examentraining ervoor zorgt dat er weinig ruimte blijft voor andere, inhoudelijke onderwerpen in de Duitse les. Het probleem dat er veel tijd gaat naar voorbereiding voor het CSE wordt versterkt door afname van het aantal contacturen, vindt een docent: "Als je leerlingen goed wilt begeleiden in hun leerproces en wilt motiveren, kom je er niet met twee uurtjes tekstanalyse. Dan heb je drie of vier uur, dan moet je nieuws kijken, films kijken, erover praten, muziek luisteren."
Belang van Duits
Ook aandacht voor het belang van Duits komt naar voren in onze enquête en in de gevoerde interviews. Docent Petra Dunweg zegt bijvoorbeeld: "Zoals de Visiegroep Buurtalen heel goed aangeeft: de buurtalen zijn belangrijk voor Nederland. Daar zouden we met z'n allen meer aandacht voor moeten hebben."
"Ouders beginnen op de groep 8-dag al over aus-bei-mit. Dat is niet meer van deze tijd!"
In de enquête schrijft een docent: "Meer Landeskunde en meer focus op de functie van de Duitse taal, zoals praktijkvoorbeelden waaruit de noodzaak blijkt." Veel docenten Duits zien de profielkeuze en het wegzetten van een profiel met twee moderne vreemde talen als 'pretpakket' als oorzaak dat Duits niet wordt gekozen.
Minder grammatica
Hier zijn veel docenten het over eens: grammatica stampen is niet goed voor het schoolvak. Docent Joanne Rullens is van mening dat het onaantrekkelijke imago ook bij ouders tegengegaan moet worden: "Ouders beginnen op de groep 8-dag al over 'aus-bei-mit'. Dat is niet meer van deze tijd!"
In de onderbouw geen lestijd naar grammatica
Omdat het onderwerp grammatica vaak negatief genoemd werd in onze enquête, hebben we ook in onze gesprekken hiernaar gevraagd. Docent Tom Cuijpers heeft met zijn collega's een nieuwe methode ontwikkeld waarbij er in de onderbouw geen lestijd naar grammaticaonderwijs gaat. "Mijn school was op zoek naar iemand die meer op communicatie zou zitten. Dus wij gingen overleggen over hoe het aantrekkelijker kan. Ik spreek vaak mensen die het hebben over dat ze zijn 'doodgegooid met grammatica'."
Tom legt zijn keuze als volgt uit: "We hebben het boek wel en gebruiken het soms. Maar de grammatica wordt niet geleerd. Als je een nieuwe taal leert, ben je in Europa gebonden aan het ERK (Europees Referentiekader, red.). Als een leerling begint met Duits, is dat A1-niveau. Waarom zou dan een leerling die A1 moet bereiken in de tweede klas, op C2 alle voorzetsels en bijvoeglijk naamwoorden goed kunnen invullen?" En inderdaad: in de voorbeeldmatige uitwerking van de tussendoelen worden zogenoemde Can do's beschreven – deze bieden volop ruimte voor een docent of voor de vakgroep Duits. Er wordt bijvoorbeeld niets gezegd over precieze noodzakelijke kennis van grammatica-rijtjes.
Mijn leerlingen zeggen: 'Het is leuker, makkelijker en ik leer ook echt Duits praten.'
Tom: "Mijn leerlingen zeggen: 'Het is leuker, makkelijker en ik leer ook echt Duits praten.' Dat de grammatica weg is bij ons in de onderbouw, en dat die stress er dus niet is – ik ben ervan overtuigd dat dat ertoe leidt dat leerlingen het leuker vinden en er ook meer van leren. […] Bij Deutsch als Fremdsprache, vooral in het begin, heeft het toch weinig meerwaarde om zo vol in te zetten op grammatica."
Meer spreken, meer Landeskunde
De meeste docenten geven aan dat zij (mondelinge) communicatie het belangrijkst vinden in hun onderwijs. "Ik wil gewoon heel graag dat mijn leerling een praatje kan maken met iemand bij de Duitse bakker of in een skilift", vat docent Sander Polak het samen.
Waar de docenten ook meer aandacht aan zouden willen besteden, en wat in hun optiek het vak ook ten goede komt, is Landeskunde. De taal niet los zien van de context, is ook waar veel lerarenopleidingen op inzetten. Alleen vinden niet alle docenten hiervoor de passende lesmethode. Hier is nog een inhaalslag te maken. Ook het curriculum uit 2006 en het toetsingsprogramma lopen op dit gebied achter. João van Schie zegt hierover: "Landeskunde moet aansluiten op de belevingswereld van jongeren. Daarnaast moet in de methode meer aandacht komen voor de Nederlands-Duitse betrekkingen."
Docenten geven ook aan dat het met de huidige gespreksvaardigheidsoefeningen lastig is om leerlingen daadwerkelijk te motiveren om Duits te spreken, omdat dit geen natuurlijke gesprekssituaties zijn. João van Schie lost dit op door zelf extra spreekopdrachten online op te zoeken, waarbij competitie toegevoegd is, zodat leerlingen aangezet worden tot het spreken van Duits. Petra Dunweg, die zelf veel ervaring heeft als docent, is enthousiast over de jongere garde docenten Duits, waar de bovengenoemde João dus een voorbeeld van is. Petra: "Zij leggen de nadruk op communicatie. En dat is goed, want dáár zit de lol."
Interculturele communicatie is een cruciaal element voor de toekomst van vreemdetalenonderwijs
Studies over het belang van de aandacht voor interculturele communicatie in het vreemdetalenonderwijs benadrukken al langer de dringende behoefte aan een sterker accent op de interculturele competentie in de onderwijsprogramma's: een cruciaal element voor de toekomst van vreemdetalenonderwijs en zijn vormende rol voor toekomstige wereldburgers.