Opendagvati
Column: Voor de klas
Columns - 10 februari 2017
- Auteur:
Iduna Paalman
Het is weer de tijd van het jaar waarin docenten met pijn in de kaken van het glimlachen hun lokalen op staan te leuken. Waarin ze opscheppen over mooie projecten en leuke uitwisselingen, de liedjes van Peter Fox op repeat zetten, nog maar eens een poster van het Goethe Institut ophangen en in de splitseconde dat er geen gasten in het lokaal zijn snel een zakje Haribobeertjes uit het presenteermandje achteroverslaan. Jazeker: het is weer de tijd van de open dagen. Herre Gott du Gnädige Frau – rette uns.
“Als die ouders moeilijke vragen hebben stuur je ze naar mij”, zegt mijn collega.
“Je moet niet vergeten water te drinken, anders ga je zo neer”, zegt een andere collega.
“We verwachten alleen al in de eerste uren duizenden bezoekers”, zegt de schoolleiding. “Laat zien waar je voor staat.”
“Waar sta ik ook alweer voor?” vraag ik fluisterend aan mijn collega.
„Deutschland über alles“, fluistert zij terug.
Achso.
Eenmaal in het al direct volgestroomde lokaal komt er een jongetje naar mij toe. “Waarom is dat mandje leeg?”
Ik leg uit dat als hij aan tafel de Duitse puzzeltjes maakt, er wellicht kans is dat straks het mandje weer gevuld is. Vlug trekt hij zijn vriendjes rond de tafel. Ik wil net aan een vrolijke puzzeluitleg beginnen als zijn vader naast me komt staan.
“Geweldig, dat jullie in de brugklas al Duits geven. Wunderbar. Zelf ben ik een groot fan.”
“Van Duits?” Ik glimlach breed, eerst naar hem en dan naar de kinderen aan tafel. “Jullie ook?” Geen reactie.
“Goethe, Schiller, Herman Hesse. Laatst heb ik Erich Kästner ontdekt. En de filosofen hè. Wat een rijkdom, wat een rijkdom,” zegt de vader.
“Ja, Duitsland is fantastisch. En de literatuur al helemaal. Maar in de brugklas gaat het ons echt vooral om een kennism..”
“Zelf ben ik onlangs in Jena geweest. Daar schijnt een enorm oppositiebolwerk te hebben gezeten in de tijd van de DDR. Je weet wel, Jürgen Fuchs, Matthias Domaschk, wat een verhalen. Echt tastbaar nog. Wat doen jullie met geschiedenis?”
Ik ben halverwege mijn antwoord als de vader begint te vertellen over een schoolreis naar Berlijn die hij als tiener heeft meegemaakt, toen de Muur nog stond. En op dat moment, precies op dat moment, ontdek ik iets: ik heb hier te maken met een fenomeen.
De zogeheten ‘opendagvati’ kenmerkt zich door een bovenmatige interesse in het Duitse taalgebied. Door middel van persoonlijke anekdotes doet hij op een open dag aan docenten Duits zijn ervaringen met de Duitse taal en cultuur uit de doeken. Hij kent Berlijn nog van voor ’89, heeft in zijn eigen schooltijd zestien Duitse romans moeten lezen en luistert graag naar Bach en Udo Lindenberg. Zijn kinderen kijken naar de grond of naar het mandje. Stiekem lijkt Spaans hen cooler.
Mijn tweede opendagvati vang ik een uur later. Mijn collega is weggestrompeld om thee te halen voor ons en ik sta alleen in het lokaal. Kinderen en ouders kijken rond, alle vragen zijn beantwoord, iedereen is voorgelicht, en daar komt hij. Al bij zijn eerste vraag weet ik dat ik beet heb: “Ik zie daar op de tafel de film van 'Der Vorleser' liggen. Ik vond zelf het boek beter – lezen jullie dat ook?”
Bij de komst van de laatste opendagvati is het lokaal al leeggelopen. Mijn collega trekt de vlaggetjes van de muren, ik schuif op mijn laatste krachten en met een wang vol Hariboberen de tafels weer in busopstelling.
“Mijn dochter is proefjes aan het doen bij biologie. Maar geef mij maar een mooie moderne vreemde taal HAHAHA! Vertel, wat doen jullie zoal.”
Ik slik gauw de beren door en trek nog even al mijn registers open. Op zijn vraag wat mijn lievelingsboek is, antwoord ik: “Herta Müller, 'Atemschaukel' natuurlijk. Herlees ik bijna jaarlijks.” Ik zie zijn geluk zwellen.
Als de school leeg en schoongeveegd is, loop ik met mijn collega naar de garderobe. “Hoe vond je het gaan?” vraagt ze.
Ik informeer naar de mogelijkheid een klas vaders aan te nemen voor volgend schooljaar.
“Heb ik bij de directie al eens aangekaart,” zegt ze, “maar die zien dat niet zitten. Die vaders willen zestien romans lezen. Dat past helaas niet in het curriculum.”
Lees meer over 'Duitse taal':
'De Duitse taal is mijn gereedschap'
Omdat het 10 oktober de Dag van de Duitse Taal is, spraken we vertalers Lotte Hammond en Ralph Aarnout over hun vak.
Een problematische beer
De Duitse minister Paus wordt voor 'Problembär' uitgemaakt, las columniste Inge Jooris in de Duitse media. Zijn haar dagen als minister geteld?
Vechten als ketellappers
De Duitse regering heeft zo veel ruzie, het lijkt wel een bende 'Kesselflicker', zei een van de ministers. Columniste Inge Jooris legt uit wat hij bedoelt.
Een 'Sternstunde' voor Duitsland
Sternstunde, een mooi en onvertaalbaar woord voor wat er nu gebeurt in Duitsland, tenminste dat hoopt columniste Inge Jooris.
Reacties
Hilarious, Iduna!! Dank je, wat een prachtige Glosse..
Groetjes en sterkte op school op alle dagen,
Tina.
Dankjewel Tina!